In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Introductie
Aan het eind van de les kun je herkennen en uitleggen op welke manieren migranten zich aanpassen
Onderdelen in deze les
Programma
Hoofdvraag: Hoe ziet de weg van een asielzoeker eruit?
Instructie: Assimilatie, segregatie, integratie
Aan de slag: Integratie probleem oplossen
Terugblik en beantwoorden hoofdvraag
Slide 1 - Tekstslide
Zoek op internet een afbeelding bij de volgende begrippen en kopieer ze in een word bestand. Zet de begrippen bij de foto.
Leg telkens uit waarom je vindt dat de afbeelding bij het begrip past.
Vergelijk daarna in tweetallen
Succes!
subcultuur,
dominante cultuur,
etnische cultuur,
normen en waarden,
pluriforme samenleving,
discriminatie,
vooroordeel,
stereotype,
racisme
Klaar?
Maken: Maken blz. 114 en 115. Asiel in Nederland
Maken: blz 116 t/m 118 opdracht 1 t/m 11.
timer
12:00
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je uitleggen hoe het verloop van een asielaanvraag gaat.
Je kunt het verschil uitleggen en herkennen tussen assimilatie, segregatie en integratie
Slide 3 - Tekstslide
Hoofdvraag:
Hoe ziet de weg van een asielzoeker eruit?
Deelvraag:
Hoe verloopt het integratieproces?
Slide 4 - Tekstslide
Hele eigen cultuur wordt vervangen door
de dominante cultuur waar je woont.
Je past je dus helemaal aan.
Slide 5 - Tekstslide
Er is een sterke scheiding tussen de
verschillende groepen.
Meer scheiding leidt tot meer vooroordelen
Slide 6 - Tekstslide
Migranten nemen een deel van de dominante cultuur over,
maar behouden ook veel dingen van de eigen cultuur
Slide 7 - Tekstslide
Zoek een voorbeeld waarvan een van drie duidelijk zichtbaar is: integratie, assimilatie en segregatie. Plaats de afbeelding hier.
Slide 8 - Open vraag
Spanningen
Oorzaak 1: Beide groepen zijn bang om iets te verliezen (een deel van de autochtone bevolking is bijvoorbeeld bang dat 'hun' samenleving verdwijnt)
Oorzaak 2: Vooroordelen en stereotypen nemen toe ("één asielzoeker pleegt een diefstal, alle asielzoekers zijn criminelen")
Slide 9 - Tekstslide
Oorzaken
Vooroordelen zorgen voor wantrouwen
Normen en waarden kunnen sterk van elkaar verschillen in culturen. Als deze verschillen (in één keer) duidelijk zichtbaar zijn, dan kunnen mensen zich bedreigd voelen
Slide 10 - Tekstslide
Integratie probleem oplossen
Veel immigranten hebben moeite om mee te komen in de Nederlandse samenleving. Schrijf drie dingen op waarmee ze moeite hebben, bedenk dan een aantal dingen hoe je ze zou kunnen helpen. (individueel)
Je wisselt je antwoorden uit met degene naast je
Uitkomst: Jullie hebben een probleem of problemen opgeschreven waar immigranten tegen aanlopen. Je hebt hierbij een aantal oplossing bedacht.
Als iedereen klaar is gaan we het bespreken.
Klaar: maken blz. 114 en 115. Asiel in Nederland
timer
10:00
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag 6.4
Lezen theorie in je lesboek van blz. 94 en 95
Maken blz. 114 en 115. Asiel in Nederland
Maken: blz 116 t/m 118 opdracht 1 t/m 11.
Klaar? Maken bladzijde 124
Slide 12 - Tekstslide
Hoofdvraag: Leg in eigen woorden uit hoe de weg van een asielzoeker verloopt.
Slide 13 - Open vraag
Ik kan de verschillen tussen assimilatie, segregatie en integratie uitleggen
Eens
Een beetje
Oneens
Slide 14 - Poll
Zijn de uitspraken juist of onjuist? 1. Nieuwkomers die integreren nemen de Nederlandse dominante cultuur helemaal over. 2. Bij segregatie leven verschillende bevolkingsgroepen samen.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 15 - Quizvraag
I. Nieuwkomers die assimileren nemen de Nederlandse dominante cultuur maar een beetje over. II. Bij segregatie leven verschillende bevolkingsgroepen samen.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Ze zijn beiden juist
D
Ze zijn beiden onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Zijn de volgende beweringen juist of onjuist? I Zwarte scholen zijn een teken van segregatie. II Integratie houdt in dat leden van subculturen tenminste de belangrijkste waarden van de dominante cultuur erkennen