Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
4.3 resonantie
Welkom in de les
Wat je nodig hebt vandaag:
Pen, potlood en geo
Rekenmachine
Boek
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom in de les
Wat je nodig hebt vandaag:
Pen, potlood en geo
Rekenmachine
Boek
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Bekijken Demo
Quiz 4.3 (wat weet ik al)
Opgaven maken 4.3
Slide 2 - Tekstslide
Vraag 1)
Gebruik je resultaat van stap 1 om te
berekenen hoe ver een massa van
170 gram de veer zal uitrekken.
Slide 3 - Tekstslide
Vraag 2) (T,m)-diagram
massa (gr)
T (s)
50
0,574
100
0,814
150
0,990
200
1,147
300
1,430
Slide 4 - Tekstslide
Vraag 3) (T
2
,m)-diagram
massa (gr)
T
2
(s
2
)
50
0,329
100
0,660
150
0,980
200
1,32
300
2,05
Slide 5 - Tekstslide
Massa-veersysteem
In werkelijkheid zal de amplitude van de trilling door
weerstandskrachten steeds kleiner worden.
Dit proces heet
demping.
Slide 6 - Tekstslide
Massa-veersysteem
De trillingstijd van een massa-veersysteem hangt af
van de massa en de veerconstante.
Amplitude heeft dus geen invloed.
T
=
2
π
√
(
C
m
)
T is de trillingstijd in seconde (s)
m is de massa in kilogram (kg)
C is de veerconstante in
Newton per meter (N/m)
Slide 7 - Tekstslide
Je hangt aan een veer een massa van 130 g. De veer heeft een veerconstante van 15N/m. Bereken de zwaartekracht op het blokje.
Slide 8 - Open vraag
Je hangt aan een veer een massa van 130 g. De veer heeft een veerconstante van 15N/m. Bereken hoe groot de uitrekking van de veer is door het blokje.
Slide 9 - Open vraag
Je trekt vervolgens het blokje nog 5 cm naar beneden. Bereken de kracht die daarvoor nodig is.
Slide 10 - Open vraag
Hoe ver is de veer nu uitgerekt?
Slide 11 - Open vraag
Je laat het blokje nu los. Het gaat dan trillen. Leg uit hoe groot de amplitude van de trilling is.
Slide 12 - Open vraag
Je laat het blokje nu los. Het gaat dan trillen. Bereken met welke trillingstijd het blokje gaat trillen.
Slide 13 - Open vraag
Vervolgens hang je een blokje van 260 gram aan de veer. Ook dit blokje laat je trillen. Ga na of de trillingstijd nu twee keer zo groot is.
Slide 14 - Open vraag
C = 15 N/m
m = 130gr = 0,130 kg
a)
F
z
= m x g
F
z
= 0,130 x 9,81
F
z
= 1,2753 N
F
z
= 1,28 N
Slide 15 - Tekstslide
C = 15 N/m
m = 130gr = 0,130 kg
b)
F = C x u
u = F / C
u = 1,2753 / 15
u = 0,08502 m
u = 0,085 m
Slide 16 - Tekstslide
C = 15 N/m
m = 130gr = 0,130 kg
c)
F = C x u
F = 15 x 0,050
F = 0,75 N
Slide 17 - Tekstslide
d)
De veer is nu
8,5 cm + 5,0 cm = 13,5 cm
uitgerekt.
e) Het blokje is 5,0 cm naar beneden getrokken vanaf de evenwichtstand. De amplitude zal dus 5,0 cm zijn.
Slide 18 - Tekstslide
C = 15 N/m
m = 130gr = 0,130 kg
f)
T
=
2
π
√
(
C
m
)
T
=
2
π
√
(
1
5
0
,
1
3
0
)
T
=
0
,
5
8
s
Slide 19 - Tekstslide
C = 15 N/m
m = 260gr = 0,260 kg
f)
T
=
2
π
√
(
C
m
)
T
=
2
π
√
(
1
5
0
,
2
6
0
)
T
=
0
,
8
3
s
De trillingstijd is dus niet twee keer zo groot geworden.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Eigentrilling en eigenfrequentie
Een trilling die een voorwerp van
zichzelf uitvoert heet de eigentrilling.
De frequentie van die trilling heet de
eigenfrequentie
Slide 22 - Tekstslide
Resonantie
Als een voorwerp een
eigenfrequentie
heeft die overeenkomst met een trilling van
buitenaf, dan gaat het voorwerp ook trillen.
Dit heet
resonantie
.
De trilling van buitenaf heet een
gedwongen trilling.
Slide 23 - Tekstslide
Vandaag
Rekenen met
Nieuwe begrippen
- demping
- eigenfrequentie
- gedwongen trilling
- resonantie
T
=
2
π
√
C
m
Slide 24 - Tekstslide
Huiswerk
4.3 de gemiddelde of verdiepende leerroute af voor maandag.
Slide 25 - Tekstslide