Johan de Witt Scholengroep

Mavo 4 24-25 periode 1 week 4

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande is een vaste last?
A
Boodschappen
B
Benzine
C
Zorgverzekering
D
Vliegvakantie

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De inflatie is 6,8%. De Koopkracht stijgt met 1,1%. Met hoeveel procent veranderd je inkomen?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen
1. R - de leerling kan leenmotieven benoemen.
2. T1 - de leerling kan de kredietkosten van een lening berekenen.
3. R - de leerling kan verschillende kredietvormen benoemen.
4. I - de leerling kan uitleggen waarom het huis dient als onderpand bij een hypothecaire lening.
5. T1 - de leerling kan de geldfuncties toepassen.
6. T1 - de leerling kan de geldstromen benoemen tussen gezinnen, bedrijven en banken.
7. R - de leerling kan de verantwoordelijkheden van de ECB benoemen.
8. T2 - de leerling kan de effecten uitleggen van instrumenten van de ECB.
9. T1 - de leerling kan uitleggen hoe banken winst maken met rentes.

Slide 4 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Wat zouden redenen zijn om geld te moeten lenen?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak van paragraaf 2.3 de volgende vragen:

2, 3 en 5.

Je hebt hiervoor 5 minuten.

Slide 9 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak van paragraaf 2.3 de volgende vragen:

6 en 7.

Je hebt hiervoor 10 minuten.

Slide 11 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande is geen kredietvorm?
A
Salariskrediet
B
Persoonlijke lening
C
Financial lease
D
Koop op afbetaling

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Effect instrument ECB
Startpunt: De ECB verlaagt de rente.

Stap 1:

Stap 2:

Eindpunt: Prijzen van producten stijgen.

Slide 18 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
Maak van paragraaf 2.4 nu vraag 8 en 10..

Slide 19 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
Maak van paragraaf 2.4 vraag 6 en 7.

Om dit schema in te kunnen vullen, lees ook het stukje tekst erboven.

Slide 20 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Jij krijgt 1,2% spaarrente (creditrente)
Jij betaald 3,6% over je leenrente (debetrente)
Bank verdient over elke  € 1,- -> 3,6 - 1,2 = 2,4%

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak van 2.4 de vragen:

11 en 12.

Maak van de herhalingsopdrachten 2.4 de vragen 13, 17, 21 en 22

Slide 22 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Afsluiting
1. R - de leerling kan leenmotieven benoemen.
2. T1 - de leerling kan de kredietkosten van een lening berekenen.
3. R - de leerling kan verschillende kredietvormen benoemen.
4. I - de leerling kan uitleggen waarom het huis dient als onderpand bij een hypothecaire lening.
5. T1 - de leerling kan de geldfuncties toepassen.
6. T1 - de leerling kan de geldstromen benoemen tussen gezinnen, bedrijven en banken.
7. R - de leerling kan de verantwoordelijkheden van de ECB benoemen.
8. T2 - de leerling kan de effecten uitleggen van instrumenten van de ECB.
9. T1 - de leerling kan uitleggen hoe banken winst maken met rentes.

Slide 23 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Exit ticket.
€ 120 per maand is.... per week

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

    Begrippen uit deze les
  • ...
  • ...
  •  ...

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Checklist:
  • Dual Coding (woord en beeld combineren)
  • Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen

Slide 26 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.