Johan de Witt Scholengroep

kua di 28 mei: Theater

kua di 28 mei: Theater
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

kua di 28 mei: Theater

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

19e eeuw
20e eeuw
VERNIEUWING EN VOORUITGANGSDENKEN: Breken met het verleden​

Slide 3 - Tekstslide

Het academische (klassieke) ballet met zijn vaststaande pasjes en het streven naar sprookjesachtige gewichtloosheid vindt de avant-garde niet meer interessant. 
VERNIEUWING EN VOORUITGANGSDENKEN
  • In de jaren na WO1 wordt het naturalisme doorbroken door theatermakers als Meyerhold en Bertold Brecht. Zij willen de illusie doorbreken dat wat zich op het toneel afspeelt echt is. Zij willen het publiek actief betrekken bij de inhoud van het theaterstuk (vaak politiek getint zoals bij Brecht).





Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ONDERZOEK NAAR GRONDSLAGEN
Essentie; Abstractie; Onderzoekend

Meyerhold ontwikkelt na de Russische revolutie een nieuwe acteertechniek: de biomechanica. Theater niet alleen ter ontspanning maar als ondersteuning van het arbeidsproces. De vorming van de nieuwe mens.
Acteurs gaan ritmisch te werk met veel uithoudingsvermogen (zoals in de fabriek). Meyerhold bedenkt de lichaamshoudingen die gebruikt kunnen worden om een emotie of rol weer te geven. Decors zijn constructivistische bouwsels, kostuums zijn uniformachtig.

Slide 5 - Tekstslide

Het constructivisme eist van de kunstenaar dat hij een ingenieur wordt. De kunst moet een wetenschappelijke basis hebben en voortkomen uit de organisatie van zijn materiaal, zijn vaardigheid om zijn lichaam goed te gebruiken. Om dat te bereiken moet zijn lichaam getraind worden en moet hij het 'mechaniek' van zijn lichaam kennen. Gymnastiek, acrobatiek, dans, ritme, boksen en schermen zijn alle nuttig in dienst van de biomechanica. Dat is het hoofdvak voor iedere constructivistische toneelspeler.
ONDERZOEK NAAR GRONDSLAGEN
Konstantin Stanislavsky > ontwikkelt een acteerstijl die ondewezen wordt. Stanislavsky perfectioneert het naturalistisch acteren door een methode waarmee acteurs zich volledig moeten inleven in hun rol: de Stanislavsky-methode. Ook wel bekend als method-acting.

In Hollywood is deze techniek nog altijd populair: 
Klik hier,  top 10 acteurs/actrices

 https://collider.com/actors-method-acting/#daniel-day-lewis 


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theatervraag



In het algemeen verandert het spel van een acteur door het dragen van een masker.
Beschrijf twee manieren waarop het spel van een acteur verandert door het dragen van een masker.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANTWOORDEN
maximumscore 2
twee van de volgende:
 De acteur past zijn spel / bewegingen aan, aan het karakter van het
masker.
 De acteur voert zijn spel meer uitvergroot / gestileerd uit, omdat de
mimiek van de acteur wegvalt achter het masker (dus moet de
beweging meer overdreven zijn).
 De acteur voert zijn spel meer gericht naar het publiek (frontaal) uit,
zodat het publiek het masker steeds goed kan zien.
per juist antwoord 1

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VERVREEMDING
  • Cabaret en dada, Hugo Ball start begin van het dadaïsme
  • Het cabaret werd opgericht ter bespotting van de gangbare 'idealen van de cultuur en van de kunst’ 
  • Experimenteel van karakter
  • Bizarre en absurde voordrachten





Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voorbeelden van vervreemdingseffecten weet je nog?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VERVREEMDING
Vervreemdingseffecten= Doorbreken van de illusie van het theater:

  • Acteurs richten zich tijdens het spel rechtstreeks tot het publiek
  • Er is een verteller als ‘voice-over’
  • Acteurs beginnen plotseling te zingen
  • Tijdens het spel verkleden de acteurs zich
  • Tijdens het spel wordt het decor gewisseld
  • Acteurs lopen de zaal in



Brecht wil de toeschouwer dwingen om objectief, zelfstandig en kritisch te oordelen.
sinds modernisme; wordt nog steeds gebruikt

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theater in de massacultuur
Elementen van modern theater worden nog steeds gebruikt en verder ontwikkeld.
Vervreemdingseffecten, bijvoorbeeld.
Musicals worden verder uitgebreid: groter, meer.

Theater kan:
-puur voor plezier zijn;
-voor verwarring en vervreemding zorgen;
-een boodschap meegeven en mensen aan het denken zetten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

So Far So Good - geëngageerde kunst

Engagement in theater = maatschappelijke betrokkenheid in verhaal.

De avond valt. We zitten in een winkel. Buiten op straat bouwt de onrust op. Binnen proberen we grip te krijgen op wat er precies aan de hand is aan de andere kant van de winkelruit. Zijn die jongeren daar aan het hangen? Vieren ze een feestje of is dit een potje asociaal rellen? En waarom zijn ze daar? Dit is verveling. Nee, woede over hoe de samenleving naar hen kijkt. Of zijn ze pionnen in een crimineel plan?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een groot thema in deze voorstelling, is geweld. Bekijk de trailer. 

-Noem een aspect van het theaterSPEL waardoor je agressie ziet. 

-Noem twee verschillende aspecten van theaterVORMGEVING waardoor je agressie ziet.
Hoe wordt er gespeeld?
Wat wordt er gebruikt?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zie je agressie? theaterspel en theatervormgeving
Hoe wordt er gespeeld?
Wat wordt er gebruikt?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden
Agressie in theaterspel: 
-(lichaam): stompen naar de camera
-(lichaam): acteurs vechten met elkaar
-(lichaam): de meeste mensen kijken boos,  wenkbrauwen naar beneden. 
Agressie in theatervormgeving:
-(attributen/rekwisieten): stoelen en andere spullen liggen omvergegooid op het podium.
-(geluidseffecten): je hoort sirenes, je hoort glas kapot gaan. 
-(belichting): snel flitsende lichten. Rood en blauw zijn de kleuren van de politie.
-(kostuum): hoodies met capuchon op/petjes en capuchons, maakt de mensen anoniem.
-(Geluid/muziek): schurende geluiden, alsof er op metaal wordt geslagen, geen muzikale geluiden.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Activisme in het theater: Actie Tomaat
  • Jonge makers verzetten zich in de jaren ‘60 tegen de heersende orde in theaterwereld.
  • Vooral Repertoiretoneel: bekende toneelstukken van beroemde, buitenlandse schrijvers. 
  • Kunst aan het volk, niet aan de elite. = invloed van democratie in kunst.
  • Overheid moet niet met subsidies het ouderwetse en elitaire kunst in stand houden, ruimte voor vernieuwing geven.


Activisme in het theater

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Locatietheater
Bij locatietheater maakt de plaats (de locatie) zelf een belangrijk deel uit van de voorstelling.  Als het niet in een theatergebouw of openluchtpodium wordt opgevoerd.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je zien dat dit toneelstuk een goed voorbeeld van locatietheater is?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk 2 nadelen van locatietheater.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag over Stromae
De Belgische artiest Stromae is iemand die speeeldvorming rondom sekse en seksuele identiteit. In filmfragment 2 zie je zijn videoclip Tous les mêmes (Allemaal hetzelfde) uit 2013.

Stromae verbeeldt hier dat mannen en vrouwen weliswaar heel verschillend zijn, maar in wezen ook allemaal hetzelfde. Hij gebruikt onder meer grime, spel, kleur en decor om deze ambigue inhoud vorm te geven.
Leg voor drie van deze vier middelen uit hoe ze de inhoud van het lied verbeelden. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Belgische artiest Stromae is iemand die speeeldvorming rondom sekse en seksuele identiteit. In filmfragment 2 zie je zijn videoclip Tous les mêmes (Allemaal hetzelfde) uit 2013.
Stromae verbeeldt hier dat mannen en vrouwen weliswaar heel verschillend zijn, maar in wezen ook allemaal hetzelfde. Hij gebruikt onder meer grime, spel, kleur en decor om deze ambigue inhoud vorm te geven.
Leg voor drie van deze vier middelen uit hoe ze de inhoud van het lied verbeelden. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. ANTW Stromae
Drie van de volgende:

(grime) Stromae is half als man, half als vrouw gegrimeerd, zodat alle eigenschappen in één mens verenigd zijn: daarmee wordt aangegeven dat mannen en vrouwen in wezen hetzelfde zijn.
(spel) Hij acteert afwisselend als man (met overdreven lomp gedrag) en als vrouw (met elegant gedrag) , zoals een mens steeds ander gedrag kan vertonen.
(kleur) Bij de wisseling verandert de kleur (rose is de wereld van de vrouw, groen die van de man) van het decor en/of de attributen, alsof het er maar om gaat in welk licht je de wereld beziet, of: bij rose licht is de vrouwelijke kant zichtbaar (de liedtekst gaat over de relatie gezien vanuit het vrouwelijke perspectief en wordt door de vrouw gezongen) en bij groen is de mannelijke kant aan de beurt.
(decor) De man/vrouw-scènes (wisselen elkaar af en) lopen vloeiend in elkaar over: Stromae loopt van de mannenwereld (met de blonde vrouw erin) zonder duidelijke overgang door in de vrouwenwereld (met de zwarte man) waardoor deze werelden in feite dezelfde wereld zijn.
Drie juiste antwoorden3
Twee juiste antwoorden2
Eén juist antwoord1
Geen juiste antwoorden

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cabaret / Stand-up Comedy 
Cabaret is uit het modernisme. De mensen op toneel ging op een ironische/sarcastische manier hun kritiek uiten op de politiek en maatschappij.
Cabaret is meer gericht op het vertellen van verhalen en kunst dan op lachen, terwijl stand-upcomedy voor zijn humor sterk leunt op interactie met het publiek.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies