In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Leerdoelen thema 1: materie van dichtbij
Slide 1 - Tekstslide
Afspraken van de toets
❗Sluit alle apps en tabbladen❗
Je mag niets anders openen tijdens de toets, doe je dit wel dan telt dit als spieken en wordt het beoordeeld met een 1,0!
In totaal 49 punten
In totaal 34 vragen
Toets telt 3x mee
Slide 2 - Tekstslide
er blijft er één over
verdampen
condenseren
stollen
smelten
rijpen
vervluchtigen
/ sublimeren
gas
vloeistof
vaste stof
emulgeren
Slide 3 - Sleepvraag
Welke scheidingsmethode zie je in de afbeelding?
A
extraheren
B
filtreren
C
destilleren
D
bezinken
Slide 4 - Quizvraag
Welke scheidingsmethode wordt gebruikt in een stofzuiger?
A
Filtreren
B
Indampen
C
Bezinken
D
Extraheren
Slide 5 - Quizvraag
Welke scheidings-methoden gebruik je hier?
A
bezinken + afschenken
B
filtreren + extraheren
C
Afschenken + extraheren
D
indampen + extraheren
Slide 6 - Quizvraag
Welke scheidingsmethode kan je het beste gebruiken om water en zout te scheiden?
A
Filtreren
B
Scheiden
C
Indampen
D
Bezinken
Slide 7 - Quizvraag
Welk soort mengsel staat hiernaast afgebeeld?
A
Suspensie
B
Verzadigde oplossing
C
Legering
D
Emulsie
Slide 8 - Quizvraag
Welke scheidingsmethoden herken je in de afbeelding hiernaast.
A
Filtratie
B
Destillatie
C
Extraheren
D
Bezinken en afschenken
Slide 9 - Quizvraag
De volgende drie slides horen bij elkaar
Slide 10 - Tekstslide
In een keukenkastje wordt een witte vaste stof gevonden. Esther moet onderzoeken welke stof dit is en doet drie proeven waarvan alleen de eerste hier onder staat beschreven.
Proef 1: Zij brengt een theelepeltje van deze witte vaste stof in een glas met water en roert goed. Er ontstaat daarbij een witte troebele vloeistof en op de bodem van het glas ligt een witte vaste stof.
In een verzadigde oplossing kan _______ meer van dezelfde vaste stof oplossen.
nog
niets
Slide 11 - Sleepvraag
In een keukenkastje wordt een witte vaste stof gevonden. Esther moet onderzoeken welke stof dit is en doet drie proeven waarvan alleen de eerste hier onder staat beschreven.
Proef 1: Zij brengt een theelepeltje van deze witte vaste stof in een glas met water en roert goed. Er ontstaat daarbij een witte troebele vloeistof en op de bodem van het glas ligt een witte vaste stof.
De vloeistof bij proef 1 is ________.
verzadigd
onverzadigd
Slide 12 - Sleepvraag
In een keukenkastje wordt een witte vaste stof gevonden. Esther moet onderzoeken welke stof dit is en doet drie proeven waarvan alleen de eerste hier onder staat beschreven.
Proef 1: Zij brengt een theelepeltje van deze witte vaste stof in een glas met water en roert goed. Er ontstaat daarbij een witte troebele vloeistof en op de bodem van het glas ligt een witte vaste stof.
Een ander woord voor de troebele vloeistof uit proef 1 is ________.
emulsie
suspensie
oplossing
Slide 13 - Sleepvraag
klik verder 🖱
Slide 14 - Tekstslide
Zuivere stof of mengsel?
zuivere stof
mengsel
Slide 15 - Sleepvraag
Sleep de begrippen naar het juiste plaatje.
Mengsel
Zuivere stof
Slide 16 - Sleepvraag
Sleep de juiste naam van het mengsel bij de goede letter.
Er blijft er één over.
A
B
C
OPLOSSING
SUSPENSIE
EMULSIE
legering
Slide 17 - Sleepvraag
Geef de mengsels de juiste naam
Er kunnen antwoorden over blijven.
suspensie
emulsie
oplossing
Legering
emulgator
Slide 18 - Sleepvraag
juist
onjuist
A. Kookpunt is een stofeigenschap.
B. Oplosbasbaarheid is een stofeigenschap.
C. Gewicht is een stofeigenschap.
D. Vorm is een stofeigenschap.
Slide 19 - Sleepvraag
Leg uit of de fase van een zuivere stof wel of geen stofeigenschap is. Geef dus een duidelijke verklaring voor je antwoord.
Slide 20 - Open vraag
Leg uit wat er gebeurt bij het verdampen van een stof.
Slide 21 - Open vraag
Welk soort mengsels staan hiernaast afgebeeld?
A
Legering
B
Suspensie
C
Onverzadigde oplossing
D
Emulsie
Slide 22 - Quizvraag
Welk soort mengsels staan hiernaast afgebeeld?
A
Verzadigde oplossing
B
Suspensie
C
Onverzadigde oplossing
D
Emulsie
Slide 23 - Quizvraag
Hoeveel verschillende moleculen zijn er afgebeeld?
Geef je antwoord in getallen!
Slide 24 - Open vraag
Hoeveel verschillende atomen zijn er afgebeeld?
Geef je antwoord in getallen!
Slide 25 - Open vraag
Hoeveel atomen zijn er afgebeeld?
Geef je antwoord in getallen!
Slide 26 - Open vraag
Wat is hier afgebeeld?
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 27 - Quizvraag
Welk soort mengsel staat hiernaast afgebeeld (het beeld)?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie
D
Legering
Slide 28 - Quizvraag
Wat is het scheidingsprincipe van destilleren?
A
Deeltjesgrootte
B
Dichtheid
C
Kookpunt
D
Oplosbaarheid
Slide 29 - Quizvraag
Waarop berust de Scheidingsmethoden indampen?
A
Verschil in dichtheid
B
Verschil in kookpunt
C
Verschil in deeltjes grootte
D
Geen van deze antwoorden is juist
Slide 30 - Quizvraag
Alcohol kun je uit wijn destilleren, omdat...
A
... alcohol geen kookpunt heeft.
B
... alcohol en water geen oplossing vormen.
C
... alcohol een lager kookpunt heeft dan water.
D
... water een lager kookpunt heeft dan ethanol.
Slide 31 - Quizvraag
Een alcoholmolecuul in bier is anders dan een alcoholmolecuul in wijn.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist
Slide 32 - Quizvraag
Bij het koken van een stof breken de moleculen in kleinere stukjes.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Moleculen hebben geen enkele aantrekkingskracht tot elkaar.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist
Slide 34 - Quizvraag
Er zit helemaal niets tussen moleculen van een stof.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist
Slide 35 - Quizvraag
Moleculen in een gas bewegen sneller dan de moleculen in een vloeistof.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist
Slide 36 - Quizvraag
Maak een werkwijze waarbij je jouw moeder advies geeft hoe ze de kalksteen uit de waterkoker kan krijgen?
Slide 37 - Open vraag
de volgende twee vragen horen bij elkaar
maak eerst de vraag met het cup a soep plaatje. Daarna de andere.
Slide 38 - Tekstslide
Petra wil weten wat het massapercentage cup a soup in een beker is. De massa van een beker met cup a soup en water is 412 gram. Ze verdampt al het water uit haar kopje. Na het verdampen heeft haar beker met cup a soup een massa van 131 gram. Haar kopje maakt ze schoon en droog en daarna blijkt dat het kopje een massa heeft van 119 gram. Wat is de massapercentage cup a soup in één kopje? (noteer de berekening en formule)
Slide 39 - Open vraag
Petra bespreekt haar bevindingen met Matthijs. Matthijs zegt dat haar massapercentage niet klopt. Leg uit of de massapercentage cup a soup eigenlijk hoger, lager of gelijk moet zijn?