Landstede Groep

1.3 - B - Geen vaste woonplaats


1.3. - Geen vaste 
woonplaats
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


1.3. - Geen vaste 
woonplaats

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Bronnen van kennis
  • Soorten samenlevingen
  • Quiz
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Aan het einde van deze les kun uitleggen hoe we dingen weten over jagers-verzamelaars.

  • Welke soorten samenlevingen we onderscheiden

Slide 3 - Tekstslide


Bronnen van kennis

  • Kennis over jagers-verzamelaars wordt opgedaan door archeologen. Zij onderzoeken grotschilderingen, mummies en gebruiksvoorwerpen. 
  • Maar ook experimentele archeologie: het verleden wordt onderzocht door het na te spelen en te leven zoals jagers-verzamelaars.
  • Of het bestuderen van mensen die nog steeds leven als jagers-verzamelaars. 

Slide 4 - Tekstslide

Soorten samenlevingen
  • Een samenleving: de manier waarop groepen mensen samenleven. 

  • De jagers-verzamelaars is onderdeel van de tijd van jagers en boeren. 

  • De samenlevingstypen: jagers-verzamelaars en de landbouw, de landbouw-stedelijke samenleving, de industriële samenleving en de informatiesamenleving.

Slide 5 - Tekstslide

Een archeoloog vindt bij een opgraving de volgende voorwerpen: een stenen speerpunt en vuistbijl en een paar gouden munten. Zijn assistent legt alle voorwerpen bij elkaar in het vakje prehistorie.

Doet de assistent dit goed?

A
De assistent doet het goed, want alle voorwerpen zijn geschreven bronnen.
B
De assistent maakt een fout, want alleen de vuistbijl en speerpunt horen in het vakje prehistorie: in de tijd van jager-verzamelaars waren er nog geen gouden munten.
C
De assistent doet het goed, want alle voorwerpen in het vakje prehistorie zijn ongeschreven bronnen.
D
De assistent maakt een fout, want vuistbijl en speerpunt zijn gebruiksvoorwerpen en gouden munten zijn grafgiften.

Slide 6 - Quizvraag

Een leerling uit de eerste klas schrijft in een werkstuk over jager-verzamelaars de volgende zin op:

In de ijstijd was heel Nederland bedekt met een dikke laag ijs.

Is deze zin goed of fout?


A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Een nomade had een vaste verblijfplaats.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

We weten welke taal de mensen in de prehistorie spraken.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Een pijlpunt is een geschreven bron
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quizvraag

Het tegenovergestelde van de prehistorie is de historie. Welke bronnen kom je tegen in de historie?
A
Alleen ongeschreven bronnen
B
Alleen geschreven bronnen
C
Beide soorten bronnen
D
Geen bronnen

Slide 11 - Quizvraag

Welke woorden horen bij het woord 'nomade'?
A
vaste plek rondtrekken veel spullen
B
hut of grot boerderij weinig spullen
C
rondtrekken veel spullen hut of grot
D
rondtrekken hut of grot weinig spullen

Slide 12 - Quizvraag

De mammoetjacht
  • We  gaan de huiswerkopdrachten bespreken. Heb je het antwoord fout? Dan verbeter je het.

  •  1, 3, 5, 7,  8 en 10.

  • Ben je klaar? Dan maak je opdracht 8 tot en met 12 van pagina 28. 

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Aan het einde van deze les kun uitleggen hoe we dingen weten over jagers-verzamelaars.

  • Welke soorten samenlevingen we onderscheiden.

Slide 14 - Tekstslide