Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Formatieve toets hst 10
Moleculaire stof
Metaal
Zout
Sleep de stofnamen naar de juiste soort stof.
Suiker
Zilverchloride
difosfortrioxide
platina
IJzer(III)chloride
Amoniumsulfide
1 / 23
volgende
Slide 1:
Sleepvraag
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Moleculaire stof
Metaal
Zout
Sleep de stofnamen naar de juiste soort stof.
Suiker
Zilverchloride
difosfortrioxide
platina
IJzer(III)chloride
Amoniumsulfide
Slide 1 - Sleepvraag
Tigo zegt
: Als ik glucose oplos in water zal het water stroom geleiden.
Mads zegt
: Alle metalen geleiden stroom, ook als ze gesmolten zijn.
Wie heeft er gelijk?
A
Tigo
B
Mads
C
Tigo & Mads
D
Beiden
Slide 2 - Quizvraag
Sleep de namen van een geleurde oplossing naar de juiste kleur.
Staat de kleur er niet tussen laat hem dan staan.
Koperchloride
IJzer(III)bromide
Natriumcarbonaat
IJzer(II)fosfaat
Slide 3 - Sleepvraag
Welke van onderstaande vergelijkingen geeft het oplossen van lood(II)nitraat op de juiste manier weer?
A
Pb(NO3)2 (s) → Pb (aq) + (NO3)2 (aq)
B
Pb(NO3)2 (s) → Pb2+ (aq) + 2 NO3– (aq)
C
Pb(NO3)2 (s) → Pb2+ (aq) + (NO3)22– (aq)
D
Pb(NO3)2 (s) → Pb(NO3)2 (aq)
Slide 4 - Quizvraag
Schrijf op je antwoorden blaadje
de zoutformules van de volgende zouten.
1 natriumcarbonaat
2 magnesiumbromide
3 ijzer(II)sulfaat
4 kopernitraat
Vul "gedaan" in als antwoord
Slide 5 - Open vraag
Schrijf op je antwoorden blaadje
de indampvergelijking van magnesiumchloride.
Vul "gedaan" in als antwoord
Slide 6 - Open vraag
Schrijf op je antwoorden blaadje
de oplosvergelijking van bariumfosfaat.
Vul "gedaan" in als antwoord
Slide 7 - Open vraag
Lees de afbeelding hiernaast.
Leg uit
welke manier mevrouw Pirovano kan gebruiken om vast te stellen of er in de pakken diamantgruis zit.
Slide 8 - Open vraag
Calciumpermanganaat heeft de formule (s)
De formule van een permanganaat is .
Welke lading heeft permanganaat in calciumpermanganaat?
C
a
(
M
n
O
4
)
2
M
n
O
4
A
M
n
O
4
−
B
M
n
O
4
2
−
C
M
n
O
4
3
−
D
M
n
O
4
4
−
Slide 9 - Quizvraag
De formule van natriumdichromaat is .
Wat is de formule van kaliumdichromaat?
N
a
2
C
r
2
O
7
A
K
3
C
r
2
O
7
B
K
2
C
r
2
O
7
C
N
a
2
K
2
D
N
a
2
K
2
O
7
Slide 10 - Quizvraag
Schrijf de juiste naam van op.
N
a
3
P
O
4
gebruik kleine letters
Slide 11 - Open vraag
Schrijf de juiste naam van op.
C
a
(
O
H
)
2
gebruik kleine letters
Slide 12 - Open vraag
Schrijf de juiste naam van op.
K
2
S
O
4
gebruik kleine letters
Slide 13 - Open vraag
Schrijf de juiste naam van op.
C
u
(
N
O
3
)
2
gebruik kleine letters
Slide 14 - Open vraag
Bij het douchen ontstaat kalksteen op de douchekop.
Wat is de rationele naam op van kalksteen
Tip: gebruik Binas tabel 42
A
Kaliumchloride
B
Calciumcarbonaat
C
Calciumhydroxide
D
Calcium
Slide 15 - Quizvraag
Lees de afbeelding hiernaast.
Welke informatie geeft IV in de naam titaan(IV)oxide?
A
Het aantal titaanionen.
B
Het aantal oxide-ionen.
C
De lading van de titaanionen.
D
De lading van de oxide-ionen.
Slide 16 - Quizvraag
Lees de afbeelding hiernaast.
De gevormde nitraationen vormen zouten op het wegdek.
Deze zullen bij een regenbui gemakkelijk wegspoelen.
Geef hiervoor een verklaring met behulp van Binas-tabel 35.
Slide 17 - Open vraag
Bekijk de afbeelding hiernaast.
Hoeveel g kaliumbromide is er oplost bij 20 °C.
A
60 g
B
65 g
C
70 g
D
75 g
Slide 18 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding hiernaast.
Bij welke temperatuur is 90 g KBr opgelost?
A
70 °C
B
75 °C
C
100 °C
D
105 °C
Slide 19 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding hiernaast.
Hoe groot is de oplosbaarheid van KBr?
A
65 g
B
650 g
C
6500 g
D
6,5 g
Slide 20 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding hiernaast.
Hij laat deze oplossing afkoelen tot 30 °C.
Leg uit wat hij zal waarnemen op de bodem van het glas waarin het kaliumbromide is opgelost.
Slide 21 - Open vraag
Michel lost 87 gram kaliumbromide op in 350 mL water.
Bereken de
concentratie
kaliumbromide in zijn oplossing.
c
=
V
m
Slide 22 - Open vraag
Vind je dat je de leerdoelen van hst 10 goed beheerst?
Wil je ergens nog extra uitleg over?
Slide 23 - Open vraag