Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Words and irregular verbs 1 till 40
What is the translation of “obviously”?
A
Concluderend
B
Duidelijk, kennelijk, blijkbaar
C
Dus
1 / 39
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
39 slides
, met
interactieve quizzen
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
What is the translation of “obviously”?
A
Concluderend
B
Duidelijk, kennelijk, blijkbaar
C
Dus
Slide 1 - Quizvraag
What is the translation of “although”?
Slide 2 - Open vraag
What is the translation of “ook al, zelfs als”?
Slide 3 - Open vraag
What is the translation of “Kortom”?
Slide 4 - Open vraag
What is the translation of “echter”?
Slide 5 - Open vraag
What is the translation of “daarom, dus”?
Slide 6 - Open vraag
What is the translation of “in plaats van”?
Slide 7 - Open vraag
What is the translation of “vergelijkbaar”?
Slide 8 - Open vraag
What is the translation of “bovendien”?
Slide 9 - Open vraag
What is the translation of “als gevolg daarvan”?
Slide 10 - Open vraag
What is the translation of “tenzij”?
Slide 11 - Open vraag
What is the translation of “tenminste”?
Slide 12 - Open vraag
What is the translation of “eigenlijk”?
Slide 13 - Open vraag
What is the translation of “according to”?
Slide 14 - Open vraag
What is the translation of “bijvoorbeeld”?
Slide 15 - Open vraag
What is the translation of “als/indien”?
Slide 16 - Open vraag
What is the translation of “onthullen”?
Slide 17 - Open vraag
What is the translation of “bewoner”?
Slide 18 - Open vraag
What is the translation of “afhankelijk van”?
Slide 19 - Open vraag
What is the translation of “geniaal”
Slide 20 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb “worden”
Slide 21 - Open vraag
Fill in all the forms of the vorm to be
Slide 22 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb “bijten”.
Slide 23 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb “blazen”.
Slide 24 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb “breken”.
Slide 25 - Open vraag
Fill in all the forms of “brengen”
Slide 26 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb “kiezen”
Slide 27 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb of “bouwen”
Slide 28 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb “vangen”
Slide 29 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb “kopen”
Slide 30 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb “vallen.”.
Slide 31 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb “eten”.
Slide 32 - Open vraag
Fill in all the forms of the verbs “tekenen/trekken”.
Slide 33 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb “rijden”
Slide 34 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb “voelen”.
Slide 35 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb “vliegen “
Slide 36 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb “vluchten”
Slide 37 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb “geven”
Slide 38 - Open vraag
Fill in all the forms of the verb “Vinden”
Slide 39 - Open vraag