Johan de Witt Scholengroep

Les 1: Kennismaking les

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: les en absentie
B. Inloggen:  Lessonup & Quizlet
C. Doornemen: PTO periode 1
D. Doornemen: Woordenschat VOC B
E. Afsluiting 



Después de la clase...
  • Heb je toegang tot de klas in lessonup en Quizlet.
  • Heb je kennis van de woordenschat uit VOC B 
  • Weet je welke lesstof je moet kennen voor periode 1. 



 

Los deberes para la próxima clase:
Leren: Vocabulario B pagina 52
Lezen:  Texto -Dos tipos de look
Maken: Opdracht b pagina 13


Lesprogramma

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

PTO programma

  • Lesstof periode 1: 
Grammatica
Vocabulario
Complmento indirecto
Complmento directo
El futuro
El imperativo
Vocabulario BCD
Lenguateca 

Slide 5 - Tekstslide

LessonUp
- Om lessen terug te kijken
- Om toetsen te maken

Ga naar LessonUp:


LessonUp

Slide 6 - Tekstslide

LessonUp
1. Registreer je met je e-mailadres
2. Vul de klassencode in (bij: code invoeren)

Klassencode:  nzyrp



Slide 7 - Tekstslide

Wat weet/ken nog je over de Spaanse taal?

Slide 8 - Woordweb

Bron B pagina 52

Slide 9 - Tekstslide

1.  Lleva puesto una falda y un jersey de lana.
2.Ella asistió a la boda con vestimenta elegante.
3.¿Vamos a encontrar muchas rebajas en la tienda?
4.No fue mi intención.


1. Lleva puesto una falda y un jersey de lana.
2.Ella asistió a la boda con vestimenta elegante.
3.¿Vamos a encontrar muchas rebajas en la tienda?
4.No fue mi intención.
5. Vamos a ganar el partido.
6.No quiero señalar a nadie.
7. No quiero gastar dinero en tonterias. 
8. Voy a reservar una habitación en el hotel.
Opdracht 1: Zoek de betekenissen op van de woorden die dikgedrukt zijn.         Gebruik pagina 52. 

Slide 10 - Tekstslide

1.  Lleva puesto una falda y un jersey de lana.
2.Ella asistió a la boda con vestimenta elegante.
3.¿Vamos a encontrar muchas rebajas en la tienda?
4.No fue mi intención.


1.  Compré unos spijkerbroek Levi's originales en Rotterdam.
2.el hijo es de schaamte de su familia
3.Vamos a aplicar un nueva estrategia para obtener mejores resultados.
4.las últimas tendencias de la moda.
5.Cada cliente debe poseer un pasaporte válido para entrar en Turquía.


Opdracht 1: Zoek de betekenissen op van de woorden die dikgedrukt zijn.         Gebruik pagina 52. 

Slide 11 - Tekstslide


Wat heb je van 
deze les geleerd?

Slide 12 - Open vraag

Huiswerk
Los deberes:
Leren: Vocabulario B pagina 52 pagina 
Lezen: Texto -Dos tipos de look
Maken: Opdracht b pagina 13



Slide 13 - Tekstslide


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Slide 15 - Tekstslide