Bij Harm meten we de volgende waardes van de uitgeademde lucht: zuurstof 17%; koolstofdioxide 3%. Wat is vermoedelijk de samenstelling geweest van zijn ingeademde lucht?
A
Zuurstof 16%, koolstofdioxide 4%
B
Zuurstof 21%, koolstofdioxide 4%
C
Zuurstof 16%,
koolstofdioxide 0,04%
D
Zuurstof 21%,
koolstofdioxide 0,04%
Slide 3 - Quizvraag
De hik is een fenomeen dat wereldwijd bekend is. Het komt voor bij mensen en bij andere zoogdieren. Bij de hik trekt je ........................... krachtig en onwillekeurig samen. Hierdoor stopt de ademhaling even.
A
Borstspier
B
Ribbenkast
C
Middenrif
D
Long
Slide 4 - Quizvraag
Hoe adem je in met borstademhaling? De ribben gaan ..... De borstholte wordt ...... De longen worden ..... Vul de drie ontbrekende woorden in.
Slide 5 - Open vraag
Neusholte
Kraakbeenring
Long
Middenrif
Huig
Bronchien
Bronchiolus
Longblaasje
Slide 6 - Sleepvraag
Welke soort cellen verplaatsten stofdeeltjes uit de longen
A
Slijmcellen
B
Trilhaarcellen
C
Slijmcellen en trilhaarcellen
D
Trilharen
Slide 7 - Quizvraag
Welke soort cellen houden ziektemakers tegen zodat die niet in de longen terecht komen?
A
Slijmcellen
B
Trilhaarcellen
C
Slijmcellen en trilhaarcellen
D
Trilharen
Slide 8 - Quizvraag
Noem 3 redenen waarom de neusademhaling gezonder is dan de mondademhaling
Slide 9 - Open vraag
Leerdoel
Je kent alle onderdelen van de microscoop met de functies
Slide 10 - Tekstslide
Revolver
1
Objectief
2
Klemmen
3
Kruistafel
4
Diafragma
5
Lampje
6
Oculair
7
Tubus
8
Statief
9
Grote stelschroef
10
Kleine stelschroef
11
Voet
12
Kruistafel stelknoppen
13
Je gaat de onderdelen van de microscoop leren.
1. Je denkt hoe het onderdeel heet in je hoofd en je controleert
Door te schrijven en iets hardop te zeggen
onthoud je sneller en langer wat je moet leren!
Onthoud jij beter...
- als je iets tekent?
- met post-it blaadjes?
- door overhoren?
Oftewel: oefenen oefenen oefenen oefenen
Je leert zo sneller en beter,
het levert je vrije tijd op!
2. Je zegt hardop hoe het onderdeel heet en je controleert
3. Je maakt een lijstje met de nummers 1 t/m 12 en je schrijft de onderdelen op. Je kijkt het na. De onderdelen die je niet wist of fout had, ga je herhalen
4.Idem nr. 3. Je herhaalt elke dag even alle onderdelen. De lastige onderdelen herhaal je vaker.
Slide 11 - Tekstslide
De namen en functies ga je nu leren
Gebruik de tips over de manier van leren die je al hebt gekregen voor het leren van de onderdelen