H5 BSM Les 7 periode 2 Sprint (oefenvragen 2.1, 2.2 en 2.4.

• Lichamelijke opvoeding
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Startklaar

- Laptop en map op tafel.

- Jassen en tassen weg.

- Telefoon in je zakkie.

- Rustig praten met je buurman/buurvrouw mag maar niet met andere.

Aan de slag

Leerdoelen

Oefenvragen hfdst 2.1, 

2.2 en 2.4.

Als je een halve competitie speelt met 4 teams hoe vaak speel je dan met jouw team?

1. 4
2. 5
3. 3
4. 8

En hoeveel wedstrijden speel je met een hele competitie bij 4 teams?

1. 3
2. 6
3. 8
4. 4

Welke volgorde van communicatie is correct?

1. Medium - ontvanger - boodschap - zender
2. Zender - medium - boodschap - ontvanger
3. Zender- ontvanger - medium - boodschap
4. zender - boodschap - medium - ontvanger

Uiterlijk bepaald voor een heel groot deel hoe mensen over je denken

1. Waar
2. Niet waar

Het uitwisselen van informatie staat bij BSM ook wel bekend als:

1. Communisme
2. Sharing
3. Delen
4. Communicatie

Waar of niet waar:
ALLE communicatie die gebruikt maakt van taal is verbale communicatie

1. Waar
2. Niet waar

Bij een knock-out systeem mag je hoe vaak verliezen om kans te maken op de finale?

1. 3
2. 2
3. 1
4. o

Hoe sta je er tot nu toe voor? Wat denk jij na het beantwoorden van deze vragen?

Je gezichtsuitdrukkingen vertellen een bepaald verhaal namelijk:

1. Kennis
2. Emoties
3. Warmte
4. Tijdsplanning

In menselijke communicatie kan non-verbale nooit een doorslag geven bij een beslissing.

1. Waar
2. Niet waar

Welk onderdeel hoort niet bij non-verbale communicatie?

1. Portofoon gebruik
2. Kleding
3. Koekjes
4. Lichaamshouding

Stemgebruik werkt bij communicatie, welke vorm wordt als ervaren als een zekere en kalme stem?

1. Hees
2. Vibrerend
3. Een lage toon
4. Een pauze na elk woord

Groepsvorming kent meerdere fases. De eerste fase is:

1. Forming
2. Storming
3. Preforming
4. Adjourning

Laissez-Faire is een:

1. Autoritaire leider
2. Consulterende leider
3. Democratische leider
4. Geen van 3.

Hoe sta jij er voor?

Een tip om te doen alsof je goed luistert is?

1. Achterover leunen.
2. In een schrift schrijven.
3. Zacht fluisteren.
4. Af en toe ja knikken.

In de leiderschapslijn autoritair naar democratisch valt de consulterende leiderschap ...

1. In het midden
2. Boven autoritair
3. Onder democratisch
4. Heeft er niks mee te maken.

De mening van de groep is belangrijk maar ten opzichten van de individu bepaalt de leider altijd.

1. Autoritair
2. Consulterend
3. Democratisch
4. Laissez- Fair.

Vragen?