Landstede Groep

GT paragraaf

Hoofdstuk 6:
Vergroten
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6:
Vergroten

Slide 1 - Tekstslide

Programma van de les
  • Herhaling paragraaf 6.4 + 6.5
  • Uitleg paragraaf GT 
  • Zelfstandig aan de slag met paragraaf GT
  • Afsluiting van de les

Slide 2 - Tekstslide

Waar kan ik de schaal vinden?

Slide 3 - Sleepvraag

schaal: als de schaal 1 : 50 is dan betekend dat:....
A
de kaart is 50 x zo klein als de werkelijkheid
B
de kaart is 50 x zo groot als de werkelijkheid
C
wat op de kaart 1 cm is, is in werkelijkheid 50 m.
D
wat op de kaart 1 cm is, is in werkelijkheid 51 cm

Slide 4 - Quizvraag

Hoe bereken je de schaal van een tekening?
Meet in de tekening de lengte van een voorwerp waar je de werkelijke afmeting van wil weten.
Vul de getallen in bij de pijlenketting. Zorg dat je dezelfde lengtemaat gebruikt.
Bereken de factor.
Schrijf de schaal van de tekening op.

Slide 5 - Sleepvraag

De schaal van dit model is 1 : 24
De auto is in het echt 3,6 m.
Hoe groot is de auto op schaal?
Vul de verhoudingstabel
echt
schaal
24 cm
1 cm
3,6 m
12 cm

Slide 6 - Sleepvraag

Het model van Jaime is op schaal gemaakt. In werkelijkheid is Jaime 21 keer zo groot.

De schaal van Jaime is ....
A
21:1
B
1:21
C
21
D
1:8

Slide 7 - Quizvraag

Doelen van de les
Voorkennis:
De leerling kan werken met pijlenkettingen.
De leerling kan vergrotingen berekenen
Doelen:
De leerling kent het begrip 'schaal'
De leerling kan rekenen met schaal
De leerling kan de schaal berekenen
De leerling kan de omtrek van een vergroting berekenen
De leerling kan de oppervlakte van een vergroting berekenen

Slide 8 - Tekstslide

GT
Als we een vergroting hebben, dan kunnen we
ook iets zeggen over de omtrek en de opper-
vlakte van de vergroting.

Als alle zijdes 2 x zo groot worden, dan wordt
de omtrek ook 2x zo groot. Maar hoe zit dat dan met de oppervlakte van dat voorwerp? Bereken de omtrek van de figuren en de oppervlakte van de figuren. Wat is de factor?

Slide 9 - Tekstslide

Extra uitleg of zelfstandig aan het werk? 


  • Maken: paragraaf GT
  • Heb je 6.4 & 6.5 nagekeken?


Let op!
Sluit de les niet af!
Begrijp je de uitleg? Dan mag je stil en zelfstandig aan het werk. 
Extra uitleg, steek je vinger op.

Slide 10 - Tekstslide

 Zelfstandig aan het werk


  • Nakijken / maken: 6.4 & 6.5
  • Maken GT


Let op!
Sluit de les niet af!
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Lesafsluiting
De schaal van een bepaald model is 1/6,5. Wat betekend dit?
het origineel is 1,6 m en op schaal is dat 48 cm. Wat is de schaal?

Slide 12 - Tekstslide

Einde les.
Bedankt en tot de volgende keer!

Slide 13 - Tekstslide