Landstede Groep

Jewish conflict with Arabian world

The conflict between Israël and the Arab Wold
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Introductie

Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom Joden lange tijd leefden in diaspora en hoe het zionisme ontstond.

Onderdelen in deze les

The conflict between Israël and the Arab Wold

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Goal
By the end of this presentation, you will be able to recognize and explain why Jews lived in diaspora for a long time and how Zionism came about.

Slide 3 - Tekstslide

The Roman Empire

Slide 4 - Tekstslide

Joden in het Romeinse Rijk (1)
  • Leefden in de provincie Judea

  • Romeinen veroveren dit gebied rond het jaar 1

  • Spanningen tussen Romeinen en Joden: Romeinen geloven in meerdere goden (polytheïsme), Joden maar in één god (monotheïsme). 

Slide 5 - Tekstslide

Jews in Roman Empire
  • Jews do not recognize Roman gods
Julius Caesar makes exception for Jews, but then they must pay extra taxes

Extra taxes cause unrest, revolts and eventually war (Jewish War: 66-70 AD)

Slide 6 - Tekstslide


Romans' conquest and destruction of Jerusalem

Slide 7 - Tekstslide

Jewish diaspora
  • In the Jewish war, many Jews died or were captured (and sold as slaves)
After a new Jewish revolt, Jewish rituals were forbidden

More and more Jews leave the province of Judea (later called Syria-Palestine).

The spread of the Jewish people around the world is called diaspora (literally: 'scattering')

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Antisemitisme in de Middeleeuwen
  • Antisemitisme betekent: haat tegen Joden

  • Oorzaken zijn o.a. dat Joden houden sterk vast aan hun eigen gewoonten/tradities, en dat ze gezien worden als 'moordernaars van Jezus'

  • Gevolgen: verbod op het bezit van eigen grond, uitgesloten worden van verschillende soorten banen (Joden moeten andere, gevaarlijke, niet populaire beroepen gaan uitoefenen: bankier of juwelier)

  • Joden worden bij rampen gezien als schuldigen (zondebok) met pogroms tot gevolg

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Joden in Nederland
  • Na de Middeleeuwen konden Joden in de Republiek redelijk in vrijheid leven

  • Ze mochten (soms) hun eigen geloof beoefenen

  • Amsterdam had de grootste Joodse gemeenschap van Europa: 20.000 Joden (rond 1795)

Slide 12 - Tekstslide

Jiddische woorden in de Nederlandse taal
Jiddisch is een Hebreeuws-Duitse mengtaal van de Joden die zich in de zeventiende eeuw in de Nederlanden vestigden

bollebos, gabber, gein, jatten, kapsones, bajes, gozer, pleite, mazzel, tof, jatten, stiekem, lef, smeris, smoes, snaaien, lawaai, heibel, enz. enz. enz.

Slide 13 - Tekstslide

Nationalisme en Zionisme (1)
  • Nationalisme komt in de 19e eeuw sterk op: veel landen/volken willen laten zien dat zij het beste zijn.

  • Hierdoor zijn andere landen/volken/culturen minder. Gevolg: discriminatie, onderdrukking en geweld

  • Zeer veel geweld (pogroms) tegen Joden in Rusland

Slide 14 - Tekstslide

 Zionism (1900)
Zionism: the pursuit by Jews of their own Jewish state (preferably in Palestine)

Important Zionist: Theodor Herzl (1860-1904) (book: Der Judenstaat)

Slide 15 - Tekstslide














‘We vormen een volk, één volk. Overal waar we geleefd hebben, hebben we oprecht geprobeerd ons aan te passen aan de levensstijl van anderen, zonder ons eigen geloof op te geven. Maar dat stond men ons niet toe... Daarom is het antwoord simpel. Geef ons een stukje aarde waar we in overeenstemming met onze eigen Joodse behoeften kunnen leven, dan zullen we ons voor de rest best kunnen redden.’



                                                                             




                                                            - Theodor Herzl, Der Judenstaat, 1896

Slide 16 - Tekstslide





But in around the mountain Zion, only Arabian (muslim) people lived..

Slide 17 - Tekstslide

Palestina na de Romeinen
  • Het gebied werd in de 7e eeuw door Arabische moslims veroverd.

  • In de stad Jeruzalem bouwden ze op de Tempelberg o.a.: de Rotskoepel en de Al-Aqsamoskee

  • In die tijd woonden moslims, christenen en Joden min of meer vreedzaam naast elkaar

Slide 18 - Tekstslide

Kruistochten
  • Vreedzame situatie verandert in de 11e eeuw: de Seltsjoeken (Turks-Islamitisch volk) nemen het gebied in en maken het christelijke pelgrims lastig

  • Europese legers proberen het gebied (en Jeruzalem) te veroveren

  • Deze kruistochten waren maar tijdelijk succesvol

Slide 19 - Tekstslide





Het Ottomaanse Rijk
in 1683

Slide 20 - Tekstslide

Palestina in het Ottomaanse Rijk (1)

  • Vanaf 1516 hoort Palestina bij het Ottomaanse Rijk (Turkse Rijk)

  • Joden, christenen en moslims leven vreedzaam naast/met elkaar

  • In het gebied wonen veel arme boeren die de grond pachten (huren) van Arabische grootgrondbezitters

Slide 21 - Tekstslide

Palestina in het Ottomaanse Rijk (2)
  • Situatie verandert halverwege de 19e eeuw: meestal rijke Joodse migranten (gevlucht uit Europa voor het antisemitisme) kopen grond van de Arabische grootgrondbezitters. 

  • Maar: dit was toch grond dat eigenlijk verhuurd werd aan arme boeren in Palestina? Klopt: de spanningen in het gebied nemen daarom toe.

Slide 22 - Tekstslide

Het verval van het Ottomaanse Rijk
Grote problemen voor het Ottomaanse Rijk in de 19e eeuw:

  • Groeiend nationalisme van volken binnen het rijk: willen onafhankelijk zijn

  • Europese landen azen op het Midden-Oosten: om economische- (olie, Suezkanaal), politieke- (machtsuitbreiding), en godsdienstige redenen (Bijbelse gebeurtenissen vonden hier plaats)

  • Voor Groot-Brittannië geldt ook: het Suezkanaal was 'de navelstreng van het Britse Rijk', de snelste route naar hun kolonie India.

Slide 23 - Tekstslide

World War 1

Slide 24 - Tekstslide

Belofte maakt schuld... (1)

  • Het Ottomaanse Rijk probeert zichzelf staande te houden tegen de invloeden van Frankrijk en Groot-Brittannië en kiest daarom de kant van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije (Centralen)

  • Hiermee wordt het Ottomaanse Rijk ook een vijand van Groot-Brittannië

Slide 25 - Tekstslide

Promise is debt...
Britain colonised most Arab countries in the Middle East

Britain could use any help (money, goods and soldiers) in the area ...

...and are going to promise things to various groups in the region.

Slide 26 - Tekstslide

1917: Balfour Declaration.

British promise the Jews, a Jewish national home, in exchange for support to the British

Slide 27 - Tekstslide

What could Zionist do with the Balfour declaration?

Slide 28 - Open vraag

...but also promise the area to themselves!
  • 1916: Sykes-Picot Treaty
France and Britain do not want to give the area away to other countries or peoples at all: they want to keep it for themselves.

The double promises of 1915 and 1917, combined with this treaty is the basis for today's problems in the Middle East

Slide 29 - Tekstslide

World War 2

Slide 30 - Tekstslide

Why would the outcome of the Holocost strenghten Zionism?

Slide 31 - Open vraag

Proposal GB: 
2 states

Jews agreed, Palestinians refused.

Therefore, in 1948, Jewish leader Ben Gurion himself but proclaimed their own State of Israel.

Slide 32 - Tekstslide

Why would the Palestanians refuse the proposal?

Slide 33 - Open vraag

Lawrence
of Arabia



Film over de rol van
de Britten tijdens de
Eerste Wereldoorlog
(USA 1962, 227 min)

Slide 34 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

  • Joodse diaspora
  • antisemitisme
  • pogrom
  • nationalisme
  • zionisme
  • Ottomaanse Rijk
  • Sykes-Picotverdrag
  • Balfour-verklaring

Slide 35 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Theodor Herzl

Slide 36 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • Vanaf 66: Joodse diaspora
  • 1896: Der Judenstaat van Theodor Herzl verschijnt
  • 1915: McMahon-Hussein-correspondentie
  • 1916: Sykes-Picot-verdrag
  • 1917: Balfour-verklaring

Slide 37 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 38 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 39 - Open vraag