Mavo 4 24-25 periode 1 week 5

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

      Leerdoelen

1. R - de leerling kan de productiefactoren met bijhorende beloningen benoemen.

2. R - de leerling kent de definities vaste en variabele kosten.

3. T1 - de leerling kan een kostprijs van een product berekenen.

4. T1 - de leerling kan de afschrijvingskosten van een kapitaalgoed berekenen.

5. R - de leerling kent de begrippen inkoopprijs, brutowinstopslag, verkoopprijs, btw en consumentenprijs.

6. T1 - de leerling kan de verkoopprijs en de consumentenprijs berekenen.

7. T2 - de leerling kan met leerdoel 6 ook complexere vraagstukken berekenen.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Maak vraag 3 en 4 op blz 75

Lees de leertekst Kosten bij het produceren op blz 75 en maak vraag 5

Welke van onderstaande is een variabele kosten?

1. Huur van het gebouw
2. Grondstofkosten
3. Afschrijvingskosten
4. Loon van de CEO

MamaMia koopt een elektrische scooter van € 5.000 om te bezorgen. Ze wil deze in 4 jaar tijd afschrijven. De restwaarde is € 1.000. Bereken de jaarlijkse afschrijvingskosten.

Aan de slag

Maak van paragraaf 3.1 vraag 6 en herhalingsopdracht 4.

Je hebt hiervoor 5 minuten.

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

De winstopslag is 80% van de kostprijs. Bereken de verkoopprijs.

Aan de slag

We gaan klassikaal vraag 8 maken. Dit doen we stap voor stap. Iedereen doet mee en schrijft mee in zijn eigen schrift. Dus niet op je laptop.

Als we klaar zijn, dan ga je in tweetallen aan de slag met de rekenvragen 4 en 5 op bladzijde 96.

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

De verkoopprijs van paar Nike schoenen is € 95,-. Er gaat 21% op. Bereken de consumentenprijs.

De consumentenprijs (inclusief 21%) van een laptop is € 1.400. Bereken de verkoopprijs.

Aan de slag

Maak van paragraaf 3.1 de vragen: 9 en 10

Daarnaast maak je van de rekenvragen blz 96 de vragen: 7, 8, 9 en 10

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Afsluiting

1. R - de leerling kan de productiefactoren met bijhorende beloningen benoemen.

2. R - de leerling kent de definities vaste en variabele kosten.

3. T1 - de leerling kan een kostprijs van een product berekenen.

4. T1 - de leerling kan de afschrijvingskosten van een kapitaalgoed berekenen.

5. R - de leerling kent de begrippen inkoopprijs, brutowinstopslag, verkoopprijs, btw en consumentenprijs.

6. T1 - de leerling kan de verkoopprijs en de consumentenprijs berekenen.

7. T2 - de leerling kan met leerdoel 6 ook complexere vraagstukken berekenen.

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Exit ticket.
€ 120 per maand is.... per week

    Begrippen uit deze les

• ...
• ...
•  ...

Voorbeelden

Checklist:

• Dual Coding (woord en beeld combineren)
  
• Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.