2.1 Pinpas of portemonnee? kader

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Startklaar?

Je legt het volgende op tafel:

• Rekenmachine 
• JDW-map 
• Boek 
• Pen/potlood
• Laptop

Startklaar:

• Hoe betaal jij meestal bij de kassa?

Gedragsverwachtingen

1. Telefoons in zakkie

2. Rustig praten

3. Elkaar laten uitpraten

4. We lachen elkaar niet uit

2.1 Pinpas of portemonnee? 

Na afloop van deze les kun/weet je: 

1. ...twee soorten geld benoemen
2. ...twee ruilvormen opnoemen
3. ...wat elektronisch betalen is 
4. ....kun je een nieuw saldo uitrekenen

Van procent naar getal

Deze week zijn er in totaal 1400 pakken kaas verkocht.

Bereken hoeveel pakken Geitenkaas zijn verkocht.

• 2 soorten geld:

1. Chartaal = munten en bankbiljetten. Je kunt het vastpakken.
   
   
   
2. Giraal = geld dat op je bank/betaalrekening staat. Je kunt het niet vastpakken.
   
   

Elektronisch betalen

Welk soort geld herken je?

1. Sofie betaalt bij de kassa van de AH met haar pinpas.
2. Sem betaalt bij de kassa van de AH met een biljet van € 20

1. Beide chartaal
2. Beide giraal
3. 1= chartaal 2= giraal
4. 1= giraal 2= chartaal

1. Ik stort geld op mijn bankrekening.
2. Ik betaal met een briefje van €10 bij de kantine
3. Ik pin €50 bij een geldautomaat
4. Ik krijg mijn salaris op mijn ING rekening

Wat gebeurt er met het chartaal geld?

Wat gebeurt er met het giraal geld?

Stijgt/daalt

Directe ruil en 

indirecte ruil

Het ruilen van goederen tegen goederen (zonder geld) noem je directe ruil.

Ruilen met geld noem je indirecte ruil.

Directe ruil

Nieuw saldo berekenen

Oud saldo

+ Ontvangsten

- Uitgaven
------------

Nieuw saldo

Oude saldo is €1.380                  Bereken het nieuwe saldo

Oude saldo: 1.380

Ontvangsten: 0

Uitgaven: 998,52
60 + 94,80 + 164,60 + 679,12

Nieuwe saldo: 381,48

Bereken!

Aan de slag

Maken: opdracht 4 van §2.1

Tijd: 7 min

Hoe: in duo's

Klaar: maak opdracht 5, 6, 8, 11

Leerdoelen: reflectie

Na afloop van deze les kun/weet je:

...twee soorten geld benoemen

...twee ruilvormen opnoemen

...wat elektronisch betalen is

....kun je een nieuw saldo uitrekenen

Als je geld op je rekening zet dan daalt/stijgt je giraal/chartaal geld.

1. daalt / giraal
2. daalt / chartaal
3. stijgt / giraal
4. stijgt / chartaal

Directe ruil is?

1. het ruilen van spullen van jezelf tegen spullen van een ander
2. het ruilen tegen geld

Stel: Je brengt je verjaardagsgeld naar de bank om op je betaalrekening te zetten.
Na een maand pin je bij de geldautomaat € 20 euro.

• Wat gebeurt er met de geldsoorten?

1.

2.

3.

Hoe ging het deze les?

1. Telefoons uit in de zakkie

2. Rustig praten

3. Elkaar laten uitpraten

4. We lachen elkaar niet uit

Vooruitblik

Toets bespreken

Verder werken met de opgaven 2.1

Thuis: de toets alvast inzien

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen