Landstede Groep

H4: Kracht en beweging

Herhaling H4
Kracht en beweging
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H4
Kracht en beweging

Slide 1 - Tekstslide

4.1: Krachten
Een kracht heeft 3 dingen:
- Een aangrijpingspunt
- Een richting
- Een grootte

Slide 2 - Tekstslide

4.1: Krachten
Een kracht kan ook op drie manieren zorgen voor een verandering!
- Vorm van een voorwerp
- Snelheid van een voorwerp
- Richting van een voorwerp

Slide 3 - Tekstslide

4.1: Krachten
Krachten (F) meten we in Newton.
Een kracht kan je meten met een krachtmeter: bijvoorbeeld een veerunster

Zwaartekracht (Fz) bereken je door de massa in kilogram (kg) keer 10 te doen: Fz (N) = massa x 10

Slide 4 - Tekstslide

4.1: Krachten
Stel je hebt een steen van 6 kg, hoeveel Newton aan zwaartekracht werkt er dan op die steen?


Stel je hebt een pak suiker van 500 gram, hoeveel Newton aan zwaartekracht werkt er dan op dat pak suiker?

Slide 5 - Tekstslide

4.2: Kracht en versnelling
Versnelling: de aandrijvingskracht (dus bijvoorbeeld spierkracht) is groter dan de wrijvingskracht
Vertragen/remmen: de de aandrijvingskracht is kleiner dan de wrijvingskracht

Als de nettokracht 0 Newton is dan heb je een constante snelheid. 

Slide 6 - Tekstslide

4.2: Kracht en versnelling
Welke wrijvingskrachten zijn er bij een rijdende scooter?

  • Rolwrijving
  • Luchtwrijving

Slide 7 - Tekstslide

4.2: Kracht en versnelling
Snelheid meten we in:
- m/s (meter per seconde)
- km/h (kilometer per uur)

dus: snelheid = afstand / tijd
v = s / t

Slide 8 - Tekstslide

4.2: Kracht en versnelling
We kunnen een snelheid-tijd-diagram gebruiken om te bepalen of iemand versnelt/vertraagt/gelijke snelheid rijdt

Slide 9 - Tekstslide

4.3: Snelheid

Slide 10 - Tekstslide

4.3: Snelheid
36 km/h -- x1000--> 36000 m/h -- :3600--> 10 m/s

van km naar m: x 1000
van uur naar seconde: 
1 uur x 60 = 60 minuten, 60 min x 60 = 3600 seconden

Slide 11 - Tekstslide

4.3: Snelheid
We rijden eigenlijk nooit 1 constante snelheid, dus gebruiken we vaak: gemiddelde snelheid

gemiddelde snelheid = afstand / tijd
vgem = s / t

Slide 12 - Tekstslide

4.3: Snelheid
Snelheid kunnen we berekenen met een afstand-tijd-diagram:

Slide 13 - Tekstslide

4.4: Hefbomen
Een hefboom heeft altijd een draaipunt, een korte en een lange arm. 
 

Slide 14 - Tekstslide

4.4: Hefbomen
Als twee krachten in evenwicht zijn heb je de volgende formule:

arm1 x kracht1 = arm2 x kracht2

Slide 15 - Tekstslide

4.4: Hefbomen
arma x krachta = armb x krachtb
arma = 5 meter, armb = 1 meter, krachtb = 500 N 
Hoe groot moet krachta minimaal zijn om de steen op te tillen?

Slide 16 - Tekstslide

4.4: Hefbomen
5 x krachta = 1 x 500
krachta = 100 N
arma = 5 meter, armb = 1 meter, krachtb = 500 N 


Slide 17 - Tekstslide