Landstede Groep

Toets thema 1 - Materie van dichtbij (2023)

Leerdoelen thema 1: materie van dichtbij
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen thema 1: materie van dichtbij

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken van de toets
❗Sluit alle apps en tabbladen❗

Je mag niets anders openen tijdens de toets, doe je dit wel dan telt dit als spieken en wordt het beoordeeld met een 1,0!

In totaal 49 punten 
In totaal 34 vragen
Toets telt 3x mee

Slide 2 - Tekstslide

er blijft er één over
verdampen
condenseren
stollen
smelten
rijpen
vervluchtigen
/ sublimeren
gas
vloeistof
vaste stof
emulgeren

Slide 3 - Sleepvraag

Welke scheidingsmethode
zie je in de afbeelding?
A
extraheren
B
filtreren
C
destilleren
D
bezinken

Slide 4 - Quizvraag

Welke scheidingsmethode wordt gebruikt in een stofzuiger?
A
Filtreren
B
Indampen
C
Bezinken
D
Extraheren

Slide 5 - Quizvraag

Welke scheidings-methoden gebruik je hier?
A
bezinken + afschenken
B
filtreren + extraheren
C
Afschenken + extraheren
D
indampen + extraheren

Slide 6 - Quizvraag

Welke scheidingsmethode kan je het beste gebruiken om water en zout te scheiden?
A
Filtreren
B
Scheiden
C
Indampen
D
Bezinken

Slide 7 - Quizvraag

Welk soort mengsel staat hiernaast afgebeeld?
A
Suspensie
B
Verzadigde oplossing
C
Legering
D
Emulsie

Slide 8 - Quizvraag

Welke scheidingsmethoden herken je in de afbeelding hiernaast.
A
Filtratie
B
Destillatie
C
Extraheren
D
Bezinken en afschenken

Slide 9 - Quizvraag

De volgende drie slides horen bij elkaar

Slide 10 - Tekstslide

In een keukenkastje wordt een witte vaste stof gevonden. Esther moet onderzoeken welke stof dit is en doet drie proeven waarvan alleen de eerste hier onder staat beschreven.

Proef 1: Zij brengt een theelepeltje van deze witte vaste stof in een glas met water en roert goed. Er ontstaat daarbij een witte troebele vloeistof en op de bodem van het glas ligt een witte vaste stof.
In een verzadigde oplossing kan _______ meer van dezelfde vaste stof oplossen.
nog
niets

Slide 11 - Sleepvraag

In een keukenkastje wordt een witte vaste stof gevonden. Esther moet onderzoeken welke stof dit is en doet drie proeven waarvan alleen de eerste hier onder staat beschreven.

Proef 1: Zij brengt een theelepeltje van deze witte vaste stof in een glas met water en roert goed. Er ontstaat daarbij een witte troebele vloeistof en op de bodem van het glas ligt een witte vaste stof.
De vloeistof bij proef 1 is ________.
verzadigd
onverzadigd

Slide 12 - Sleepvraag

In een keukenkastje wordt een witte vaste stof gevonden. Esther moet onderzoeken welke stof dit is en doet drie proeven waarvan alleen de eerste hier onder staat beschreven.

Proef 1: Zij brengt een theelepeltje van deze witte vaste stof in een glas met water en roert goed. Er ontstaat daarbij een witte troebele vloeistof en op de bodem van het glas ligt een witte vaste stof.
Een ander woord voor de troebele vloeistof uit proef 1 is ________.
emulsie
suspensie
oplossing

Slide 13 - Sleepvraag

klik verder 🖱

Slide 14 - Tekstslide

Zuivere stof of mengsel?
zuivere stof
mengsel

Slide 15 - Sleepvraag

 Sleep de begrippen naar het juiste plaatje.
Mengsel
Zuivere stof

Slide 16 - Sleepvraag

Sleep de juiste naam van het mengsel bij de goede letter.

Er blijft er één over.
A
B
C
OPLOSSING
SUSPENSIE
EMULSIE
legering

Slide 17 - Sleepvraag

Geef de mengsels de juiste naam

Er kunnen antwoorden over blijven.

suspensie
emulsie
oplossing
Legering
emulgator

Slide 18 - Sleepvraag

juist
onjuist
A. Kookpunt is een stofeigenschap.
B. Oplosbasbaarheid is een stofeigenschap.
C. Gewicht is een stofeigenschap.

D. Vorm is een stofeigenschap.

Slide 19 - Sleepvraag

Leg uit of de fase van een zuivere stof wel of geen stofeigenschap is. Geef dus een duidelijke verklaring voor je antwoord.

Slide 20 - Open vraag

Leg uit wat er gebeurt bij het verdampen van een stof.

Slide 21 - Open vraag

Welk soort mengsels staan hiernaast afgebeeld?
A
Legering
B
Suspensie
C
Onverzadigde oplossing
D
Emulsie

Slide 22 - Quizvraag

Welk soort mengsels staan hiernaast afgebeeld?
A
Verzadigde oplossing
B
Suspensie
C
Onverzadigde oplossing
D
Emulsie

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel verschillende moleculen zijn er afgebeeld?
Geef je antwoord in getallen!

Slide 24 - Open vraag

Hoeveel verschillende atomen zijn er afgebeeld?
Geef je antwoord in getallen!

Slide 25 - Open vraag

Hoeveel atomen zijn er afgebeeld?
Geef je antwoord in getallen!

Slide 26 - Open vraag

Wat is hier afgebeeld?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 27 - Quizvraag

Welk soort mengsel staat hiernaast afgebeeld (het beeld)?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie
D
Legering

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het scheidingsprincipe van destilleren?
A
Deeltjesgrootte
B
Dichtheid
C
Kookpunt
D
Oplosbaarheid

Slide 29 - Quizvraag

Waarop berust de Scheidingsmethoden indampen?
A
Verschil in dichtheid
B
Verschil in kookpunt
C
Verschil in deeltjes grootte
D
Geen van deze antwoorden is juist

Slide 30 - Quizvraag

Alcohol kun je uit wijn destilleren, omdat...
A
... alcohol geen kookpunt heeft.
B
... alcohol en water geen oplossing vormen.
C
... alcohol een lager kookpunt heeft dan water.
D
... water een lager kookpunt heeft dan ethanol.

Slide 31 - Quizvraag

Een alcoholmolecuul in bier is anders dan een alcoholmolecuul in wijn.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Bij het koken van een stof breken de moleculen in kleinere stukjes.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Moleculen hebben geen enkele aantrekkingskracht tot elkaar.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Er zit helemaal niets tussen moleculen van een stof.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Moleculen in een gas bewegen sneller dan de moleculen in een vloeistof.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Maak een werkwijze waarbij je jouw moeder advies geeft hoe ze de kalksteen uit de waterkoker kan krijgen?

Slide 37 - Open vraag

de volgende twee vragen horen bij elkaar 
maak eerst de vraag met het cup a soep plaatje. Daarna de andere. 

Slide 38 - Tekstslide


Petra wil weten wat het massapercentage cup a soup in een beker is. De massa van een beker met cup a soup en water is 412 gram. Ze verdampt al het water uit haar kopje. Na het verdampen heeft haar beker met cup a soup een massa van 131 gram. Haar kopje maakt ze schoon en droog en daarna blijkt dat het kopje een massa heeft van 119 gram. Wat is de massapercentage cup a soup in één kopje? (noteer de berekening en formule)

Slide 39 - Open vraag

Petra bespreekt haar bevindingen met Matthijs. Matthijs zegt dat haar massapercentage niet klopt. Leg uit of de massapercentage cup a soup eigenlijk hoger, lager of gelijk moet zijn?

Slide 40 - Open vraag

klik verder 🖱

Slide 41 - Tekstslide

Klaar? 🥳
1. Bekijk nog even kort je antwoorden
2. Klik op inleveren.
3. Sluit laptop af.
4. Pak je leesboek erbij.

Slide 42 - Tekstslide