Johan de Witt Scholengroep

Herhalen toetsweek begrippen H1

Herhalen toets week begrippen H1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Herhalen toets week begrippen H1

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een budget?
A
Bedrag dat je spaart
B
Het geld waarover je kunt beschikken
C
Overzicht van al je inkomsten

Slide 2 - Quizvraag

Wat is geen dienst?
A
Knipbeurt bij de kapper
B
bioscoopbezoek
C
economie les
D
een pan soep voor je oma

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn diensten?
A
Tastbare producten
B
NIET tastbare producten

Slide 4 - Quizvraag

Is dit een goed of een dienst?
A
Goed
B
Dienst

Slide 5 - Quizvraag

Is dit een goed of een dienst?
A
Goed
B
Dienst

Slide 6 - Quizvraag

Vaste lasten
A
Zijn plotselinge uitgaven
B
Zijn regelmatige uitgaven
C
Zijn bijvoorbeeld boodschappen

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn GEEN vaste lasten?
A
Wekelijkse brood kopen bij de bakker.
B
Telefoonabonnement
C
Lidmaatschap voetbal
D
Huur

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een vaste last?
A
De huur
B
Melk voor het ontbijt
C
Bioscoopkaartje
D
Dagje pretpark

Slide 9 - Quizvraag

Mensen hebben behoeften. Wat zijn behoeften?
A
Goederen
B
Diensten
C
Geld
D
Alles wat je nodig hebt of graag wilt

Slide 10 - Quizvraag

Sociale beïnvloeding is
A
De invloed van fabrikanten op wat jij koopt
B
De invloed van winkeliers op wat jij koopt
C
De invloed van vrienden op wat jij koopt

Slide 11 - Quizvraag

Commerciële beïnvloeding:
A
is beïnvloeding door reclame en verkopers op je koopgedrag.
B
is beïnvloeding door familie, vrienden en bekenden op je koopgedrag.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen commerciële beïnvloeding
A
Coca Cola reclame
B
Jumbo sponsert wielrennen
C
Je neef adviseert je Adidas schoenen te kopen
D
Je mag gratis Fristi proeven in winkelcentrum

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een begroting?
A
een overzicht van uitgaven
B
overzicht van inkomsten
C
het op elkaar afstemmen van uitgaven en inkomsten
D
overzicht van verwachte uitgaven en inkomsten

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een overige behoefte?
A
Rijtjeshuis
B
Villa met zwembad

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een vergelijkend warenonderzoek?

Slide 16 - Open vraag

Geld van de overheid is
A
loon
B
salaris
C
uitkering

Slide 17 - Quizvraag

Stel je werkt bij een supermarkt.
Hoe heet het soort inkomen dat je krijgt van je baas?

Slide 18 - Open vraag


Een product dat bij gewoon gebruik een redelijk tijd meegaat.
Hoe noem je dit?

Slide 19 - Open vraag


Hoe noem je de groep mensen voor wie een product of boodschap voor bedoeld is ?
A
jongeren
B
doelgroep

Slide 20 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van zelfvoorziening.

Slide 21 - Open vraag

Consumeren is …
A
Een bedrag opzijleggen voor een latere grote aankoop
B
het kopen van goederen of diensten

Slide 22 - Quizvraag