Johan de Witt Scholengroep

4.5 Ontstaan van soorten

Evolutie
4.5 Ontstaan van soorten
Spullen op tafel
Telefoon in het zakkie op tafel
Jas uit en over je stoel
Tas op de grond
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Evolutie
4.5 Ontstaan van soorten
Spullen op tafel
Telefoon in het zakkie op tafel
Jas uit en over je stoel
Tas op de grond

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Welke vragen van het huiswerk willen jullie dat ik bespreek?

Slide 3 - Open vraag

Opdracht
Op een eiland leeft een soort vogel. De meeste hebben gele vleugels, enkele witte vleugels. Vleugelkleur wordt bepaald door gen A.
A = gele vleugels, a = witte vleugels

Stel er worden 50 vogels geteld. Hiervan hebben er 45 gele vleugels.
  1. Wat is de allelfrequentie van A en a?
  2. Welk deel van de geelvleugeligen is heterozygoot?

Slide 4 - Tekstslide

Als 45 van de 50 vogels gele vleugels hebben, dan hebben er 5 witte vleugels. DIE moet je hebben!




q2 = 5/50 = 0,1
q (a) = 0,32
p (A) = 0,68

Hoeveel zijn er heterozygoot in de hele populatie?
2 * 0,68 * 0,32 = 0,44  (dus 44%)

Maar de vraag was: hoeveel van de geelvleugeligen zijn heterozygoot....? Alle geelvleugeligen bij elkaar zijn p2 + 2pq = 0,68*0,68 + 0,44 = 0,90
Welk deel hiervan is heterozygoot? Dat is 0,44 / 0,90 = 0,49   (dus 49%)


p2+2pq2pq

Slide 5 - Tekstslide

Kappa-caseïne. 
1

Slide 6 - Tekstslide

Kappa-caseïne. 
1

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt manieren van reproductieve isolatie uitleggen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Ontstaan nieuwe soorten
 
Allopatrische soortvorming
- Door geografische isolatie


Slide 10 - Tekstslide

Ontstaan nieuwe soorten

Reproductieve isolatie
- geen gene flow tussen populaties

Andere selectiedruk



Slide 11 - Tekstslide

Eilandtheorie

Verschillende vinken op verschillende eilanden

De grote van het eiland en de afstand tot het vaste land bepaalde hoeveel soorten



Slide 12 - Tekstslide

Eilandtheorie
Hoe groter het eiland, hoe meer verschillenden soorten
(biodiversiteit)

Hoe verder het eiland van het veste land, hoe minder verschillende soorten

Slide 13 - Tekstslide

Eilandtheorie
1965 Mac Arthur en Wilson

Aantal soorten op een eiland (biodiversiteit) bepaald door
1. immigratie
2. extinctie

Slide 14 - Tekstslide

Eilandtheorie
Hoe kleiner het eiland, hoe minder immigratie en hoe groter kans op extinctie

Hoe groter afstand tot vaste land, hoe lager immigratie en hoe grote de extinctie

Slide 15 - Tekstslide

Allopatrische soortvorming
(Te ver weg om te paren)
Sympatrische soortvorming
(Dichtbij genoeg, maar werkt niet)

Slide 16 - Tekstslide

Sympatrische soortvorming
Soortvorming zonder geografische scheiding

Door verandering in gedrag
- Verschil in gedrag vermindert de concurrentie

Door verschil in voorplantingsactiviteiten 

Slide 17 - Tekstslide

Sympatrische soortvorming
  • Ander baltsgedrag                           Ander paringsseizoen       

Slide 18 - Tekstslide

Ontstaan nieuwe soorten

1. Reproductieve isolatie
2. Genetische variatie (door mutatie en recombinatie)
3. Natuurlijke selectie
4. Voortplanting

Slide 19 - Tekstslide

Het ontstaan van nieuwe soorten door een barrière is
A
Sympatrische soortvorming
B
Parametrische soortvorming
C
Geometrische soortvorming
D
Allopatrische soortvorming

Slide 20 - Quizvraag

In de theorie van Darwin is evolutie de verklaring voor het ontstaan van soorten en daarmee is dat voor hem het uitgangspunt ter verklaring van de grote soortendiversiteit op aarde. Waardoor treedt volgens Darwin evolutie op?

Evolutie treedt volgens Darwin op doordat ….
A
.. in een populatie individuen zich voortdurend aanpassen aan veranderende milieuomstandigheden en vooral nieuwe kenmerken doorgeven aan hun nakomelingen.
B
.. verandering in het milieu de individuen in een populatie aanzet tot mutaties om te overleven; die mutaties worden dan doorgegeven aan hun nakomelingen.
C
.. in een populatie alléén sterke individuen overleven en deze dus ook gemiddeld sterke individuen zullen voortbrengen.
D
.. in een populatie vooral de aan het milieu aangepaste individuen zich zullen voortplanten.

Slide 21 - Quizvraag

Twee uitspraken over het ontstaan van nieuwe soorten:

Katrien zegt: Er is sprake van twee nieuwe soorten als twee groepen organismen niet meer in staat zijn onderling voort te planten
Marion zegt: Bij het ontstaan van nieuwe soorten is het belangrijk dat een groep organismen geïsoleerd raakt van een andere groep soortgenoten
Wie heeft gelijk?
A
Beide hebben gelijk
B
Geen van beide heeft gelijk
C
Alleen Katrien heeft gelijk
D
Alleen Marion heeft gelijk

Slide 22 - Quizvraag

Nabespreken
  • Je kunt manieren van reproductieve isolatie uitleggen.

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Leren en maken 4.5

Slide 24 - Tekstslide