werkwoord vervoegen A1
Wat is goed?
A
De man heeft een nieuwe jas.
B
De man heft een nieuwe jas.
1 / 20
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Wat is goed?
A
De man heeft een nieuwe jas.
B
De man heft een nieuwe jas.
Slide 1 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Mijn zusjes bent thuis.
B
Mijn zusjes zijn thuis
Slide 2 - Quizvraag
Wat is goed?
A
De cursisten schrijfen.
B
De cursisten schrijven.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is goed?
A
De vrouw zecht niets.
B
De vrouw zegt niets.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Hij woont in Drachten.
B
Hij wont in Drachten
Slide 5 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Mijn familie komen op visite.
B
Mijn familie komt op visite
Slide 6 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Wanneer gat u naar huis?
B
Wanneer gaat u naar huis?
Slide 7 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Ik ben 20 jaar getrouwd.
B
Ik heb 20 jaar getrouwd.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Ik ben 2 kinderen.
B
Ik heb 2 kinderen.
Slide 9 - Quizvraag
Mijn buren .......... naast me.
A
woont
B
woon
C
woonen
D
wonen
Slide 10 - Quizvraag
De trein .......... over tien minuten.
A
kom
B
komt
C
koomen
D
komen
Slide 11 - Quizvraag
De docent ........... op het bord.
A
schrijf
B
schrijft
C
schrijven
Slide 12 - Quizvraag
De kinderen ........... heel stil.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn
Slide 13 - Quizvraag
jij ........ vandaag twee keer les.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben
Slide 14 - Quizvraag
De mensen ........... dat ik hier niet mag zitten.
A
zeg
B
zegt
C
zeggen
Slide 15 - Quizvraag
Mijn raam is stuk.
Ik bel de....
Ik bel de....
A
loodgieter
B
glaszetter
C
stukadoor
D
timmerman
Slide 16 - Quizvraag
Mijn afvoer is lek.
Ik bel de....
Ik bel de....
A
loodgieter
B
glaszetter
C
stukadoor
D
timmerman
Slide 17 - Quizvraag
Er zit een gat in mijn muur.
Ik bel de.....
Ik bel de.....
A
loodgieter
B
glaszetter
C
stukadoor
D
timmerman
Slide 18 - Quizvraag
Mijn deur is kapot.
Ik bel de....
Ik bel de....
A
loodgieter
B
glaszetter
C
stukadoor
D
timmerman
Slide 19 - Quizvraag
Ik vind deze quiz.......
😒🙁😐🙂😃