Landstede Groep

Paragraaf 8.2 Je ademt

8.2 Je ademt
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

8.2 Je ademt

Slide 1 - Tekstslide

Waar ging de vorige paragraaf over?

Slide 2 - Woordweb

Heb je nog extra uitleg nodig over de vorige paragraaf?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Leerdoelen 8.2
1. Je kunt uitleggen hoe je ademhaling werkt.

2. Je kunt uitleggen hoe de longen zuurstof uit de ingeademde lucht halen.

3. Je kunt uitleggen waarom ademhalen door je neus beter is.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de functie van ademen?

Slide 5 - Open vraag

Borstademhaling 
Inademen:
- borst en ribben omhoog
- borstholte wordt groter 
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen

Uitademen:
- borst en ribben omlaag
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten

Slide 6 - Tekstslide

Buikademhaling 
Inademen:
- middenrif omlaag
- borstholte wordt groter 
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen

Uitademen:
- middenrif omhoog
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten

Slide 7 - Tekstslide

Test: ben jij een borst of buik ademhaler?
Stap 1: Leg een hand op je buik en de andere kant op je borst. Ontspan volledig zodat de dynamiek van je ademhaling weinig verandert.
 



Stap 2 : Houd je handen op dezelfde plek en geef 20-30 seconden aandacht aan je ademhaling. Op deze manier kom je erachter hoe je onbewust ademhaling is. (door de borst, of door de buik).




Stap 3: Neem 2-3 zeer langzame en diepe ademhalingen zodat je je ademhaling meer in detail kan leren voelen.

Slide 8 - Tekstslide

Wat voor ademhaler ben jij?
A
Borstademhaler
B
Buikademhaler

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoel 2
Je kunt uitleggen hoe de longen zuurstof uit de ingeademde lucht halen.



Slide 11 - Tekstslide

Gaswisseling
In longblaasjes vindt uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide plaats

Slide 12 - Tekstslide

Gaswisseling

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoel 3
Je kunt uitleggen waarom ademhalen door je neus beter is.

Slide 14 - Tekstslide

Waarom is door je neus in ademen beter dan door je mond?

Slide 15 - Open vraag

Neusademhaling
1* je neus "keurt" de lucht
2* Je neus houdt stof tegen
3* je neus maakt lucht vochtig /warm

Slide 16 - Tekstslide

Welke uitwisseling vindt plaats in de longen tussen de longblaasjes en de bloedvaten?

Slide 17 - Open vraag

Hoe adem je in ?
De ribben gaan...
De borstholte wordt....
De longen worden.....
Vul de drie ontbrekende woorden in.

Slide 18 - Open vraag

Noem 3 voordelen van inademen door je neus

Slide 19 - Open vraag

Geeft B het zuurstofrijke of zuurstofarme bloed aan?

Geeft Y koolstofdioxide of zuurstof aan?
A
B - rijk Y - zuurstof
B
B - rijk Y - koolstofdioxide
C
B - arm y - zuurstof
D
B - arm Y - koolstofdioxide

Slide 20 - Quizvraag

Bij Harm meten we de volgende waardes van de uitgeademde lucht:
zuurstof 17%; koolstofdioxide 3%.
Wat is vermoedelijk de samenstelling geweest van zijn ingeademde lucht?
A
Zuurstof 16%, koolstofdioxide 4%
B
Zuurstof 21%, koolstofdioxide 4%
C
Zuurstof 16%, koolstofdioxide 0,04%
D
Zuurstof 21%, koolstofdioxide 0,04%

Slide 21 - Quizvraag

Drie uitspraken:

Willy zegt: In ingeademde lucht zit meer stikstof dan in uitgeademde lucht
Marc zegt: In ingeademde lucht zit meer koolstofdioxide dan in uitgeademde lucht
Bernard zegt: In ingeademde lucht zit minderwaterdamp dan in uitgeademde lucht

Wie heeft/hebben er gelijk?


A
Willy
B
Marc
C
Bernard
D
Alledrie

Slide 22 - Quizvraag

C = vogel
D = amfibie
E = reptiel

Manfred zegt: Bij een amfibie zal de gaswisseling in de longen sneller verlopen dan bij een reptiel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Bij verslikken staat de huig OPEN/DICHT. Het strotklepje staan dan OPEN/DICHT
A
Open - dicht
B
Open - open
C
Dicht - open
D
Dicht - dicht

Slide 24 - Quizvraag

Welke ademhalingsziektes ken je?

Slide 25 - Woordweb

Astma

Slide 26 - Tekstslide

Roken - COPD

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerkopdracht
Bouw je eigen longmodel

Slide 28 - Tekstslide

Bouw een longmodel


Wat heb je nodig?
Stevige schaar
Twee ballonnen
Stevige PET-fles, kleintje van 0,5 liter (frisdrankfles kan ook evt)
Plakband

Wat moet je doen?
1. Knip een PET-fles half door zodat je ongeveer 15 centimeter onder de flesopening overhoudt.
2. Stop nu een kleine ballon (waterballon?) in de flesopening en span de ballon over de rand van de flesopening.
3. Leg een knoop in het tuitje van de andere ballon.
4. Knip het achterkantje van deze ballon af. 
5. Doe de ballon om de onderkant van de PET-fles. Zorg ervoor dat het tuitje aan de buitenkant zit.
6. Plak deze ballon met plakband aan de fles vast.
7. Trek voorzichtig aan het tuitje, de ballon gaat dan naar beneden.
8. Beschrijf wat er gebeurt.

Bronnen:
http://www.willemwever.nl/vraag_antwoord/het-menselijk-lichaam/hoe-werken-de-longen
http://web.archive.org/web/20060506124259/http://media.nasaexplores.com/lessons/02-078/5-8_1.pdf









Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de LessonUp in onze klaspagina genaamd longmodel
Maak je eigen longmodel (beschrijving staat in de LessonUp)
Maak een foto van je eigen longmodel




Slide 30 - Tekstslide