Johan de Witt Scholengroep
‹Terug naar zoeken

Les 9 "Grammatik: haben, sein en werden in de verleden tijd"

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
0. Huiswerk
1. SO bespreken
2. Leerdoelen
3. Grammatik
"haben", "sein" en "werden"     in de verleden tijd


Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk gemaakt?
D: Lesen
Lees "Stadtmensch oder Landei" op blz. 22, 23 en 24
Maak opdracht 16 a, b en c.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe was het SO?
Wat was makkelijk, wat moeilijk?

Slide 4 - Woordweb

Leerdoelen
Dit kan je aan het einde van deze les:

  • Je kunt de werkwoorden "haben", "sein" en "werden" in de verleden tijd vervoegen.






Slide 5 - Tekstslide

Vervoeg het werkwoord  "sein"
bin
bist
ist
sind
seid
sind
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie

Slide 6 - Sleepvraag

Vervoeg het werkwoord  "haben"
habe
hast
hat
haben
habt
haben
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie

Slide 7 - Sleepvraag

Vervoeg het werkwoord  "werden"
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie

Slide 8 - Sleepvraag

"haben", "sein" en "werden" in de verleden tijd
Overzicht op blz. 27
Aan de slag
Maak de volgende opdrachten:
Opdracht 21 op blz. 27
Opdracht 23 op blz. 28

Slide 9 - Tekstslide

Maak nu zelfstandig een zin met "sein", "haben" of "werden" in de verleden tijd!

Slide 10 - Woordweb

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 11 - Woordweb

Wat gaan we volgende keer doen?

Grammatik

Zwakke werkwoorden in de verleden tijd

Slide 12 - Tekstslide