Landstede Groep

§3.1 Start: Grenzen

Pak even je laptop!
Hierna: woordweb maken
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pak even je laptop!
Hierna: woordweb maken

Slide 1 - Tekstslide

Klik op het plaatje om in te zoomen.
Schrijf enkele woorden op waar jij aan denkt als je het plaatje ziet:

Slide 2 - Woordweb

Hierna: Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Aan het eind:
1. ..... weet je welke vier soorten grenzen er zijn;

2. ..... kun je omschrijven op welke drie  verschillende manieren mensen bij een land horen;

3. ..... kun je in de atlas soorten grenzen aanwijzen;

+ ...... kun je een uitleg geven over de begrippen: annexatie, exclusiviteit geven en kun je 3 punten van een cultureel gebied benoemen.


Hierna: Poll uit hoeveel landen bestaat de wereld?
In deze les kun je 6 punten halen!
+ leerling: Tijmen, Mirthe, Max, Lars, Daniek, Lieke en Daan.

Slide 4 - Tekstslide

Doe 's een gokje: Hoeveel landen zijn er ongeveer op de wereld?
Hierna: Google Maps
Ongeveer 50
Ongeveer 100
Ongeveer 150
Ongeveer 200
Ongeveer 250
Ongeveer 300
Ongeveer 350
Ongeveer 400
Ongeveer 450
Ongeveer 500

Slide 5 - Poll

Slide 6 - Kaart

Hierna: filmpje 'Wat is het kleinste land ter wereld?' (+ 2 min.) + 3 quizvragen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video


Welk land op de wereld is ongeveer 60 voetbalvelden groot?
A
Monaco
B
Vaticaanstad
C
Canada
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 9 - Quizvraag


Het land Monaco is volledig omringd door....
A
Italië
B
Canada
C
Frankrijk
D
Rusland.

Slide 10 - Quizvraag

Het land Canada is ongeveer net zo groot als het werelddeel (continent).....
Hierna: uitleg soorten grenzen
A
Europa
B
Afrika
C
Azie
D
Zuid-Amerika

Slide 11 - Quizvraag

Soorten grenzen:
Vier soorten landgrenzen:
1. Open of zachte grenzen; zijn makkelijk over te steken, vaak onzichtbaar
2. Harde, gesloten grenzen; zijn moeilijk over te steken, wel zichtbaar
3. Kunstmatige grenzen; zijn bedacht door de mens
4. Natuurlijke grenzen; zijn vaak een hindernis/ barrière gemaakt  door de natuur, bv een zee, rivier, woestijn, berg of bos.
Grenzen veranderen en verschuiven steeds weer, bv door inlijven (annexeren)

Een land is soeverein als alle andere landen jouw erkennen als land met alleenrecht (exclusiviteit).
- Ken jij een land waar geen sprake is van exclusiviteit?

Binnen de grenzen van een soeverein land hoort de bevolking op 1. politiek (bv eigen regering), 2. economisch en 3. cultureel (a. taal, b. gewoonten en c. traditie) gezien bij elkaar.





Slide 12 - Tekstslide

Grenzen van cultuurgebieden:
Binnen de grenzen van een soeverein land hoort de bevolking op 1. politiek (bv eigen regering), 2. economisch en 3. cultureel (a. taal, b. gewoonten en 
c. traditie) gezien bij elkaar.
Hierna: 1 sleepvraag.

Slide 13 - Tekstslide

Sleep de cultuur-gebieden naar de juiste plek in de legenda:
Hierna: uitleg grenzen Nederland.
Latijns-Amerikaans
Orthodox
Chinees
Hindoeïstisch
Islamitisch
Westers
Afrikaans
Boeddhistisch
Japans

Slide 14 - Sleepvraag

En Nederland?
Het territorium (het gebied binnen de landgrenzen): + 41.400 km².
  • Ook op zee heb je territoriale wateren, dit is een zeestrook van 12 mijl (19 km) uit de kust dat ook bij het territorium hoort.
  • Ook heb je de EEZ (Exclusieve Economische Zones) van 200 mijl (320 km), waarin je recht hebt op grondstoffen, visserij, aanleggen booreilanden, wetenschappelijk onderzoek.
Hierna: vakantiefoto 2015

Slide 15 - Tekstslide

Hierna: 2 sleepvragen.

Slide 16 - Tekstslide

Sleep de woorden naar de juiste plek in het schema:
geld
nationaliteit
godsdienst
economisch
politiek
gewoonten
soeverein
taal
belasting

Slide 17 - Sleepvraag

Klik op het plaatje om in te zoomen.
Sleep de woorden naar de juiste plek:
economische
sociaal en cultureel
politiek

Slide 18 - Sleepvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Evaluatie: Zet de cijfers 1 en 2 onder mekaar en geef antwoord op de leerdoelen.
Sta je voor AK een 6,5 of hoger? Dan geef je ook antwoord op het +doel.

Slide 19 - Open vraag