- Via 1 denkstap wordt er naar een begrip gevraagd
T2
toepassing 2 denkstappen
- Leg uitvragen (formuleren)
- Vragen die je uit een tekst moet halen
- Minimaal 2 denkstappen om bij een goed antwoord te komen
I
Inzicht:
- verband met andere onderwerpen
- algemene kennis
Slide 5 - Tekstslide
ik smeer mij in met zonnebrand als......
nooit
alleen voordat ik ga zwemmen
als de zon schijnt in de ochtend
Als de zon schijnt
elke dag
Slide 6 - Poll
Blz 158 - 163
timer
5:00
Keuze
1: Meedoen met de uitleg
2: Zelf de Lesson-up doornemen
3: Samenvatten en vragen maken werkboek
Maar iedereen leest eerst de stof door.
Slide 7 - Tekstslide
Waaruit bestaat je huid?
1: Opperhuid:
- bestaat uit 2 lagen
- Hoornalaag = dode cellen
= de buitenkant
- Kiemlaag = vult hoornlaag aan
= hierin bevind zich pigment
2: Lederhuid
- zitten talgklieren, zweetklieren, haarzakjes, bloedvaten en zintuigcellen
3: Onderhuids bindweefsel
- bloedvakten en zenuwen
- opgeslagen vet wat beschermt tegen kou.
Blz: 159
Slide 8 - Tekstslide
Marieke heeft zich gesneden in glas. Het bloed flink. Welke huidlagen zijn beschadigt?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Zowel A, B als C
Slide 9 - Quizvraag
Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Onderhuids bindweefsel
Slide 10 - Sleepvraag
In je lederhuid zitten zweetklieren en bloedvaten.
Beschrijf de functie van de zweetklieren en de functie van de bloedvaten.
Slide 11 - Open vraag
1:
In de zon zit UV-licht (ultraviolette straling). Deze straling is schadelijk en kan de cellen in je kiemlaag beschadigen. Je verbrand en krijgt dan een rode huid. Gebeurd dit te vaak dan kun je huidkanker krijgen.
Pigment beschermt je tegen UV-straling. Het zorgt ervoor dat de straling minder diep kan doordringen.
Hoe meer pigment hoe bruiner je bent.
2:
Huidkanker ontstaat doordat je kiemlaag vaak beschadigt is geraakt. De cellen gaan zich extra snel delen. Heridoor ontstaat er een gezwel. Het begint met 1 cel die zich steeds blijft delen. Eenmaal bij het bloedvat kan een cel zich verder verspreiden door het lichaam.
blz: 161
Slide 12 - Tekstslide
Max heeft een lichte huid, ook heeft hij sproeten. Wat kun je zeggen over zijn opperhuid?
A
Hij heeft weinig pigment
B
Hij heeft een dunne opperhuid
C
Hij verbrand snel in de zon
D
Zowel A, B als C
Slide 13 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding hiernaast. Is deze huid goed of slecht beschermt tegen de zon. Leg uit waardoor je dit ziet.
Slide 14 - Open vraag
0
Slide 15 - Video
Jelle heeft een licht huidtype. Hij verbrand na ongeveer 10 min in de zon. Hij smeert zich in met factor 20. Leg uit hoelang hij nu in de zon kan liggen?