Johan de Witt Scholengroep

Blok 2 week 2 deel 2 kaas uienbrood

Welkom!
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide


Kaas uienbrood

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je vorige week gemaakt?

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de hoofdingredienten van brood?

Slide 4 - Open vraag

Noem de 4 stappen van brood maken in de juiste volgorde

Slide 5 - Open vraag

lesdoelen
  • Je kan deeg tot een deegbal kneden en een vliesje trekken
  • Je weet het verschil tussen grootbrood en kleinbrood

Slide 6 - Tekstslide

Groot brood
Weegt meer dan 100 gram per stuk
Weegt gemiddeld 800 gram



Klein brood
Weegt minder dan 100 gram per stuk


Slide 7 - Tekstslide

theorie brood
Rijzen = het volume van het brooddeeg neemt toe 
  • Er komt lucht in het deeg
  • het deeg wordt groter
  • door middel van een rijsmiddel (gist)

Slide 8 - Tekstslide

Opdrachten
Maak opdracht 1, 2 en 3

Slide 9 - Tekstslide

vaktaal
Groot brood= brood dat meer dan 100 gram weegt
Klein brood= brood dat minder dan 100 gram weegt
Verticaal= Boven naar beneden
Bestuiven= klein beetje bloem op de werkbank doen
Papje=

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

voorbereiding
1. Keuken hygienisch schoon maken
2. Materialen verzamelen
2. Ingredienten verzamelen

Slide 12 - Tekstslide

Voorbereiding koken
1. Handen wassen 20 sec.
2. Koksbuis aantrekken
3. Haarnetje op
4. Emmer met sop 
5. Werkbank schoonmaken

Slide 13 - Tekstslide

emmer sop
1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Slide 14 - Tekstslide

materialen
Deegkrabber
Groene snijplank
Koksmes
Deegroller

Slide 15 - Tekstslide

Ingredienten
700 gram bloem
10 gram zout
1 zakje gram gist
400 ml lauwwarm water
3 uien
150 gram geraspte kaas

Slide 16 - Tekstslide

uitvoeren
je gaat nu het kaas uienbrood maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Slide 17 - Tekstslide

Stap 1
Verwarm de oven voor op 200 C

Slide 18 - Tekstslide

Stap 2
Stort de bloem op je werkbank

Maak een cirkel van de bloem

Slide 19 - Tekstslide

Stap 3
In de cirkel: water en gist

Buiten de cirkel: zout
Water
Gist
Zout

Slide 20 - Tekstslide

Stap 4
Draai rondjes in de cirkel en neem steeds wat bloem mee

Slide 21 - Tekstslide

Stap 5 
Er ontstaat een papje

Ga door zodat er een deeg ontstaat

Kneed het deeg 10 minuten

Slide 22 - Tekstslide

Stap 6
Dek het deeg af met folie

Laat 30 minuten rijzen

Slide 23 - Tekstslide

Stap 7
Snijd de uien verticaal door

Verwijder de schil

Snijd de uien in dunne ringen

Slide 24 - Tekstslide

Stap 8
Verdeel het brooddeeg in 2 gelijke stukken

Gebruik de weegschaal

Slide 25 - Tekstslide

Stap 9
Bestuif de werkbank met een beetje bloem

Rol het deeg uit tot een lange lap en leg deze op het bakpapier

Laat even rusten

Slide 26 - Tekstslide

Stap 10
Beleg het deeg met uien

Bestrooi het deeg met geraspte kaas

Slide 27 - Tekstslide

Stap 11
Bak het kaas uienbrood in 25 minuten af in de oven

Serveer lauwwarm

Eet smakelijk!

Slide 28 - Tekstslide

afronden
na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

Slide 29 - Tekstslide

stap 1
Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

stap 2
maak je werkblad schoon

Slide 32 - Tekstslide

stap 3
Maak het fornuis schoon

Slide 33 - Tekstslide

stap 4
veeg en/of dweil de vloer. 

Slide 34 - Tekstslide

Nabespreken
kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 
zijn er ook dingen die je anders zou doen?
antwoord dit op de volgende slides

Slide 35 - Tekstslide

Maak een foto van het resultaat

Slide 36 - Open vraag

Hoe smaakte het gerecht?
A
lekker
B
niet lekker
C
een beetje lekker
D
ik heb het niet geproefd

Slide 37 - Quizvraag

Wat betekent de werkbank bestuiven?

Slide 38 - Open vraag

Groot brood weegt altijd 800 gram
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quizvraag

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Slide 40 - Open vraag