Meloen smoothie 24/25

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Welkom!

Startklaar 

•    Stop je telefoon in het zakkie en in je tas
  

       Ruim je tas en jas op bij de kapstok

       Pak een koksbuis en haarnetje

       Maak een sopje voor je werkbank

       Alles gedaan, ga je zitten

      

Meloensmoothie maken

Lesdoelen

• Je kan uitleggen waarom het belangrijk is dat je fruit wast.
• je kunt uitleggen waar een smoothie van gemaakt is.
• je kunt de materialen benoemen die we nodig hebben voor een smoothie.

Theorie

Wat weet jij over smoothies?

Smoothie

Smoothie= de basis van een smoothie is altijd fruit (vers of ingevroren), vaak met yoghurt.

Rijp fruit= Rijp fruit bevat meer suikers en zijn zachter. Door rijp te gebruiken krijgt je smoothie een zoetere smaak.

Waarom is het lekkerder om rijp fruit te gebruiken?

Waar vind je een bacterie/virus/schimmel?

Theorie

Hard fruit: bomen ==> appel en peer

Zacht fruit: snel eten, koelkast ==> aardbei, framboos

Steenfruit: harde pit ==> olijf, kers, pruim

Citrusfruit: schil ruikt, persen, pellen of schillen

==> sinaasappel, limoen, citroen

Tropisch fruit: Evenaar, schillen, onrijp geplukt ==> 

meloen, banaan, mango, ananas

Vaktaal

Schillen = het verwijderen van de schil van bv. aardappels, groente of fruit

Hard fruit = groeit aan bomen (appel, peer)

Tropisch fruit = Evenaar, schillen, onrijp geplukt

(meloen, banaan, mango, ananas)

Maak in een drietal een poster over 1 fruitsoort

Hard fruit: bomen 

Zacht fruit: snel eten, koelkast 

Steenfruit: harde pit 

Citrusfruit: schil ruikt, persen, pellen of schillen

Tropisch fruit: Evenaar, schillen, onrijp geplukt 

Op de poster komt terug

- Maak een duidelijke titel.

- Welk fruit hoort bij deze soort?

- Hoe groeit het fruit? (boom, struik, onder de grond)

- Waar groeit het fruit? (bv. Europa, Afrika, warm, koud)

- Hoe moet je het fruit bewaren? (Koelkast, fruitmand)

- Hoe wordt het fruit geoogst? (rijp, niet rijp) 

- Noem drie gerechten wat je van het fruit kan maken.

- Zorg voor minimaal twee plaatjes.

Voorbereiding

We gaan een kleine fruitsalade maken. 

We gaan met de volgende 4 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

emmer sop

1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

materialen

- Koksmes 
- Snijplank

- Matje onder snijplank

materialen

- citruspers

- blender

- maatbeker

- afvalbakje/bekken

Ingrediënten 

• 150 gr galiameloen
• 
  
• 150 gr watermeloen 
• 
  
• 1/2 limoen

Stap 1

Pers het sap uit de limoen en doe de sap in je bekken.

Werkvolgorde

5. Pers het sap uit de limoen en doe de sap in je bekken.

6. Schil de meloen en verwijder de pitjes.

7. Snijd het vruchtvlees in stukjes.

8. Verzamel al je ingrediënten in een bekken.

9. Doe alle ingrediënten in de blender.

10. Pureer het geheel.

11. Schenk de smoothie in 2 glazen.

12. Ruim je werkplek en materialen netjes op.

13. Controleer je werkbank of alles gedaan is.

14. Geniet ervan. Kritieke punten

10. zorg er voor dat de deksel goed op de blender zit voordat je hem aanzet.

Stap 2

Stap 3

Snijd de schil van de watermeloen.

Snijd de watermeloen in blokjes van 2 x 2 cm.

Stap 4

Snijd de halve perzik in 10 stukjes.

Stap 5

Schep het fruit door elkaar. 

VOORZICHTIG

Stap 6

Schep het fruit in het kommetje. 

Afronden

Na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

Je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

Maak je werkblad schoon.

stap 3

Maak het fornuis schoon.

stap 4

Veeg en/of dweil de vloer. 

extra taak:

• vloer vegen
• vloer dweilen
• kruidenkar
• oven schoonmaken
• temperatuur
• werkbank raam
• tafel schoonmaken
• wasbak 1

extra taak:

• wasbak 1
• wasbak 2
• wasbak 3
• wasbak 4
• producten afdekken/stickeren
• bovenkast
• kopkasten

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Hoe smaakte de smoothie?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat ga je de volgende keer anders doen?

Wat heb je geleerd deze les? Noem minimaal 1 ding.

Noem 3 momenten waarop jij je handen moet wassen