Landstede Groep

Adverbs

Bijwoord (adverb)
Een bijwoord zegt iets over een werkwoord (HOE iets gebeurt, actie in de zin).

Een werkwoord is iets wat je kunt doen: doewoord.
fietsen - schrijven
praten - kijken
koken - slapen

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bijwoord (adverb)
Een bijwoord zegt iets over een werkwoord (HOE iets gebeurt, actie in de zin).

Een werkwoord is iets wat je kunt doen: doewoord.
fietsen - schrijven
praten - kijken
koken - slapen

Slide 1 - Tekstslide

She sings ................. (mooi)

Slide 2 - Woordweb

Bijwoord (adverb)
Madonna sings beautifully.
("beautifully" zegt iets over de manier van zingen.)

The dog ate slowly.
("slowly" zegt iets over de manier van eten)

We walk quickly.
("quickly" zegt iets over de manier van lopen)



Slide 3 - Tekstslide

De meeste bijwoorden worden gevormd door -ly toe te voegen aan het bijvoeglijke naamwoord.
beautiful
careful
nice
slow
quick

-> beautifully
-> carefully
-> nicely
-> slowly
-> quickly

Slide 4 - Tekstslide

De meeste bijwoorden worden gevormd door -ly toe te voegen aan het bijvoeglijke naamwoord.
Bijwoorden die eindigen op
-le wordt -ly



terrible
horrible
incredible
-> terribly
-> horribly
-> incredibly

Slide 5 - Tekstslide

De meeste bijwoorden worden gevormd door -ly toe te voegen aan het bijvoeglijke naamwoord.
Bijwoorden die eindigen op:
-ic wordt -ally

fantastic
classic
ironic
-> fantastically
-> classically
-> ironically

Slide 6 - Tekstslide

De meeste bijwoorden worden gevormd door -ly toe te voegen aan het bijvoeglijke naamwoord.
Bijwoorden die eindigen op:
medeklinker + -y wordt  -ily


easy
happy
angry
-> easily
-> happily
-> angrily

Slide 7 - Tekstslide

LET OP! Sommige bijwoorden VERANDEREN NIET !
fast
long
hard
late

Slide 8 - Tekstslide

LET OP! 
good -> bijwoord -> well

Slide 9 - Tekstslide

Wat is juist?
He spoke ..... to her parents.
A
nice
B
nicely

Slide 10 - Quizvraag

Wat is juist?
She did her make-up ..........
A
careful
B
carefully

Slide 11 - Quizvraag

Wat is juist?
She sings .....
A
beautiful
B
beautifully

Slide 12 - Quizvraag


A
The music plays loudly.
B
The music plays loud.

Slide 13 - Quizvraag

Let's eat lunch.................
A
quick
B
quickly

Slide 14 - Quizvraag

Wat is juist?
Some people like to eat very .....
A
slowly
B
slow

Slide 15 - Quizvraag

Wat is juist?
He was running ...................
A
fast
B
fastly

Slide 16 - Quizvraag

Wat is juist?
The thieves were ..... walking around.
A
nervous
B
nervously

Slide 17 - Quizvraag

Wat is juist?
I can ..... find an exit.
A
easy
B
easily

Slide 18 - Quizvraag

The football player moved ......................
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
A
sudden
B
suddenly

Slide 19 - Quizvraag

Wat is juist?
Mr Trump looks .......... for his glasses.
A
careful
B
carefully

Slide 20 - Quizvraag