Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
H5 Veranderingen
Een quiz om te kijken hoe
het met je kennis over H5 tot nu toe staat
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Een quiz om te kijken hoe
het met je kennis over H5 tot nu toe staat
Slide 1 - Tekstslide
Het interval [0, 5] betekent
timer
0:15
A
0<x<5
B
0≤x≤5
C
0<x≤5
D
geen idee
Slide 2 - Quizvraag
x>-3 is in intervalnotatie
timer
0:15
A
<-3, → >
B
[-3, → >
C
<←, -3>
D
geen idee
Slide 3 - Quizvraag
Op het interval <2, 6>
loopt de grafiek van
timer
0:20
A
afnemend dalend naar toenemend stijgend
B
toenemend dalen naar toenemend stijgend
C
afnemend stijgend naar toenemend stijgend
D
toenemend stijgend naar afnemend stijgend
Slide 4 - Quizvraag
De grafiek heeft
bij B een ...
timer
0:20
A
minimum van 1
B
minimum van 30
C
maximum van 1
D
maximum van 30
Slide 5 - Quizvraag
De grafiek gaat over van dalend naar stijgend, je hebt dan een ...
timer
0:20
A
nulpunt
B
maximum
C
minimum
D
geen idee
Slide 6 - Quizvraag
Als ik een toenamediagram moet tekenen, dan ...
timer
0:10
A
moet ik altijd een tabel maken
B
eerst tabel
C
TABEL!!!
D
A, B en C alle drie goed
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de betekenis
van het
staafje bij t=2?
timer
0:25
A
toename van 2 graden
B
toename van 3 graden
C
toename van 3 graden van t=0 naar t=2
D
geen idee
Slide 8 - Quizvraag
Bij t=4 is het 25 graden,
hoeveel graden is het bij t=8?
timer
0:30
Slide 9 - Open vraag
Geef een beschrijving van
een mogelijke grafiek
timer
0:25
A
stijgend
B
dalend
C
afnemend stijgend
D
afnemend dalend
Slide 10 - Quizvraag
Op het interval [2, 3]
heeft de grafiek een ...
timer
0:20
A
minimum
B
maximum
C
nulpunt
D
geen idee
Slide 11 - Quizvraag
Wat wordt hiermee bedoeld?
A
het differentiequotiënt
B
rc van de lijn door A en B
C
de gemiddelde verandering
D
alle drie antwoorden zijn goed
Slide 12 - Quizvraag
Het differentiequotiënt
op [1, 6] is
A
0.6
B
5/3
C
0.5
D
geen idee
Slide 13 - Quizvraag