Landstede Groep

vmbo-b 3 wi: GR12 H1 1.1 en 1.2 rekenen met geld + rekenen met tijd

Rekenen met tijd - geld
* Je kunt geld afronden bij pinnen en bij contant betalen
* Je kunt prijzen vergelijken
* Je kunt rekenen met tijd
* Je kunt vergelijken wanneer een abonnement goedkoper is
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Rekenen met tijd - geld
* Je kunt geld afronden bij pinnen en bij contant betalen
* Je kunt prijzen vergelijken
* Je kunt rekenen met tijd
* Je kunt vergelijken wanneer een abonnement goedkoper is

Slide 1 - Tekstslide

voorbeeld:    12,3456          7,098

Slide 2 - Tekstslide

9,09 is afgerond op één decimaal
A
9
B
9,0
C
9,1
D
9,10

Slide 3 - Quizvraag

€7,86 is afgerond bij contant betalen
A
€7,85
B
€7,86
C
€7,90
D
€7,80

Slide 4 - Quizvraag

€4,896 is afgerond bij pinnen
A
€4,85
B
€4,89
C
€4,90
D
€4,9

Slide 5 - Quizvraag

Eenheden van tijd 
1 millennium = 1 000 jaren
1 eeuw        = 100 jaren
1 jaar         = 4 kwartalen
1 jaar         = 12 maanden
1 jaar         = 52 weken
1 jaar         = 365 of 366 dagen
1 kwartaal   = 3 maanden
1 kwartaal   = 13 weken
1 week = 7 dagen
1 dag = 24 uren
1 dag = 1 etmaal
1 uur = 60 minuten
1 uur = 4 kwartieren
1 kwartier = 15 minuten
1 minuut = 60 seconden

Slide 6 - Tekstslide

Eenheden van tijd met komma's

1,2 jaar = ... jaar en .... dagen
voorbeeld;
1 jaar en 0,2 jaar

1 jaar     = 365 dagen
0,1 jaar  = 36,5 dagen
0,2 jaar = 73 dagen

1,2 jaar = 1 jaar en 73 dagen

Slide 7 - Tekstslide

Een abonnement kost 15 euro per maand,
of 200 euro per jaar.

Laat met berekeningen zien wat goedkoper is.
A
Abbo €15,- p/m
B
Abbo €200,- p/j

Slide 8 - Quizvraag

Een abonnement kost 15 euro per maand,
of 200 euro per jaar.
Laat met berekeningen zien wat goedkoper is.

Slide 9 - Open vraag

Hoeveel kwartalen zitten er in een half jaar?
(kennis)
A
1
B
2
C
4
D
8

Slide 10 - Quizvraag

Twee tijgerbroden kosten 1,50 euro.
Drie sesambroden kosten 2,40.

Laat met berekeningen zien welk brood goedkoper is.
A
1 tijgerbrood is goedkoper
B
1 sesambrood is goedkoper

Slide 11 - Quizvraag

Twee tijgerbroden kosten 1,50 euro.
Drie sesambroden kosten 2,40.
Laat met berekeningen zien welk brood goedkoper is.

Slide 12 - Open vraag

Matthew gaat naar de sportschool. Hij kan 25 euro per maand betalen, of 120 euro per half jaar.

Wat is goedkoper?
A
€25,- p/m
B
€120,- per half jaar

Slide 13 - Quizvraag

Matthew gaat naar de sportschool. Hij kan 25 euro per maand betalen, of 120 euro per half jaar.
Bereken hoeveel voordeliger het is om per half jaar te betalen.

Slide 14 - Open vraag

LOM- uur wiskunde 
klas 3
Werk tot de bel aan je wiskunde huiswerk
of werk verder aan SMART rekenen.

Slide 15 - Tekstslide

Ik snap de uitleg van vandaag
super goed
goed
een beetje
helemaal niet

Slide 16 - Poll

We hebben vandaag met wisbordjes en met werkbladen gewerkt.
Wat vind jij fijner?
wisbordjes
werkbladen
maakt me niet uit

Slide 17 - Poll

Hoe kijk jij het liefst na?
antwoorden op het bord
zelf een werkboek
via mobiel
maakt mij niet uit

Slide 18 - Poll

Ik vind de sommen van vandaag
goed te maken
te makkelijk
te moeilijk

Slide 19 - Poll

Dit helpt mij bij wiskunde

Slide 20 - Woordweb