Johan de Witt Scholengroep

Les 4 - Kaartinterpretatie

Startklaar
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Startklaar

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar (3 min)

Docent begroet leerlingen, instrueert alle leerlingen om startklaar te zijn en legt materialen klaar.

Leerlingen zorgen ervoor dat zij alle benodigde spullen op tafel hebben, jas uit, mobiel in tas. (Zorg voor een nette en georganiseerde ruimte.)
H1b

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H1a                   BORD
Valeriy
Huzaifa
Halil
Samyar
Omar
Zohra
Luana
Jannat
Chaima
Maroua
Nabil
Kees
Rayan
Yaasir
Berna
Yusuf
Sakine
Kuzey
Dima
Soekayna
Hajar
Khadija
Malia
Dana

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplan:
- huiswerk checken: 20 min
- toets: 40 minuten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 3 blz. 15

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5, blz 16

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdr. 6 blz. 16

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdr. 7 blz. 16

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je laptop
voor de toets moet je in de LessonUp groep toegevoegd worden



https://lessonUp.app/invite/group/bdlpk

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Terugblik

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Terugblik
C                A                B                C        

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEZEN 10 min
Lezen

Slide 13 - Tekstslide

https://www.nu.nl/klimaat/6303415/al-een-jaar-recordtemperaturen-in-oceanen-tekenen-dat-opwarming-versnelt.html?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
      Topografie
Deze periode leer je het onderstaande:
De continenten en de oceanen 


Slide 14 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies

      Lesdoel
De leerlingen kennen ten minste de volgende symbolen op een thematische kaart over platentektoniek en natuurrampen: plaatgrens, vulkaan, aardbeving en bewegingspijlen. 

Ze kunnen thematische kaarten aflezen en interpreteren om informatie over platentektoniek en natuurrampen te begrijpen.

Slide 16 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen weten wat een thematische kaart is.

2. De leerlingen weten wat natuurrampen zijn.

3. De leerlingen weten wat de kaartelementen zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Platentektoniek
Wat is Platentektoniek?

De aardkorst is opgedeeld in verschillende platen die langzaam bewegen. 

Deze platen bewegen langs elkaar, botsen of schuiven uit elkaar, wat natuurrampen kan veroorzaken.

Slide 18 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Symbolen op de kaart 
Belangrijke symbolen op de kaart

Plaatgrens: De randen waar twee platen elkaar raken.

Bewegingspijlen: Geven de richting van de beweging van de platen aan.

Slide 19 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Vulkanen en aardbevingen bij plaatbewegingen
Vulkanen ontstaan vooral bij de randen van platen waar de ene plaat onder de andere duikt (subductie).


Aardbevingen gebeuren vaak langs plaatranden waar platen tegen elkaar bewegen of langs elkaar schuiven.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Met welk symbool zijn aardbevingen en vulkanen aangegeven?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Platentektoniek

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Wat - Werkblad 
Hoe - in tweetallen
Hoelang - 30 minuten
Klaar? - Begrippen leren 
Hulp nodig - steek je vinger op docent loopt rond
Uitkomst - wordt besproken over 30 min


timer
30:00

Slide 23 - Tekstslide

hoogte
warmer
nat, droog
Wat is een plaatgrens?

Slide 24 - Open vraag

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Tekenen:
Hoe worden aardbevingen en vulkanen aangegeven?

Slide 25 - Open vraag

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Hoe worden plaatbewegingen aangegeven?

Slide 26 - Open vraag

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Wat betekent platentektoniek?

Slide 27 - Open vraag

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
     Kleine afsluiting
Platentektoniek
Plaatgrenzen
Aardbevingen
Vulkanisme
Natuurrampen

Slide 28 - Tekstslide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
(Aan)tekeningen
Tekening 1.
Kaartelementen
Tekening 2.
Schaalniveau

Slide 29 - Tekstslide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

     Grote afsluiting
De leerlingen kennen ten minste de volgende symbolen op een thematische kaart over platentektoniek en natuurrampen: plaatgrens, vulkaan, aardbeving en bewegingspijlen.

Ze kunnen thematische kaarten aflezen en interpreteren om informatie over platentektoniek en natuurrampen te begrijpen.

Slide 31 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
retrieval practice
https://quizlet.com/join/Rgu8QEZ9z?i=1fo1jg&x=1bqt

Slide 32 - Tekstslide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 33 - Link

Deze slide heeft geen instructies