Johan de Witt Scholengroep

Engels Vooraf Thema 8 'Geld' les 1

 LES begrijpend lezen 
 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 LES begrijpend lezen 
 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
       
     Stop je telefoon in je zakkie en leg het op tafel. 
      Daarna gaat het in je tas!
     
     EN EEN PEN UIT JE TAS 
       
      
timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
Ken jij verschillende woorden/thermen in het Engels over geld.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Engels Vooraf Thema 8 'Geld' les 1

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk Engels woord ken je dat 'geld' betekent? (Niet het woord 'money')

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk Engels woord ken je dat 'geld' betekent?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

lenen
A
borow
B
lean
C
leaning
D
borrow

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat haal je uit een geldautomaat?
A
cash
B
cash apparat
C
hole in the wall
D
ca- tshing

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


  cheap
            tips
            free
          coins

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ontvang je als je hebt betaald?
A
recipe
B
receipt
C
respite
D
rembours

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Betaalde jij?
A
You payed?
B
Did you pay?
C
You sold?
D
Did you sell?

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet je hoeveel geld ze heeft?
A
How much money has she?
B
Do you know how much money she has?
C
How much cash does she have?
D
Does she have much money?

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun ik wat geld lenen?
A
You lend me some money?
B
Can I lend some money?
C
Can I borrow some money?
D
I borrow some money?

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort niet in de rij?
tip - receipt -pocket money- change
A
tip
B
receipt
C
pocket money
D
change

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk het volgende filmpje.
Luister naar de instructie.
Ga nu zelf aan de slag, wie wil als eerste aan de beurt zijn?


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies