Johan de Witt Scholengroep

4 KB - H7+8 Stoffen en Materialen - oefeningen

Deze twee blokken hebben een gelijke massa maar een ander volume.

Welk blok heeft de grootste dichtheid?
A
Blok 1
B
Blok 2
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
1 / 25
volgende
Slide 1: Quizvraag
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deze twee blokken hebben een gelijke massa maar een ander volume.

Welk blok heeft de grootste dichtheid?
A
Blok 1
B
Blok 2
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk

Slide 1 - Quizvraag

Deze twee blokken hebben een gelijke massa maar een ander volume.

De beide blokken hebben een even groot grondoppervlak.
Van welk blok is de druk op het tafelblad het grootst?
A
Blok 1
B
Blok 2
C
De druk op het tafelblad is bij beide blokken is gelijk

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hans en Anneke gaan een nieuwe keuken kopen. Ze zijn ook op zoek naar een nieuw aanrechtblad. Het aanrechtblad dat ze nodig hebben, moet 3,10 m lang, 60 cm breed en 4,5 cm dik zijn. Ze kiezen voor een granieten aanrechtblad. Bereken de massa van een granieten aanrechtblad met de bovenstaande afmetingen.

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Er wordt van een blokje perspex een stukje afgezaagd.
Welke invloed heeft dat op de dichtheid van het overblijvende perspexblokje?
A
De dichtheid wordt kleiner
B
De dichtheid wordt groter
C
De dichtheid blijft gelijk

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de temperatuur van een stof als de moleculen worden afgeremd?
A
De temperatuur stijgt
B
De temperatuur daalt
C
De temperatuur blijft gelijk

Slide 12 - Quizvraag

In welke fase bevindt ammoniak zich bij een temperatuur van 293 K (bij normale druk)?
A
In de gasfase
B
In de vloeibare fase
C
In de vaste fase

Slide 13 - Quizvraag

We vergelijken de dichtheid van ammoniak bij 273 K en bij 293 K.

Leg uit hoe de dichtheid van ammoniak bij normale druk verandert als de temperatuur stijgt van 273 K naar 293 K.

Slide 14 - Open vraag

Welke van de onderstaande begrippen behoort niet tot de stofeigenschappen?
A
Geur
B
Ontbrandingstemperartuur
C
Kleur
D
Massa

Slide 15 - Quizvraag

Een temperatuur van 1000 graden Celsius komt overeen met:
A
-727 K
B
727 K
C
1273 K

Slide 16 - Quizvraag

Bij het opruimen van de kelder vond Kees een verfpot met een restje groene verf van zijn tuinhek.

Onder welk soort afval valt dit?
A
GFT
B
KCA
C
PMD
D
Restafval

Slide 17 - Quizvraag

Hoe kun je zien dat bij het bakken van een taart een chemische reactie plaats vindt?

Slide 18 - Open vraag

Door de opwarming van de aarde smelt het ijs op de noordpool.

Leg uit of het smelten van ijs een natuurkundig of scheikundig proces is.

Slide 19 - Open vraag

Hiernaast zie je enkele gegevens van een ijsplaat.

Bereken met behulp van de dichtheid en de gegevens hiernaast hoe dik het ijs is.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide