Landstede Groep

4.4 Hefbomen

4.4 Hefbomen
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4.4 Hefbomen

Slide 1 - Tekstslide

Voor vandaag
  • Vorige les 
  • Uitleg bij 4.4 hefbomen
  • Opdrachten maken bij 4.4
  • Opdrachten bespreken
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 4.3 
  • Hoe bereken je de snelheid in km/h?
  • Hoe bereken je de snelheid in m/s?
  • Hoe ga je van m/s naar km/h?
  • Hoe teken je een afstand- tijd diagram?

Slide 3 - Tekstslide

Met welke formule kun je de gemiddelde snelheid berekenen?
A
gemiddelde snelheid= tijd x afstand
B
gemiddelde snelheid= snelheid : afstand
C
gemiddelde snelheid = afstand: tijd
D
gemiddelde snelheid= snelheid:tijd

Slide 4 - Quizvraag

Welke eenheid is een eenheid van snelheid?
A
kilometer per meter (km/m)
B
minuut per seconde (min/s)
C
kilometer per uur (km/h)
D
uur per meter (h/m)

Slide 5 - Quizvraag

De omrekenfactor van m/s naar km/h is...
A
delen door 3,6
B
keer 3,6

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een constante beweging
A
een beweging waarbij de snelheid groter wordt
B
een beweging waarbij de snelheid kleiner wordt
C
een beweging waarbij de snelheid hetzelfde blijft

Slide 7 - Quizvraag

Welke van deze is een vertraagde beweging?
A
Plaatje 1
B
Plaatje 2
C
Plaatje 3

Slide 8 - Quizvraag

Welke grafiek is een
versnelde beweging?
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Bij een versnelde beweging wordt de snelheid
A
groter
B
kleiner

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor beweging wordt er in de afbeelding weergegeven?
A
versnelling
B
vertraging
C
stil staan
D
constante beweging

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor beweging wordt er in de afbeelding weergegeven?
A
versnelling
B
vertraging
C
stil staan
D
constante beweging

Slide 12 - Quizvraag

Leervragen 4.4 
  • Waarom gebruiken we hefbomen?
  • Hoe werkt een hefboom?
  •  Hoe reken je met de hefboomregel?
  • Wat zijn katrollen en takels?

Slide 13 - Tekstslide

Waarom gebruiken we hefbomen?
Een hefboom vergroot je kracht.







Slide 14 - Tekstslide

Hefbomen

Slide 15 - Tekstslide

Hoe werkt een hefboom?
Onderdelen: hefboom heeft een arm, kracht en een draaipunt

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Werking hefboom
  • Door een hefboom kun je een grotere kracht uitoefenen op een voorwerp. 
  • Door de verhouding in de hefboom hoef je met een lange arm maar weinig kracht te zetten om bij de korte arm heel veel kracht te krijgen.

Slide 18 - Tekstslide






               Welke hefboom geeft de meeste kracht? 
A
Hefboom A
B
Hefboom B
C
Hefboom C
D
allemaal evenveel

Slide 19 - Quizvraag

Hefboomregel
  • Voor een hefboom in evenwicht geldt de hefboomregel 
  • Kracht 1 x arm 1 = kracht 2 x arm 2 
  • F1 x l1 = F2 x l2
F is kracht in newton
l is lengte van de arm in m 

Slide 20 - Tekstslide

4.1 Krachten
Zwaartekracht = massa x 10 

Slide 21 - Tekstslide

F1 x I1 = F1 x I2
F1 x I1 = F1 x I2
In evenwicht?

Slide 22 - Tekstslide

F1 x I1 = F1 x I2
F1 x I1 = F1 x I2
F1 = 50 N
I1 = 2 m 
F2 = 100 N
I2 = 2 m 

Slide 23 - Tekstslide

F1 x I1 = F1 x I2
F1 x I1 = F1 x I2
F1 = 50 N
I1 = 2 m 
F2 = 100 N
I2 = 2 m 
Hoe veranderen zodat gelijk wordt?

Slide 24 - Tekstslide

F1 x I1 = F1 x I2
F1 x I1 = F1 x I2
F1 = 50 N
I1 = 2 m 
F2 = 100 N
I2 = 1 m 

Slide 25 - Tekstslide

1
2
3
4
Hefboomregel

Slide 26 - Tekstslide

kracht1 x arm1  = kracht2 x arm2
  1. kracht1 x 3 cm = 100N x 21cm
  2. kracht1 x 3 = 2100
  3. kracht1 = 2100:3= 700  
  4. kracht1 = 700 N
nijptang

Slide 27 - Tekstslide

voorbeeld berekening
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • I1 = 3 cm, I2 = 21 cm en F2 = 100 N
  • F1
  •  F1 = (F2 x I2)/ I1
  •  F1 = (200 x 21) : 3 = 700
  • Kracht is 700 N 

Slide 28 - Tekstslide

kracht1 x arm1  = kracht2 x arm2
  1. kracht1 x 4 = 50 
  2. kracht1 = 50 : 4 = 12,5 
  3. kracht1 = 12,5 N
2 x 3 = 6
2 = 6 : 3  

Slide 29 - Tekstslide

eerder klaar= extra oefenen via 'phet hefboom'

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Aan de slag
Wat 1 KBL: Maken 4.4 BLZ 26 opdr. 4 t/m 7 + 10 t/m 13 + 16 t/m 18
Wat 1 BBL: Maken 4.4 BLZ 179 opdr. 5 t/m 18 (10 niet)
Wat 2: Google: Phet hefboom en speel de spellen 
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
klaar: 1. Nakijken online 2. Aan mij laten zien

timer
10:00

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag
Wat 1: Maken 4.4 BLZ 26 opdr. 4 t/m 13  (8 en 9 niet) + 16 t/m 18
Wat 2: Google: Phet hefboom en speel de spellen 
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
klaar: 1. Nakijken 2. Aan mij laten zien

Slide 33 - Tekstslide

Wat zijn katrollen en takels?

Slide 34 - Tekstslide

Gebruik van katrollen

Slide 35 - Tekstslide

Vaste katrol


Een vaste katrol draait de kracht om. 

Je herkent een vaste katrol aan het feit dat hij VAST zit.


Slide 36 - Tekstslide

De losse katrol
  • Een losse katrol maakt ons sterker.
  • De last wordt verdeeld over het aantal touwen waaraan de katrol hangt.

Slide 37 - Tekstslide

Vaste katrol
Losse katrol
Het hele system van katrollen: takel.

Slide 38 - Tekstslide

Wat is een takel?
  • 2 of meer katrollen, één losse en één vaste katrol
  • Met een vaste katrol kun je de richting veranderen waarin je de kracht moet uitoefenen
  • Met een losse katrol verminder je de kracht die nodig is 

Slide 39 - Tekstslide

Takel
  • De last hangt aan losse katrol --> spankracht in het touw is de helft van het gewicht van de last 
  • Trekkracht?

Slide 40 - Tekstslide

Takel
  • De last hangt aan losse katrol --> spankracht in het touw is de helft van het gewicht van de last 
  • Trekkracht?

600 N

Slide 41 - Tekstslide

Takel
Wat je wint aan kracht, verlies je aan afstand. 

Je moet meer touw inhalen. Als je de kist 2m omhoog wil hebben moet je 2 x 2 = 4 m touw inhalen 


Slide 42 - Tekstslide

Aan de slag
Wat 1 KBL: Maken 4.4 BLZ 26 opdr. 4 t/m 7 + 10 t/m 13 + 16 t/m 18
Wat 1 BBL: Maken 4.4 BLZ 179 opdr. 5 t/m 18 (10 niet)
Wat 2: Google: Phet hefboom en speel de spellen 
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
klaar: 1. Nakijken online 2. Aan mij laten zien

timer
10:00

Slide 43 - Tekstslide

Aan de slag
Wat 1 KBL: Maken 4.4 BLZ 26 opdr. 4 t/m 7 + 10 t/m 13 + 16 t/m 18
Wat 1 BBL: Maken 4.4 BLZ 179 opdr. 5 t/m 18 (10 niet)
Wat 2: Google: Phet hefboom en speel de spellen 
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
klaar: 1. Nakijken online 2. Aan mij laten zien

Slide 44 - Tekstslide

F1 x I1 = F1 x I2

Slide 45 - Tekstslide

F1 x I1 = F1 x I2

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Leervragen 4.4 
  • Waarom gebruiken we hefbomen?
  • Hoe werkt een hefboom?
  •  Hoe reken je met de hefboomregel?
  • Wat zijn katrollen en takels?

Slide 48 - Tekstslide

Einde van de les
  • HW KBL: Maken 4.4 BLZ 26 opdrachten 1 t/m 17
  • Volgende les: oefentoets 

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 49 - Tekstslide