Landstede Groep

6.1 Spanningsbronnen

Mededelingen
  1. De toets mogen jullie een andere (aan einde les?) keer inzien
  2. Over 5 toetsen/opdrachten mogen jullie er 2 herkansen
  3. Vanaf nu gaan we in ons boek werken (tenzij dyslexie)
  4. Degene zonder boek: bewaar uitgeprinte versie
  5. We gaan heel goed nakijken
  6. Elke les je boek bij je, spullen op orde 
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mededelingen
  1. De toets mogen jullie een andere (aan einde les?) keer inzien
  2. Over 5 toetsen/opdrachten mogen jullie er 2 herkansen
  3. Vanaf nu gaan we in ons boek werken (tenzij dyslexie)
  4. Degene zonder boek: bewaar uitgeprinte versie
  5. We gaan heel goed nakijken
  6. Elke les je boek bij je, spullen op orde 

Slide 1 - Tekstslide

Een batterij is een spanningsbron. In een spanningsbron zit......
A
spanning
B
elektrische energie
C
stroom
D
vermogen

Slide 2 - Quizvraag

Nakijken
  1. Magister
  2. ELO
  3. studiewijzers
  4. M&T klas 2 

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 Elektriciteit
6.1 Spanningsbronnen
6.2 Stroomkringen
6.3 Serie en parallel
6.4 Elektriciteit in huis
6.5 Energie 

Begin aan nieuw hoofdstuk
Ongeveer 1 paragraaf per week

Slide 4 - Tekstslide

Voor vandaag
  • Uitleg bij 6.1
  • Opdrachten maken bij 6.1
  • Opdrachten bespreken?
  • Lesafsluiting

Slide 5 - Tekstslide

Elektriciteit

Slide 6 - Woordweb

Elektriciteit
  • Vorm van energie
  • Daardoor kunnen wij onze laptop etc. opladen
  • Maar hoe werkt dat precies? 

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen bij 6.1
Ik leer wat er nodig is om een elektrisch apparaat te laten werken. 
  • Ik weet welke spanningsbronnen er zijn
  • Ik weet wat spanning is
  • Ik weet hoe je de eenheid van spanning kan omrekenen
  • Ik weet hoe een spanningsmeter werkt

Slide 8 - Tekstslide

Hoe kom je elektriciteit tegen in het dagelijkse leven?

Slide 9 - Tekstslide


Wat is er nodig om een elektrisch apparaat te laten werken?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Spanningsbronnen
Een stofzuiger, telefoon, fietslamp en föhn zijn elektrische apparaten.

Een spanningsbron zorgt voor de elektrische energie die een elektrisch apparaat nodig heeft om te werken.

Slide 13 - Tekstslide

Een batterij is een spanningsbron. In een spanningsbron zit......
A
spanning
B
elektrische energie
C
stroom
D
vermogen

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Spanningsbron
Een spanningsbron heeft twee aansluitpunten.

Dit noemen we de polen. 

De ene pool heet pluspool en de andere pool heet minpool.

Slide 16 - Tekstslide

Spanning
De spanning van de spanningsbron bepaalt hoeveel energie de spanningsbron kan leveren. 

Het symbool voor spanning is U
De eenheid van spanning is volt (V).

Stopcontacten in Nederland hebben een spanning van 230 V

Slide 17 - Tekstslide

Massa van olifant
4000 kg
Massa van mier
3 mg

Slide 18 - Tekstslide

Omrekenen van spanning
1 kV = 1000 V
1 kg = 1000 g

Slide 19 - Tekstslide

Omrekenen van spanning
1 kV = 1000 V
1 kg = 1000 g

Slide 20 - Tekstslide

230 V = __________ kV
1 kV = 1000 V

Slide 21 - Tekstslide

2,8 kV = __________ V
1 kV = 1000 V

Slide 22 - Tekstslide

Spanningsmeter of voltmeter
Spanning = grootheid
Volt = eenheid 

Slide 23 - Tekstslide

Spanningsmeter of voltmeter
Zwart = (-) pool en rood = (+) pool

Slide 24 - Tekstslide

Voltmeter
schaalverdeling
meetbereik

Slide 25 - Tekstslide

Wat nu te doen
  • Wat KBL? maak van 6.1 op BLZ 59 opdracht 1 t/m 15 
  • Wat BBL? maak van 6.1 op BLZ 65 opdracht 1 t/m 12 (7 niet)
  • Hoe? overleggen met degene naast je, blijf op plekje zitten, ik loop langs om vragen te beantwoorden
  • Klaar? nakijken en dan aan mij laten zien

Pas opruimen als ik het aangeef!

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 19 

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen bij 6.1
Ik leer wat er nodig is om een elektrisch apparaat te laten werken. 
  • Ik weet welke spanningsbronnen er zijn
  • Ik weet wat spanning is
  • Ik weet hoe je de eenheid van spanning kan omrekenen
  • Ik weet hoe een spanningsmeter werkt

Slide 29 - Tekstslide

Einde van de les
  • Huiswerk KBL? maak van 6.1 opdracht 1 t/m 15
  • Huiswerk BBL? maak van 6.1 opdracht 1 t/m 12 (7 niet)
  • Volgende les: gaan we spanning meten en verder met 6.2 NEEM JE EIGEN SPANNINGSBRON MEE!

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 30 - Tekstslide

Les 2 van 6.1
6.1: spanningsbronnen

Slide 31 - Tekstslide

Voor vandaag
  • Vorige les 
  • Practicum uitleg
  • Practicum voorbereiden 
  • Practicum uitvoeren
  • Kahoot
  • Lesafsluiting

Slide 32 - Tekstslide

Mededeling
  • Huiswerk controle per paragraaf

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen bij 6.1
Ik leer wat er nodig is om een elektrisch apparaat te laten werken. 
  • Ik weet welke spanningsbronnen er zijn
  • Ik weet wat spanning is
  • Ik weet hoe je de eenheid van spanning kan omrekenen
  • Ik weet hoe een spanningsmeter werkt

Slide 34 - Tekstslide

Ga nu naar LessonUp
Ga naar de klas toe!
Nog niet in de klas? Voer code links onderin in

Slide 35 - Tekstslide

Wat is een spanningsbron
A
Een apparaat die elektrische spanning levert
B
Een apparaat die elektrische vermogen levert
C
Een apparaat die de elektrische spanning maakt
D
Een ander woord voor transformator

Slide 36 - Quizvraag

Wat is geen spanningsbron?
A
Batterij
B
Lamp
C
Accu
D
Stopcontact

Slide 37 - Quizvraag

Wat is geen spanningsbron?
A
Batterij
B
Stopcontact
C
Stekker
D
Accu

Slide 38 - Quizvraag

Spanning is een grootheid. Wat is het symbool voor spanning?
A
U
B
V
C
u
D
A

Slide 39 - Quizvraag

De spanning
Noteer de eenheid van de spanning
A
Volt
B
Ampère
C
Ohm
D
Watt

Slide 40 - Quizvraag

Spanning is een grootheid. Wat is de eenheid van spanning?
A
U
B
V
C
u
D
A

Slide 41 - Quizvraag

Een spanningsbron levert...
A
elektrische energie
B
chemische energie
C
licht
D
warmte

Slide 42 - Quizvraag

Een lampje kun je laten branden door het op een batterij aan te sluiten.

Welke opmerking over de batterij is waar?
A
Een batterij heeft alleen een plus pool
B
Een batterij heeft alleen een min pool
C
Een batterij heeft een plus en een min pool

Slide 43 - Quizvraag

De elektrische stroom loopt van de plus-pool naar de min-pool van de batterij.
A
juist
B
onjuist

Slide 44 - Quizvraag

Spanning
De spanning van de spanningsbron bepaalt hoeveel energie de spanningsbron kan leveren. 

Het symbool voor spanning is U
De eenheid van spanning is volt (V).

Stopcontacten in Nederland hebben een spanning van 230 V

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Voltmeter
schaalverdeling
meetbereik

Slide 47 - Tekstslide

Opdracht 19 

Slide 48 - Tekstslide

Practicum 1 Spanning meten BLZ 93 
 


  • Met je eigenspanningsbron
  • NU: BLZ 93 doorlezen 
  • Klaar? lees 6.2 BLZ 62 (KBL) en BLZ 71 (BBL) vast door 
timer
4:00

Slide 49 - Tekstslide

Spanningsmeter of voltmeter
Zwart = (-) pool en rood = (+) pool

Slide 50 - Tekstslide

Practicum uitvoeren
Wat? practicum op BLZ 93 met eigen spanningbron uitvoeren
Hoe? met degene naast je. Beantwoord ook de vragen erbij. 
Hoelang? maximaal 15 minuten. 
Resultaat? vragen op BLZ 94 ingevuld --> a t/m d 
Klaar? mij laten zien. Verder met 6.2 op BLZ 62 (KBL) en BLZ 71 (BBL)  (lezen + maken)
timer
15:00

Slide 51 - Tekstslide

Practicum bespreken
  • Hoe meet je de spanning van een batterij of accu?
  • Welke spanning levert een batterij of accu?
  • Levert een grotere batterij altijd een grotere spanning?
 

Slide 52 - Tekstslide

Nu 
  • 6.2 Doorlezen + opdrachten maken (BLZ 71 BBL en 62 KBL)
  • Klaar? aan mij laten zien 

Slide 53 - Tekstslide

Leerdoelen bij 6.1
Ik leer wat er nodig is om een elektrisch apparaat te laten werken. 
  • Ik weet welke spanningsbronnen er zijn
  • Ik weet wat spanning is
  • Ik weet hoe je de eenheid van spanning kan omrekenen
  • Ik weet hoe een spanningsmeter werkt

Slide 54 - Tekstslide

Einde van de les
  • Huiswerk: zorgen dat practicum is uitgewerkt en je 6.2 hebt gelezen. 
  • Volgende les: gaan we verder met 6.2 

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 55 - Tekstslide