Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Johan de Witt Scholengroep
‹
Terug naar zoeken
Capitulo 3 - repaso V1B
Hoy, el 12 de enero...
Lesdoelen:
In deze digitale les herhaal je de grammatica van Capítulo 3 van Paso Adelante 3:
- bijvoeglijke naamwoorden
- werkwoord TENER
- getallen 20 -100
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoy, el 12 de enero...
Lesdoelen:
In deze digitale les herhaal je de grammatica van Capítulo 3 van Paso Adelante 3:
- bijvoeglijke naamwoorden
- werkwoord TENER
- getallen 20 -100
Slide 1 - Tekstslide
Bijvoeglijke naamwoorden
Hoe zit het ook al weer?
Lees eerst de uitleg over het bijvoeglijk naamwoord op blz 80-81 van Paso Adelante tekstboek
OF: kijk naar het filmpje op de volgende slide
Zijn de regels duidelijk, ga dan naar de vragen op de slides na het uitlegfilmpje!
BIjvooeglijk naamwoorden passen zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het juiste bijvoeglijk naamwoord:
Tengo una guitarra ................ (bonito)
A
bonito
B
bonita
C
bonitos
D
bonitas
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het juiste bijvoeglijk naamwoord:
Juan es muy .... (guapo)
A
guapo
B
guapa
C
guapos
D
guapas
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het juiste bijvoeglijk naamwoord:
Tiene los ojos ...... (azul)
A
azul
B
azula
C
azules
D
azulas
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het juiste bijvoeglijk naamwoord:
María es una chica muy ........... (elegante).
A
elegante
B
eleganta
C
elegantes
D
elegantas
Slide 8 - Quizvraag
Welke bijvoeglijke naamwoorden hebben dezelfde mannelijke en vrouwelijk vorm?
dezelfde vorm voor mannelijk en vrouwelijk
grande
común
azul
bonito
demasiado
poco
simpático
Slide 9 - Sleepvraag
Welke woorden zijn GEEN bijvoeglijk naamwoord?
Geen Bijv. nw.
tú
el niño
somos
bonito
demasiado
poco
inteligente
Slide 10 - Sleepvraag
Wat is de juiste vertaling van:
Hoe heet je vader?
A
Como se llama tu madre?
B
Como se llama tu padre?
C
Como se llama tu hermano?
D
Como se llama tu abuela?
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de juiste vertaling van:
Waar is de badkamer?
A
donde está la cocina?
B
donde está el comedor?
C
donde está el dormitoiro?
D
donde está el baño?
Slide 12 - Quizvraag
Hoe zegt je in het Spaans?
We hebben twee neefjes.
A
Tenemos dos hermanos
B
Tenemos dos primas
C
Tenemos dos primos
D
Tenemos dos tios
Slide 13 - Quizvraag
Hoe zegt je in het Spaans?
Mijn zus is 12 jaar.
A
Mi hermano tiene 12 años
B
Mi hermana tiene 12 años
C
Mi prima tiene 12 años
D
Mi primo tiene 12 años
Slide 14 - Quizvraag
Welke vervoeging is correct?
Yo soy Clara y …………………….. 14 años
A
Tienes
B
tiene
C
tenemos
D
tengo
Slide 15 - Quizvraag
Welke vervoeging is correct?
Susana y yo .............. 15 años.
A
tenemos
B
tienen
C
tengo
D
tienes
Slide 16 - Quizvraag
Welke vervoeging is correct?
Mi hermana ....... el dormitorio más grande de la casa
A
tenemos
B
tiene
C
tengo
D
tienes
Slide 17 - Quizvraag
Hoe schrijf je in getallen:
setenta
Slide 18 - Open vraag
Hoe schrijf je in getallen:
diecinueve
Slide 19 - Open vraag
Hoe schrijf je in getallen:
sesenta y uno
Slide 20 - Open vraag
Hoe schrijf je in getallen:
veintitrés
Slide 21 - Open vraag
Hoe schrijf je in getallen:
cincuenta y nueve
Slide 22 - Open vraag
HAS LLEGADO AL FIN...
Slide 23 - Tekstslide