Johan de Witt Scholengroep

T0 deel 1 stoffen veranderen

T0 stoffen veranderen
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

T0 stoffen veranderen

Slide 1 - Tekstslide

Kennenlijst
  • Wat is een chemische reactie
  • Wat is het verschil tussen een fase overgang, een verbranding en een ontledeing
  • Wat is een reactieschema
  • Wat zijn verbrandingsproducten
  • Wat zijn organische stoffen

Slide 2 - Tekstslide

Kunnenlijst

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Noem de drie eigenschappen van een chemische reactie

Slide 5 - Open vraag

Wat is een chemische reactie

Een chemische reactie (of een scheikunidge reactie) is een reactie waarbij nieuwe stoffen ontstaan.


Er zijn drie kenmerken:

  1. beginstoffen verdwijnen
  2. reactieproducten ontstaan
  3. onomkeerbaar

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een chemische reactie

Begrippen (kennenlijst):

Beginstof: een stof die je voor de reactie hebt

Reactieproduct: een stof die ontstaat bij een reactie

chemie: ander woord voor scheikunde 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een fase overgang, een verbranding en een ontleding

Bij veel scheikundige reacties wordt warmte gebruikt om de reactie tot stand te brengen.


Als je stoffen verwarmt kunnen er drie dingen gebeuren:

  1. de fase verandert
  2. de stof verbrandt
  3. de stof ontleedt 

Slide 8 - Tekstslide

Ontleden: geef de 3 verschillende soorten.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een fase overgang, een verbranding en een ontleding

Bij veel scheikundige reacties wordt warmte gebruikt om de reactie tot stand te brengen.


Als je stoffen verwarmt kunnen er drie dingen gebeuren:

  1. de fase verandert
  2. de stof verbrandt
  3. de stof ontleedt 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een reactieschema

Bij een reactieschema maak je een overzicht van wat er met de stoffen gebeurt tijdens een reactie. (De stoffen veranderen).


Een reactieschema bestaat uit twee delen, gescheiden door een pijl.



Slide 11 - Tekstslide

Wat is een reactieschema

Deel 1 zijn de beginstoffen (begin stof is de stof die voor de reactie aanwezig is en gaat reageren)


Deel 2 zijn de reactieproducten (een reactieproduct is een stof die bij de reactie ontstaat)


NB in het schema komen alleen stoffen te staan en geen handelingen.


Slide 12 - Tekstslide

Wat is een reactieschema

Beginstof(fen)   --->  Product(en)


Voorbeeld: ontleden van water:


Water  --> waterstof en zuurstof

Slide 13 - Tekstslide

Reactievergelijking 

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn verbrandingsproducten

Een voorbeeld van een chemische reactie is een verbranding.

Een verbranding is altijd een reactie met zuurstof (O2).


Bij een verbranding verdwijnt de beginstoffen (de brandstof en het zuurstof) en er ontstaan nieuwe stoffen (as, roet, rook, ...)

de stoffen die ontstaan (de reactieproducten) worden ook verbrandingsproducten genoemd.

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn organische stoffen

Organische stoffen zijn stoffen die afkomstig zijn van een (levend  of dood) organisme, meestal zijn dit eiwitten, vetten of koolhydraten.


De organische stoffen bestaan voor het grootste deel uit koolstof-atomen en waterstof-atomen. Daarom noemen we ze ook vaak koolwaterstoffen.


Slide 16 - Tekstslide

Quizvragen

Neem je telefoon (of je laptop) er bij.

Ga naar lesson-up (leerling) en type de code in.

gebruik je eigen naam.


Let op per vraag heb je 20 seconde de tijd dus moet je snel reageren.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de formule van water
A
W2Z
B
H2O
C
O2H
D
HO

Slide 18 - Quizvraag

Is het smelten van ijs een scheikundige reactie?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Is het verbranden van benzine een scheikundige reactie?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Wat moet er ontstaan bij een chemische reactie
A
nieuwe stof(fen)
B
niets
C
vuur

Slide 21 - Quizvraag

Voor een verbranding is warmte nodig. Staat de warmte ook in het reactieschema
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Bij het verbranden komt vuur vrij. Staat het vuur ook in het reactieschema?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Aardolie is ontstaan doordat planten heel lang geleden onder de aarde zijn gaan rotten.
Is aardolie een organische stof?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Koemelk is afkomstig van een koe.
Is koemelk een organische stof?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

IJzererts komt uit de grond en is de grondstof voor ijzer. Is ijzererts een organische stof?
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quizvraag

Koperoxide heeft de formule CuO.
is koperoxide een koolwaterstof?
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quizvraag

Bij de reactie van ijzeroxide (FE2O3) met koolstof ontstaat ijzer en koolstofdioxide.
Geef de reactievergelijking van deze reactie

Slide 28 - Open vraag

de reactievergelijking

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Kennenlijst
  • Wat is een chemische reactie
  • Wat is het verschil tussen een fase overgang, een verbranding en een ontledeing
  • Wat is een reactieschema
  • Wat zijn verbrandingsproducten
  • Wat zijn organische stoffen

Slide 31 - Tekstslide

Maak de reactievergelijking
kloppend
timer
4:00

Slide 32 - Open vraag

Wat klopt er niet aan deze reactievergelijking?

Slide 33 - Open vraag

Maak deze vergelijking kloppend

Slide 34 - Open vraag

maak de reactievergelijking kloppend

Slide 35 - Open vraag


Reactievergelijkingen kloppend maken

Slide 36 - Open vraag

Maak de volgende reactievergelijking kloppend:

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Tekstslide

Huiswerk

Maken van de vragen van paragraaf 4.1


Leren paragraaf 4.1

Doornemen kunnenlijst paragraaf 4.1

Maken samenvatting of mindmap paragraaf 4.1


Slide 39 - Tekstslide

Starter for "Ten"

Neem voor je, je BINAS, een schrift, een pen.

Ga de volgende opdrachten maken, werk alleen en rustig.

De antwoorden staan op de laatste dia.

  1. Zoek op in je BINAS het symbool en het massagetal voor de volgende elementen: waterstof, zuurstof, koolstof, natrium, chloor, ijzer, goud en koper.
  2. Noteer de formule van de volgende stoffen: Water, methaan, koolstofdioxide, zuurstof gas, zwaveltrioxide, stikstofmonooxide, alcohol (= ethanol)

Slide 40 - Tekstslide

Starter for "Ten" Antwoorden

-1- Zoek op in je BINAS het symbool en het massagetal voor de volgende elementen: waterstof, zuurstof, koolstof, natrium, chloor, ijzer, goud en koper.

  • H 1,0; O 16,0; C 12,0; Na 23,0; Cl 35,5; Fe 55,8; Au 197,0; Cu 63,5

-2- Noteer de formule van de volgende stoffen: Water, methaan, koolstofdioxide, zuurstof gas, zwaveltrioxide, stikstofmonooxide, alcohol (= ethanol)

  • H2O ; CH4 ; CO2 ; O2 ; SO3 ; NO ; C2H6O

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video