Landstede Groep

Oefen met vragen maken

Wat gaan we doen vandaag?
  • Voortgang checken
  • Veelgemaakte fouten + samen oefenen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
  • Voortgang checken
  • Veelgemaakte fouten + samen oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Doel voor vandaag:
Met vertrouwen de opdacht af kunnen maken

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel vragen heb je al gemaakt?

Slide 3 - Open vraag

Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?
A
Zenuwcellen
B
Hersenen, hersenstam, ruggenmerg
C
Organen
D
Alle onderdelen van het centrale zenuwstelsel

Slide 4 - Quizvraag

Op de afbeelding zijn drie onderdelen van het centrale zenuwstelsel aangegeven.


Hoe heet onderdeel C?


A
Hersenstam
B
Ruggenmerg
C
Hoofdzenuw
D
Ruggenstam

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet het onderdeel van de hersenen bij het meest rechter pijltje?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenenstam
D
Welk pijltje en waar wijzen ze precies naar?

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet het onderdeel van de hersenen wat wordt aangegeven bij pijltje B?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam

Slide 7 - Quizvraag

Jaapie heeft schade aan zijn grote hersenen. Wat is hiervan het gevolg?

Slide 8 - Open vraag

Nadat Japie hard op zijn achterhoofd is gevallen, kan hij een uur lang minder goed zien.
Leg uit hoe het komt dat hij niet meer goed kan zien.

Slide 9 - Open vraag

Ik heb er vertrouwen in dat ik de opdracht goed kan maken
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Belangrijk!
  • Deadline: zondag 26-04 om 23:59 uur
  • Inleveren: 10 vragen EN de juiste antwoorden
  • Als je er niet uitkomt: stuur mij een chatbericht

Slide 11 - Tekstslide

Heel veel succes!

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de rugzijde van het ruggenmerg?

Slide 13 - Open vraag

Hiernaast zie je een afbeelding van het ruggenmerg.
Welke zijde is de buikzijde (A of B)? Waaraan kan je dat zien?

Slide 14 - Open vraag

Waar loop je tegenaan?

Slide 15 - Woordweb