Als de temepratuur in de lucht onder het vriespunt komt, vormt er hagel of sneeuw. Wanneer de sneeuwvlokken of hagelstenen te zwaar worden, vallen ze uit de lucht
Slide 8 - Tekstslide
Water dat verdampt, verandert van fase.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Op de afbeelding zie je de kringloop van het water. In welke fase is het water bij nummer 2?
A
Vloeibare fase
B
Vaste fase
C
Gasfase
Slide 10 - Quizvraag
Een glaasje water. Welke fase is dit van water?
A
Vloeibaar
B
Gas
C
Vast
Slide 11 - Quizvraag
Wat is geen fase van water ?
A
ijs
B
waterdamp
C
water
D
mist
Slide 12 - Quizvraag
De waterdamp die van de waterkoker afkomt, is water in de...
A
Vloeibare fase
B
Gasfase
C
Vaste fase
Slide 13 - Quizvraag
Welke fase-overgang vindt er plaats als water ijs wordt?
A
smelten
B
verdampen
C
condenseren
D
stollen (bevriezen)
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de fase van water bij kamertemperatuur
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
D
kun je niet weten
Slide 15 - Quizvraag
Welke zin over wolken is niet juist?
A
In wolken kunnen waterdruppels en ijskristallen ontstaan
B
Waterdamp ontstaat boven water, maar ook boven weilanden
C
Wolken hebben een temperatuur van rond de 4 'C
D
Wolken ontstaan omdat waterdamp verandert in waterdruppeltjes