In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Wat zijn tekstverbanden en signaalwoorden?
Aan het eind van deze les ken je minimaal vier verbanden met de bijbehorende signaalwoorden.
De theorie staat in de paragraaf zakelijk lezen. Je kunt via de knop " toon meer theorie" alles lezen over tekstverbanden en signaalwoorden. (par. 5.5)
Je hebt ook aantekeningen in leswijs maken: klik op aantekeningen en kies voor de bijbehorende paragraaf. (korte uitleg hierover!)
- opsommingen
- tegenstelling
- reden / verklaring
- oorzaak en gevolg
Een voetbalteam bestaat uit: een keeper, verdedigers, middenvelders, aanvallers, een coach, wisselspelers en een verzorger.
Signaalwoorden zijn:
ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, ten slotte, en.
Maar ook: dubbele punt (:); liggende streepjes (-); getallen (1,2,3); dots.
Vanmorgen moest ik vroeg opstaan, maar morgen kan ik uitslapen.
Signaalwoorden zijn:
tegenover, maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant...aan de andere kant.
Je kunt veel verschillende soorten sporten noemen. Denk bijvoorbeeld aan wintersport.
Signaalwoorden zijn:
bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou, onder andere.