Startrekenen 1F H10 procenten les 2

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1,4

Startrekenen 1F

Hoofdstuk 10 procenten

Les 2: Van breuken naar procenten en andersom

Doelen

Aan het einde van deze les:

 - weet jij dat breuken en procenten bij elkaar horen.

- kun jij van een breuk een percentage maken en weet jij dat dit op 2 manieren kan.

 

Manier 1

Dus

Je maakt van de noemer het getal 100.

Voorbeeld:

1	x 50	50
2	x 50	100

1 / 2 is dus hetzelfde als 50%

Hoeveel % is 1 / 4?
Maak van de noemer 100

Hoeveel procent is 3 / 4?
Maak van de noemer 100

Hoeveel % is 1 / 20?
Maak van de noemer 100

Manier 2

Stappenplan

Je maakt dus eigenlijk een deelsom.

1. Start met 100.

2. Kijk naar de breuk. Wat is de noemer?

3. maak de som 100 : de noemer.

4. geef het antwoord

Een voorbeeld

Hoeveel procent is 1 / 4.

1. ik start met het getal 100.

2. De noemer is 4. Ik deel 100 dus door 4.

3. Ik maak de som 100 : 4 = 25

4. 1 / 4 is hetzelfde als 25%

Hoeveel % is 1 / 20?
Maak er een deelsom van

Hoeveel % is 1 / 2?
Maak er een deelsom van

Een stap verder

Wat als de teller groter is dan 1?

Dan komt er 1 stap bij in het stappenplan.

Dit was het stappenplan:

1. Start met 100.

2. Kijk naar de breuk. Wat is de noemer?

3. maak de som 100 : de noemer.

4. geef het antwoord

Dit wordt het stappenplan

1. Start met 100.

2. Kijk naar de breuk. Wat is de noemer?

3. maak de som 100 : de noemer.

4. Reken de som uit.

5. Kijk naar de teller. Doe het antwoord keer de teller.

6. schrijf het antwoord op.

Een voorbeeld

Hoeveel procent is 2 / 4?

1. ik start met het getal 100.

2. De noemer is 4. Ik deel 100 dus door 4.

3. Ik maak de som 100 : 4 = 25

4. De teller is 2. Ik doe de uitkomst dus x2

5. 25 x 2 is 50

6. 2 / 4 is hetzelfde als 50%

Hoeveel % is 3 / 4?
Maak gebruik van het stappenplan

Hoeveel % is 7 / 10?
Maak gebruik van het stappenplan

Maken

Opdracht 5, 6, en 7 op blz. 211 en 212

Kies zelf de manier die bij jou past.

Nakijken.

Daarna extra werkbladen

van % naar breuk

Belangrijk

Maak van de noemer 100.

20% = 20 / 100              45% = 45 / 100                 87% = 87 / 100

Daarna vereenvoudig je de breuk als dat kan.

Je mag zelf weten of je een verhoudingstabel gebruikt. 

maken

Opdracht 8 en opdracht 9 blz. 213

Studiemeter

Maak de oefening: "percentages en breuken".

Maak de oefening: "percentages herkennen" af.