Landstede Groep

Zwakke werkwoorden klas 2HV

Zwakke werkwoorden vervoegen
(fe)esttenten

Klas 1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zwakke werkwoorden vervoegen
(fe)esttenten

Klas 1

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 
Aan het eind van de les weet je wat de stam van een werkwoord is en ken je de (fe)esttenten-regel
Aan het eind van de les kun je zwakke werkwoorden vervoegen


Slide 2 - Tekstslide

Hoe goed begrijp je de zwakke werkwoorden op dit moment?
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 3 - Poll

Slide 4 - Video

Wat kun je vertellen over de (fe)esttenten-regel?

Slide 5 - Open vraag

(fe)-E-ST-T-EN-T-EN regel
Stap 1: Eerst de stam van het werkwoord bepalen (-en)
wohnen --> -en eraf = wohn
Stap 2: kijk naar het persoonlijk voornaamwoord in de zin:
ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie, Sie
Staat er een naam? Jongensnaam = hij (er), meisjesnaam = zij (sie)
Stap 3: bepaal welke letters er nog achter de stam van het werkwoord moeten. 
ich- e   du- st   er/sie/es-t   wir- en   ihr-t   sie/Sie- en

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kun je de stam van het werkwoord vinden?

Slide 7 - Open vraag

Welke vorm van het werkwoord hoort bij het persoonlijk voornaamwoord?
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
wohne
wohnen
wohnen
wohnst
wohnt
wohnt

Slide 8 - Sleepvraag

Ich (wohnen) in Winschoten.
A
wohnen
B
wohne
C
wohnst
D
wohnt

Slide 9 - Quizvraag

Wir (spielen) gerne im Garten.
A
spiele
B
spielst
C
spielt
D
spielen

Slide 10 - Quizvraag

heiรŸen
Ihr ... Sandra und Felix.
A
heiรŸen
B
heiรŸt
C
heiรŸst
D
heiรŸe

Slide 11 - Quizvraag

Ihr (kaufen) gerne Schokolade.
A
kaufe
B
kaufst
C
kauft
D
kaufen

Slide 12 - Quizvraag

Er (zahlen) die Rechnung.
A
zahle
B
zahlst
C
zahlt
D
zahlen

Slide 13 - Quizvraag

Du kauf_____ einen Fisch.

Slide 14 - Open vraag

wohnen
... du nicht bei mehr bei deinen Eltern?

Slide 15 - Open vraag

Wir lieb_____ Meerschweinchen.

Slide 16 - Open vraag

Wann besuch_____ ihr den Zoo?

Slide 17 - Open vraag

Leg de (fe)esttenten-regel in je eigen woorden uit.

Slide 18 - Open vraag

We hebben nu ook geoefend. Hoe goed begrijp je de zwakke werkwoorden nu?
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 19 - Poll

Slide 20 - Tekstslide