Landstede Groep

Hfd 6.1-6.4 Wat regelt de overheid - HERHALING1

 6. Wat regelt de overheid?

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomiePraktijkonderwijsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 6. Wat regelt de overheid?

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Planning komende weken 
  • Terugblik op huiswerk / SO
  • Herhaling lesstof
  • Aan de slag met oefenopgaven
                                                         

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
  • ken je de begrippen van hoofdstuk 6
  • heb jij inzicht in wat je goed / minder goed kent

Slide 3 - Tekstslide

....
...
Hoofdstuk 6 - Wat regelt de overheid?

Slide 4 - Tekstslide

6.1: de overheid: wie is dat?
  • Drie soorten overheid (Gemeente, Provincie, Rijksoverheid).
  • Alle drie hebben verschillende taken. 
  • Alles wat de overheid regelt noem je de 'collectieve sector'.
  • Wat niet door de overheid wordt geregeld komt uit de 'particuliere sector'.  
  • iedereen die in dienst is bij de overheid: ambtenaar

Slide 5 - Tekstslide

De overheid kan je indelen in 3 lagen. Welke hoort er niet thuis in dit rijtje?
A
Het Rijk
B
De gemeente
C
Het Waterschap
D
De provincie

Slide 6 - Quizvraag

De overheid bestaat uit:
A
ambtenaren
B
ambtenaren en politici
C
ambtenaren en sporters

Slide 7 - Quizvraag

Docenten zijn ambtenaren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

De gemeente regelt ...
A
zaken voor het hele land.
B
de indeling van het grondgebied.
C
de infrastructuur.
D
alles in je woonplaats.

Slide 9 - Quizvraag

Een andere naam voor de rijksoverheid is..
A
overheid
B
lagere overheid
C
centrale overheid

Slide 10 - Quizvraag

De infrastructuur zijn alle voorzieningen voor bedrijven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

De verkeersdrempels in de gemeente Rijswijk moeten hoger worden!
Wie doet dat?
A
Gemeente
B
Provincie
C
Rijk

Slide 12 - Quizvraag

Gemeente
Provincie
Rijksoverheid
Natuurgebieden
Rijbewijs
Infrastructuur
Onderwijs
Politie
Ophalen huisvuil

Slide 13 - Sleepvraag

Kies de voorzieningen die door de Rijksoverheid geregeld worden.
A
drinkwater
B
onderwijs
C
de stoep in je straat
D
snelwegen

Slide 14 - Quizvraag

6.2: wat doet de overheid: voor ons?
Zorgt voor:
  • Collectieve voorzieningen
  • Sociale zekerheid (die worden betaald uit de 'sociale premies)
  • AOW, huur- en zorgtoeslag 

Wat de overheid niet regelt: particuliere sector

waar iedereen gebruik van kan maken en die de overheid betaalt
uitkering voor mensen die geen of weining injkomen hebben

Slide 15 - Tekstslide

Marlou werkt als monteur bij een telecombedrijf. Ze heeft voor haar werk netwerkkabels getrokken en gemonteerd bij een nieuwe school.
Noteer bij welke sector de baan van Marije hoort.

A
de collectieve sector
B
de particuliere sector
C

Slide 16 - Quizvraag

Welk begrip hoort NIET bij sociale zekerheid?
A
Huurtoeslag
B
Sociale media
C
Sociale premies
D
WW-uitkering

Slide 17 - Quizvraag

Collectieve voorzieningen worden betaald door de overheid.

Geef aan wat daar een voorbeeld van is.
A
Een bedrijf betaalt de uitbreiding van het magazijn
B
Een burger betaalt de bouw van een nieuwe keuken
C
Een zorginstelling betaalt de verbouwing van de verpleegafdeling

Slide 18 - Quizvraag

6.3: hoe komt de overheid aan geld?  
Je betaalt belasting als je:

inkomen verdient                                           inkomensbelasting
winst maakt in een bedrijf                         winstbelasting
iets koopt                                                           BTW
                        

Slide 19 - Tekstslide

Overige inkomsten 
Niet-belastingontvangsten:
  • winst van overheidsbedrijven (NS, Loterij)
  • verkoop van aardgas
  • boetes

Slide 20 - Tekstslide

Bijzondere vorm van belasting
Accijns: is een verbruiksbelasting, zit op: tabak, alcohol en benzine.  Overheid wil gebruik verminderen

Als de overheid het gebruik wil stimuleren, dan geeft ze subsidies (bv zonnepanelen) 

     

Slide 21 - Tekstslide

Wat betekent de afkorting BTW?
A
Belasting Totale Waarde
B
Belasting Toegevoegde Waarde
C
Bruto Totale Waarde
D
Bruto Toegevoegde Waarde

Slide 22 - Quizvraag

Wat is accijns?

Slide 23 - Open vraag

Op welk product wordt GEEN accijns geheven?
A
Tabak
B
Museumbezoek
C
Alcohol
D
Benzine

Slide 24 - Quizvraag

Wat is GEEN soort belasting?
A
BTW
B
Loonbelasting
C
Subsidie
D
Accijns

Slide 25 - Quizvraag

Welke van onderstaande inkomsten van de overheid zijn niet-belastingontvangsten?

1. aardgas 2. accijns 3. boetes 4. winst staatsloterij
A
1, 2, 3
B
1, 2, 4
C
2, 3, 4
D
1, 3, 4

Slide 26 - Quizvraag

6.4 Komt de overheid rond? 
Waar geeft de overheid geld aan uit?
Dit staat in de Rijksbegroting. Deze wordt opgesteld door de Minister van Financiën en besproken op Prinsjesdag. 
De toelichting op de begroting heet de Miljoenennota



Slide 27 - Tekstslide

Welke uitspraak over de miljoenennota en de rijksbegroting is juist?
A
De rijksbegroting licht de miljoenennota toe
B
De miljoenennota licht de rijksbegroting toe
C
De rijksbegroting en de miljoenennota zijn hetzelfde

Slide 28 - Quizvraag

Zelf aan de slag
* Maak de oefentoets (blz 82 en 83).


Klaar?
* Ga verder met de Herhalingsopgaven (blz 84 t/m 87)









    
                                               

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
  • Opgaven van de oefentoets maken
 


Slide 30 - Tekstslide

Einde
Hoofdstuk 6 - Wat regelt de overheid?

Slide 31 - Tekstslide

Als je een betaalde baan hebt betaal je:

A
Loonbelasting
B
Vermogensbelasting
C
Winstbelasting
D
BTW

Slide 32 - Quizvraag

Uitgaven en inkomsten
  • Houd de overheid geld over: begrotingsoverschot
  • Komt de overheid geld tekort: begrotingstekort

Slide 33 - Tekstslide

Bij een begrotingstekort....
  • Minder uitgeven (minder uitkeringen, toeslagen, lager salaris ambtenaren, minder geld voor wegen, defensie)
  • Meer inkomsten (dus meer en hogere belastingen)
  • Geld lenen (geld lenen kost geld: --> rente)

Slide 34 - Tekstslide

Op welke dag worden de begroting van Nederland gepresenteerd?
A
Op Prinsjesdag
B
Op Koningsdag
C
Op de dag van verkiezingen

Slide 35 - Quizvraag