Ster in lezen B blz. 19

• NT2
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Je mag niet praten!

Je moet zelf leren!

Het moet in jouw hoofd!

Welke zinnen zijn goed?

1. Ik ben kort.
2. Ik ben lang.
3. Het haar is kort .
4. Ik ben klein.

Welke zinnen zijn goed?

1. Ik houd kleur.
2. Ik hou kleur.
3. Ik houd van kleur.
4. De kleur is blauw.

Welke zin is goed?

1. Ik heb in mij huis regels.
2. Ik heb regels in mijn huis.

Welke zin is goed?

1. Het gedicht moeilijk.
2. Het gedicht is moeilijk.
3. Het gedicht moeilijk is.

Wat is geur?

1. Ik ruik de bloem.
2. Ik eet de bloem.

Wat betekent smaak?

1. Ik smaak het snoep.
2. Ik eet de snoep.
3. Ik proef de snoep.

Wat betekent smaak?

1. De pizza smaken vies.
2. De pizza ruikt vies.
3. De pizza smaakt lekker.

Welke zin is goed?

1. deze zin is goed.
2. Deze zin is goed
3. Deze zin is goed.
4. Dezezin is goed

  .

Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.

Hoofdletter = E

punt = .

Laatste

1. Dit is een laatste keer.
2. Dit is laatste keer.
3. Dit laatste keer.
4. Dit is de laatste keer.

1. Jij denkt dat ik van je hou.
2. Jij denkt dat ik houd van jou.

1. de kleur van de deur is rood.
2. De kleur van deur is rood.
3. De kleur van de deur is rood.

1. Mij telefoon is kapot.
2. Mijn telefoon is kapot.
3. Jouw telefoon is kapot.
4. Jou telefoon is kapot.

1. Ik moet naar de wc.
2. Ik moet naar wc gaan.

Welk is goed?

1. Heb je telefoon nodig bij de klas.
2. Je hebt je telefoon nodig bij de klas.