Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Johan de Witt Scholengroep
‹
Terug naar zoeken
Hoofdletters
Hoofdletters
Uitleg en oefeningen
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoofdletters
Uitleg en oefeningen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
1. Aan het eind van de les weet de student wanneer je een hoofdletter gebruikt of juist niet.
Slide 2 - Tekstslide
Inhoud van de les
- Wat weet je al?
- Herhaling regels
- Bijzonderheden
- quiz
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je al?
Wanneer gebruik je een hoofdletter?
Slide 4 - Open vraag
HOOFDLETTERS
Een
naam van iemand
begint altijd met een hoofdletter.
Ook een
straatnaam
begint met een hoofdletter.
Aan het
begin
van een zin krijg je altijd een hoofdletter.
organisaties, merken en producten
krijgen een hoofdletter
Slide 5 - Tekstslide
aardrijkskundige namen, volken, talen,
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
Amsterdam
Franse president
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
Engelsman
Limburgs dialect
Slide 6 - Tekstslide
feestdagen
Namen van f
eestdagen, (religieuze) feesten en gedenkdagen
krijgen een hoofdletter.
Kerstmis
Hemelvaartsdag
Vaderdag
Suikerfeest
Slide 7 - Tekstslide
Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?
A
Bureau, Joris en Kerstmis
B
Leonard, Fransman en Nederland
C
Parijs, Kledingkast en Schoenen
D
Computer, Appel en Engelsman
Slide 8 - Quizvraag
Bijzonderheden
Slide 9 - Tekstslide
Hoofletters bij namen
Wanneer er voor het tussenvoegsel
geen
voornaam of voorletter wordt genoemd, krijgt het tussenvoegsel
wel
een hoofdletter.
meneer De Vries
Bij een tweede achternaam krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter.
mevrouw Van de Ven - de Vries
Slide 10 - Tekstslide
begin van een zin
Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
's Ochtends sta ik vroeg op.
't Was vanochtend wel erg koud.
Slide 11 - Tekstslide
Hoofdletters bij maanden
In Nederland schrijf je bij de maanden en dagen
geen
hoofdletter.
maandag
juni
december
Slide 12 - Tekstslide
Begin van een zin
Als de zin met een cijfer of symbool begint, schrijf je geen hoofdletter aan het begin van de zin.
€15 betaalde hij voor het boek.
86 jaar geleden werd mijn opa geboren.
Slide 13 - Tekstslide
organisaties, merken, producten
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend, je neemt dit dan over.
iPhone
Slide 14 - Tekstslide
windstreken
Bij een windstreek gebruik je geen hoofdletter.
Er komt vandaag een noordelijke wind.
Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je wel een hoofdletter.
Noordelijke IJszee
Slide 15 - Tekstslide
windstreken
Als je met de windstreek een cultureel, economisch of politiek gebied bedoelt, schrijf je een hoofdletter.
In het Nabije Oosten is de situatie erg gespannen.
Arme landen krijgen steun van het Westen.
Slide 16 - Tekstslide
In welke zin is er correct gebruik gemaakt van hoofdletters?
A
In het nabije oosten is de situatie gespannen.
B
Er komt vandaag een Zuidelijke wind.
C
Arme landen krijgen steun van het Westen.
D
We gaan varen over de noordelijke ijszee.
Slide 17 - Quizvraag
historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Historische gebeurtenissen en feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
Koude Oorlog
Vaderdag
Maar bij samenstellingen met feestdagen schrijf je geen hoofdletter:
vaderdagontbijt
Slide 18 - Tekstslide
historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Een historische periode krijgt geen hoofdletter.
renaissance
prehistorie
Slide 19 - Tekstslide
religieuze en culturele begrippen
Religieuze en culturele stromingen en woorden die daarvan zijn afgeleid krijgen geen hoofdletter.
jodendom
jood
Maar heilige begrippen die bij de stroming horen wel.
God
Bijbel
Slide 20 - Tekstslide
religieuze en culturele begrippen
LET OP
Een woord dat is afgeleid van een heilig begrip krijgt geen hoofdletter.
Hij ziet er goddelijk uit.
Slide 21 - Tekstslide
Met of zonder hoofdletter?
timer
0:30
A
Gucci
B
gucci
Slide 22 - Quizvraag
Met of zonder hoofdletter?
timer
0:30
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau
Slide 23 - Quizvraag
Met of zonder hoofdletter?
timer
0:30
A
maandag
B
Maandag
Slide 24 - Quizvraag
Met of zonder hoofdletter?
timer
0:30
A
de middeleeuwen
B
de Middeleeuwen
Slide 25 - Quizvraag
Waar staan de hoofdletters goed?
timer
0:30
A
dhr. van Leeuwen
B
John van Leeuwen
C
john van Leeuwen
D
John Van leeuwen
Slide 26 - Quizvraag
Met of zonder hoofdletter?
timer
0:30
A
havo
B
HAVO
Slide 27 - Quizvraag
Met of zonder hoofdletter?
timer
0:30
A
Offerfeest
B
offerfeest
Slide 28 - Quizvraag
Met of zonder hoofdletter?
timer
0:30
A
Brabants
B
brabants
Slide 29 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze
timer
0:30
A
de Joodse godsdienst
B
de joodse godsdienst
Slide 30 - Quizvraag
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 31 - Open vraag