Landstede Groep

SPQR afronding thema 5

Afronding Thema 5 - Mare Nostrum
1 / 65
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 65 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Afronding Thema 5 - Mare Nostrum

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma deze les
  • Huiswerk bespreken
  • T33 afronden
  • T34 in vertaling + tekstvragen
  • Les 35 Graecia capta
  • Etc. - wereldwonderen
  • Start thema 6

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 33 - Alexandria

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

constat hic omnis mundi magistros optimos collectos esse (r.9-10)
Wat wordt bedoeld met hic?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de droom van Ptolemeus voor zijn stad werkelijkheid geworden?
Ja
Nee

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wel/niet?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom was Daedalus
jaloers op Perdix?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

In een vlaag van woede duwde Daedalus Perdix van de burcht?
Wat had jij uit jaloezie/woede gedaan als je Daedalus was geweest?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

‘Veto! Nolo te cum magistro
Pharum ascendere aut alium locum altum!’ (r36-37)
Met wie uit het verhaal van Calvus wordt te vergeleken?
A
Perdix
B
Daedalus
C
Icarus
D
Ctesibius

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

‘Veto! Nolo te cum magistro
Pharum ascendere aut alium locum altum!’ (r36-37)
Met wie uit het verhaal van Calvus wordt magistro vergeleken?
A
Perdix
B
Daedalus
C
Icarus
D
Ctesibius

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke gedachten heeft de magister
dus volgens pater?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou jij op zo'n verbod van je vader gereageerd hebben?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Les 34 - Philosophus (TB blz. 116)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de 2 belangrijkste vakken van de opleidingen in Athene?
A
drama en rekenen
B
filosofie en wiskunde
C
retorica en wiskunde
D
retorica en filosofie

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent filosofie? (uit welke twee Griekse woorden bestaat de term? )

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welk doel stuurden de allerrijkste Romeinen hun zonen naar de 'universiteiten' in het buitenland?
A
Hier gaven de bekende intellectuelen les
B
Om lekker een jaar te kunnen feesten
C
Alleen in het buitenland waren goede leraren

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom was dit van belang voor de politieke carrière van deze zonen?
A
Zo leerden ze de bekende intellectuelen kennen
B
Zo hadden ze de beste kans op een hoge functie
C
Zo leerden ze andere belangrijke Romeinen kennen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 redenen geeft de zoon om niet meer door de meester onderwezen te willen worden?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Op welke reden gaat de vader in?
A
De meester is dom
B
De studie bevalt hem niet
C
Hij heeft geen opleiding nodig
D
De opleiding is te duur

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk bezwaar brengt vader in tegen het feit dat de zoon de opleiding niet nodig vindt?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

r. 7 me quondam philosophum futurum esse spero: welke 3 dingen heeft een filosoof volgens de zoon niet nodig?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord had Alexander op zijn vraag: Nonne me, regem magnum, times r. 23-24 verwacht?
A
Ja
B
Nee
C
het was een neutrale vraag

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor antwoord zit er eigenlijk al verstopt in de vraag van Diogenes: "Quis hominem bonum timet" r. 26-27?
A
Iedereen is bang voor een goed mens
B
Iemand is bang voor een goed mens
C
Niemand is bang voor een goed mens

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diogenes met een lampje...

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom noemt vader dit voorbeeld?
A
Om zijn zoon over te halen als Diogenes te leven
B
Om zijn zoon te laten zien hoe goed Diogenes leefde
C
Om te laten zien dat Diogenes een beetje belachelijk leefde

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Les 35 - Graecia capta

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke aspecten van de Griekse invloed op de Romeinse samenleving erkent Cato?
A
kunst
B
kunst en wetenschap
C
geneeskunst
D
kunst, wetenschap en geneeskunst

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie bedoelt Horatius in zijn gedicht met 'een onbeschaafde overwinnaar'?
A
De Grieken
B
De Romeinen
C
Hijzelf
D
De Carthagers

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie bedoelt Vergilius met 'anderen'?
A
De Grieken
B
De Romeinen
C
Hijzelf
D
De Carthagers

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke voorbeelden worden genoemd van zaken waarin die 'anderen' beter zijn dan de Romeinen?

Slide 44 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het specifieke talent van de Romeinen?

Slide 45 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kunst
literatuur
wetenschap
taalleraar
retor
arts
landmeter
schilder
profeet
acrobaat
tovenaar

Slide 47 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

apoxyomenos
(iemand die olie/stof van zich afschraapt)
doryphoros
(een speerdrager)
discophoros
(iemand die een discus draagt of vasthoudt)
diadoumenos
(iemand die een diadeem achter zijn hoofd vastbindt)

Slide 49 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Etc. - Wereldwonderen

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeven wereldwonderen
Bekijk het nu volgende filmpje over de zeven wereldwonderen van de oudheid. Let goed op, want hierna volgen enkele vragen om je kennis n.a.v. het filmpje te testen (zie ook TB blz. 120-121).

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Beeld Zeus Olympia
Beeld Helios Rhodos
Tempel Artemis Ephese
Mausoleum
Tuinen Babylon
Pharos Alexandrië
Pyramide Gizeh

Slide 53 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar stond het beroemde beed van Zeus, dat beschouwd werd als een wereldwonder?
A
Babylon
B
Athene
C
Ephese
D
Olympia

Slide 54 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor wereldwonder was er in Babylon?
A
standbeeld van Zeus
B
tempel van Artemis
C
hangende tuinen
D
een mausoleum

Slide 55 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is het standbeeld van Zeus in Olympia van gemaakt?
A
marmer, goud en ivoor
B
zilver, goud en brons
C
marmer, brons en zilver
D
hout, goud en ivoor

Slide 56 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk land bevindt zich slechts één van de 7 wereldwonderen uit de oudheid?
A
Turkije
B
Griekenland
C
Egypte
D
Irak

Slide 57 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de meest waarschijnlijke reconstructie van de colossus van Rhodos volgens experts?
A
B

Slide 58 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke god beeldde de colossus van Rhodos waarschijnlijk uit?

Slide 59 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De colossus van Rhodus werd gebouwd na een aardbeving.
A
waar
B
niet waar

Slide 60 - Quizvraag

Het beeld voor Helios werd gebouwd na de overwining bij een vijandelijke aanval.
Van welk wereldwonder bestaat nog het meeste fysieke bewijs?
A
Piramide van Gizeh
B
Pharos van Alexandrië
C
Beeld Olympia Zeus
D
Tempel Artemis Ephese

Slide 61 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welk wereldwonder bestaat nog wel wat fysiek bewijs?
A
Beeld van Helios op Rhodos
B
Beeld van Zeus in Olympia
C
Mausoleum in Halikarnassus
D
hangende tuinen in Babylon

Slide 62 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welk wereldwonder bestaat GEEN fysiek bewijs (meer)?
A
Pharos in Alexandrië
B
tempel van Artemis in Ephese
C
hangende tuinen in Babylon
D
mausoleum van Halikarnassos

Slide 63 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Pharos in Alexandrië heeft model gestaan voor toekomstige vuurtorens.
A
waar
B
niet waar

Slide 64 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
  • Maak M. II (HB3 blz. 90)
  • Lees TB blz. 122-125
  • Maak opdr. 1-2 (HB3 blz. 6)
  • Lees HB blz. GOED door en bekijk flitscollege 6.1
  • Maak M. V, + VI + VII oneven (HB3 blz. 93)
  • Lees TB blz. 126
  • Maak opdr. 5-7 (HB3 blz. 7)
  • Vertaal T36

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies