- Ik kan vragen en vertellen hoe ik mij voel of iemand anders zich voelt
- Ik kan om verduidelijking of herhaling vragen
- Ik kan iemand zijn aandacht trekken
- Je leert woorden over: ‘Feelings and emotions’ en kunt ze gebruiken (23)
- Controleer of je de inhoud van § 3.3 voldoende beheerst