Landstede Groep

hst 15 paragraaf 4 "eenparig vertraagd"

Hst 15.4 "eenparig vertraagd"
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hst 15.4 "eenparig vertraagd"

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen
15.4.1 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met een eenparig vertraagde beweging.
15.4.2 Je kunt de vertraging van een eenparig vertraagde beweging berekenen.
15.4.3 Je kunt berekeningen uitvoeren met de snelheid bij een eenparig vertraagde beweging.
15.4.4 Je kunt het (v,t)-diagram en het (s,t)-diagram van een eenparig vertraagde beweging schetsen.
15.4.5 Je kunt de afstand berekenen die tijdens een eenparig vertraagde beweging is afgelegd.
15.4.6 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de stopafstand, de reactie-afstand en de remweg.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vandaag

Herhaling vorige lessen
uitleg paragraaf 4
opdrachten maken.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet twee foto's.
Welke van deze twee is (of
zijn) een stroboscopische foto?
A
alleen links
B
alleen rechts
C
zowel links als rechts
D
geen van beide

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Dit zijn wel stroboscopische foto's
B
Dit zijn geen stroboscopische foto's

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast zie je een stroboscopische
foto. Tussen elke flits zit 0,4 s.
In hoeveel seconden is deze foto
gemaakt?
A
2,0 s
B
1,6 s
C
1,4 s
D
2,4 s

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding hiernaast zie je een stroboscopische foto. tussen elke lichtflits zit 0,04 seconde. Bereken hoeveel tijd er tussen plek a en b zit.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet hiernaast een stroboscopische foto.
Wat voor soort beweging maakt de bal
op deze foto?
A
Een constante beweging
B
Een eenparige beweging
C
Een versnelde beweging
D
Een vertraagde beweging

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid omrekenen
van m/s naar--> km/h
A
x 3,6
B
x 100
C
: 3,6
D
: 100

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid omrekenen
12 km/uur --> ? m/s
A
43,2
B
43200
C
3,33
D
0,0033

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

s
t
v
Snelheid
Afstand
Tijd

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle eenheden en groten
Schrijf in je schrift en vul aan
Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
afstand
tijd
snelheid
...

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertraagde beweging
Eenparige beweging
Stroboscopische foto
Versnelde beweging

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke formule bereken je gemiddelde snelheid
A
(v)gem=ts
B
Vgem=st
C
s=tv
D
s=vgemt

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de formule om gemiddelde snelheid te berekenen
A
snelheid =afstand : tijd
B
snelheid = tijd : afstand
C
tijd = snelheid x afstand

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent gemiddelde snelheid?
A
Dat het de werkelijke snelheid is op het moment zelf.
B
Dat het een snelheid is die gerekend is over een bepaalde afstand en tijd.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Henk fietst 40 kilometer in 2,5 uur. Wat was zijn gemiddelde snelheid?
A
16 km/h
B
20 km/h
C
18 km/h
D
14 km/h

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je fietst 7 km in 0,5 uur. Wat is je gemiddelde snelheid?
A
3,5 km / h
B
3,9 m / s
C
14 km / h
D
iets anders

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reken de duur (tijd) van de fietstocht uit:

Fietsroute: 24 kilometer lang
Gemiddelde snelheid: 12 kilometer per uur

A
2 uur
B
20 minuten
C
3 uur
D
30 minuten

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de start bereikt de TGV (hoge snelheids trein) in 3 minuten een snelheid van 88,3 m/s.

Bereken de gemiddelde snelheid in m/s
A
29,4 m/s
B
264,9 m/s
C
44,2 m/s

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een schaatser sprint de 500 meter in 35 seconden. Was is zijn gemiddelde snelheid in km/h ongeveer?
A
14 km/h
B
51 km/h
C
35 km/h
D
26 km/h

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je woont 3 km van school, je fietst er 10 minuten over. Wat is je gemiddelde snelheid in km/u ?
A
30 km/u
B
18 km/u
C
Geen idee
D
Ander antwoord

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hst 15.4

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
Er zijn drie soorten bewegingen, een versnelde beweging, een constante beweging (inclusief stilstaan) en een vertraagde beweging.

De grootheden met de eenheden zijn afstand (s) in meter, snelheid (v) in meter per seconde, de tijd (t) in seconde en de versnelling (a) in meter per seconde kwadraat.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eenparige vertraagde beweging
Een beweging waarvan de snelheid regelmatig langzamer wordt eventueel tot stilstand (dat is de laagste snelheid die mogelijk is).

Voorbeelden:
Uitrijden (gas los of stoppen met trappen), remmen, stoppen, ...

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eenparige vertraagde beweging

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Berekeningen
De formules die je gebruikt zijn hetzelfde als bij de versnelde beweging.



                                      Let op, de a is een negatief getal!
vgem=2vbegin+veind
s=vgemt
a=tveindvbegin

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekenen van de versnelling
Noteer de formule en haal de gegevens uit het diagram (de grafiek)

Maak de berekening in je schrift

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord

Slide 30 - Woordweb

- 0,0375 m/s²
Berekenen van de afstand
Noteer de formule en haal de gegevens uit het diagram (de grafiek)

Maak de berekening in je schrift
vergeet de gemiddelde snelheid niet

Slide 31 - Tekstslide

67,5 m
antwoord

Slide 32 - Woordweb

67,5 m
Stoppen
Het stoppen bestaat uit twee delen.

Het eerste gedeelte is het reageren.
Dit is een constante beweging (er wordt nog niet geremd)

Het tweede gedeelte is het remmen.
Dit is een vertraagde beweging tot stilstand

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem dingen die de reactie tijd verlengen

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Benoem dingen die de remweg verlengen

Slide 35 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

stoppen
een auto rijdt met een snelheid van 72 km/h op de weg. De automobilist ziet een hert de weg oversteken en wil gaan stoppen.
De gegevens kun je uit de grafiek halen.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stoppen 1: reageren
Wat voor soort beweging is reageren?
Noteer de formule om de afstand te berekenen.

Noteer de snelheid in m/s tijdens het reageren
Noteer de tijd van het reageren (ieder hokje is 0.5 seconde)

Maak de berekening af


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer je antwoord

Slide 38 - Woordweb

30 m
stoppen 2: remmen
Wat voor soort beweging is remmen?
Noteer de formule om de afstand te berekenen.

Noteer de gemiddelde snelheid in m/s tijdens het remmen
Noteer de tijd van het remmen (ieder hokje is 1 seconde)

Maak de berekening af


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de gemiddelde snelheid

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de afgelegde weg tijdens het remmen

Slide 41 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

stoppen 3: stoppen
Het stoppen zelf gaat over de twee afstanden samen.

De stopafstand = reactieafstand + remweg

Maak de berekening af in je schrift.


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de stopafstand

Slide 43 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

de vertraging
Bereken de vertraging bij het remmen.
Hiervoor heb je de formule nodig en de gegevens kun je uit de grafiek halen.

Maak de som in je schrift en noteer het antwoord op de volgende dia


Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

noteer de vertraging (= zelfde als versnelling)

Slide 45 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies