Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Johan de Witt Scholengroep
‹
Terug naar zoeken
Kader 3 - 3.2
wat is chartaal geld?
A
credtitcard
B
ruilmiddel
C
munten en biljetten
D
spaarmiddel
1 / 10
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
In deze les zitten
10 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
wat is chartaal geld?
A
credtitcard
B
ruilmiddel
C
munten en biljetten
D
spaarmiddel
Slide 1 - Quizvraag
Wat zijn de drie functies van geld?
A
Rekenmiddel, ruilmiddel en spaarmiddel
B
Ruilmiddel, betaalmiddel en spaarmiddel
C
Spaarmiddel, rekenmiddel en oppotmiddel
D
Spaarmiddel, rentemiddel en ruilmiddel
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een spaardeposito?
A
Een rekening waarop geld staat waar je altijd bij kan als je het nodig hebt.
B
Een rekening waarop het geld voor een afgesproken tijd vast staat tegen een vaste rent.
C
Dit is een ander woord voor variabele rente.
D
Dit is een ander woord voor vaste rente.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is geen spaarmotief?
A
Voorzorg
B
Doel
C
Vakantie
D
Rente
Slide 4 - Quizvraag
Welke spaarmotieven zijn er dus?
A
Sparen voor een doel
B
Sparen voor je pensioen
C
Sparen voor rente
D
Sparen uit voorzorg
Slide 5 - Quizvraag
Vraag 8: William heeft € 350 op een spaarrekening gezet. Het rentepercentage is 2,7%. Wat is het rentebedrag na 5 jaar?
A
€ 9,45
B
€ 9,59
C
42,75
D
€ 47,25
Slide 6 - Quizvraag
Welke spaarmotieven zijn er dus?
A
Sparen voor een doel
B
Sparen voor je pensioen
C
Sparen voor rente
D
Sparen uit voorzorg
Slide 7 - Quizvraag
Door de inflatie kan ik...
A
meer besteden
B
minder besteden
Slide 8 - Quizvraag
Wat is inflatie?
A
Algemene stijging van de prijzen
B
Een stijging van de koopkracht
C
Hetzelfde als deflatie
D
Een daling van de koopracht
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het gevolg van inflatie voor je spaargeld?
Slide 10 - Open vraag