Johan de Witt Scholengroep

1.1 Sporen van de eerste mensen

Welkom V1A!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de eerste mensen leefden.

Onderdelen in deze les

Welkom V1A!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Waarom heb je het vak Geschiedenis op school?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

H1. Jagers worden boeren
Hoe hebben de mensen in de Tijd van Jagers en Boeren gebruik leren maken van de natuur?

Slide 5 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Tijd voor geschiedenis

Slide 6 - Tekstslide

Tijd van Jagers en Boeren

Slide 7 - Tekstslide

Prehistorie

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent de prehistorie?
A
De tijd dat mensen leerden lezen en schrijven.
B
De tijd dat mensen nog niet konden lezen en schrijven.
C
De tijd dat mensen gereedschappen maakten van steen.
D
De tijd dat mensen leefden van de landbouw.

Slide 9 - Quizvraag

Prehistorie
  • Historie = geschreven geschiedenis


(Pre = voor)
  • Prehistorie: Tijd vóór dat mensen konden schrijven 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Prehistorie
  • De prehistorie eindigt niet overal ter wereld op hetzelfde moment!

  • Als een volk een schrift ontwikkelt dan begint voor dat volk de historie en eindigt de prehistorie

Slide 12 - Tekstslide

1.1 Sporen van de eerste mensen
Maar hoe komen we aan informatie over de eerste mensen?

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
  1.  Je kent de betekenis van de begrippen: scheppingsverhalen, evolutietheorie, jagers-verzamelaars. (R)
  2.  Je kunt uitleggen welke 2 soorten ideeën er zijn over het ontstaan van de mensen. (T1)
  3.  Je weet hoe de eerste mensen leefden. (R)
  4.  Je kunt uitleggen hoe nu (2020) aan de informatie over de eerste mens komen. (T2)
  5.  Je kunt uitleggen wat primaire bronnen en ongeschreven bronnen zijn en kunt hier voorbeelden van herkennen. (T1)

Slide 14 - Tekstslide

Video
Klokhuis: Hoe is de eerste mens ontstaan?

Slide 15 - Tekstslide

5

Slide 16 - Video

01:22


De eerste mensachtigen woonden in Afrika.
Waarom juist in dit deel van de wereld?

Slide 17 - Open vraag

01:58


De naam homo sapiens betekent 'wijze mens'.
Waarom is deze naam goed gekozen?

Slide 18 - Open vraag

02:43

Homo sapiens verlaat Afrika,
terwijl het klimaat toch beter wordt.
Waarom zouden ze dan tóch ergens anders naartoe gaan?

Slide 19 - Open vraag

04:03
Wat is juist?
A
De Cro-magnonmens is een homo sapiens
B
De Neanderthaler is een homo sapiens

Slide 20 - Quizvraag

05:29
Homo sapiens en Neanderthaler hebben
samen kinderen gekregen.
De moderne mens heeft daardoor een
paar dingen van de Neanderthaler meegekregen.
Welke denk je dat het is?
A
Sommige mensen hebben heel veel lichaamshaar.
B
Sommige mensen hebben geen kin.
C
Sommige mensen hebben rood haar.
D
Sommige mensen kunnen goed jagen.

Slide 21 - Quizvraag


De eerste mensen

  • Homo betekent mens
  • Homo habilis: 'handige mens' (2,1 - 1,5 miljoen jaar geleden)
  • Homo erectus: 'rechtopgaande mens' (1,9 miljoen - 140.000 jaar geleden)
  • Homo sapiens: 'wijze mens' (200.000 jaar geleden tot nu)
  • Homo neanderthalensis: 'Neanderthaler' (275.000 - 20.000 jaar geleden) 

Slide 22 - Tekstslide

Hoe is de mens ontstaan?
  • Het scheppingsverhaal: Creationisme 


  • De Evolutietheorie: Darwinisme 

Slide 23 - Tekstslide

Hoe komen we aan informatie over de eerste mensen?

Slide 24 - Tekstslide

Bronnen uit de prehistorie

Slide 25 - Tekstslide

Wat is kenmerkend aan deze bronnen uit de prehistorie?

Slide 26 - Open vraag

Bronnen uit de prehistorie
Kenmerken:
  1. Primair: uit de tijd zelf (ooggetuige)
  2. Ongeschreven: schrift is nog niet uitgevonden

Slide 27 - Tekstslide

Soorten bronnen
Primaire en secundaire bronnen:
  • Primair: komt uit de tijd waar je onderzoek naar doet.
  • Secundair: komt uit de periode na de tijd waar je onderzoek naar doet.

Geschreven en ongeschreven bronnen:
  • Geschreven: bronnen waarin schrifttekens worden gebruikt.
  • Ongeschreven: sporen uit het verleden die geen schrift bevatten, bijvoorbeeld gebruiksvoorwerpen.

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag
Wat?  
Geef voor elke bron aan wat voor soort bron het is: primair, secundair, geschreven of ongeschreven.  

Hoe?  
Doet dit in tweetallen. Schrijf de antwoorden op het werkblad 

Hoelang?  
15 min.  

Klaar?  
Ga aan de slag met de extra opdracht op de achterkant  


Slide 29 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

  • steentijd
  • prehistorie
  • scheppingsverhaal 
  • evolutietheorie

Slide 30 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 31 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 32 - Open vraag