Je hebt kennis van de begrippen/ personen: oorzaak en gevolg, middel van bestaan, nomaden, geschiedenis en bronnen.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
In deze les leer je...?
Hoe leefden de eerste mensen?
Je hebt kennis van de begrippen/ personen: oorzaak en gevolg, middel van bestaan, nomaden, geschiedenis en bronnen.
Slide 1 - Tekstslide
1.1 De eerste mensen
Slide 2 - Tekstslide
Paragraaf 1,1: De eerste mensen!
Lezen 1.1
Moeilijke woorden?
Uiteg
Huiswerk
Slide 3 - Tekstslide
De tien tijdvakken!
Slide 4 - Tekstslide
Lees..
1.1
timer
7:00
Slide 5 - Tekstslide
Moeilijke woorden?
Slide 6 - Woordweb
Hier komt de uitleg....!
Slide 7 - Tekstslide
Langzaam aan kwamen er mensen in Europa wonen
20.000 voor christus
In Nederland nog niet vanwege de ijstijd!
Slide 8 - Tekstslide
Er leefden toen ook mammoeten in Nederland!
Slide 9 - Tekstslide
Langzaam...
werd het warmer in Nederland en konden daar ook mensen wonen!
(12.000 v.Chr.)
Slide 10 - Tekstslide
Oorzaak:
¨Waardoor iets gebeurt¨
Slide 11 - Tekstslide
Gevolg:
¨Iets dat door iets ander gebeurt¨
Slide 12 - Tekstslide
Na de ijstijd
leefden jager-verzamelaars in Nederland van jagen, vissen en voedsel verzamelen!
Slide 13 - Tekstslide
Middel van bestaan:
¨Manier om aan voedsel te komen¨
Slide 14 - Tekstslide
Nomade:
¨Iemand die rondtrekt zonder vast woonplaats¨
Slide 15 - Tekstslide
Jager-verzamelaars
Leven in kleine groepen (ongeveer 30-50 mensen)
Geen vaste woonplaats: nomaden.
Trekken achter hun eten aan.
Eenvoudige woningen: hutten/grotten.
Weinig bezittingen
Slide 16 - Tekstslide
De mannen hielden zich vooral bezig met het jagen op dieren en ook met vissen. Meestal deden ze dat in groepen. Ze jaagden op allerlei grote en kleine dieren.
De taak van de vrouwen was het verzamelen van allerlei eetbare bessen, noten, planten en zaden. Ook zorgden zij voor de kinderen.
De jagers en verzamelaars waren nomaden. Dat wil zeggen dat ze niet lang op een plaats bleven. Als het voedsel op was trokken ze verder. Daarom zijn hun verblijven ook eenvoudig, geen mooie houten huizen, maar simpele tenten van dierenhuid. Je moest het allemaal makkelijk mee kunnen nemen. Vaak sliepen ze ook gewoon in natuurlijke schuilplaatsen, zoals grotten.
Bijna alles van de gevangen dieren werd gebruikt. Het vllees werd gegeten. De huid werd verwerkt tot kleding en tenten. De pezen werden gebruikt als touw en van de botten werden allerlei gebruiksvoorwerpen, maar ook sieraden gemaakt.
De pijlpunten, vuistbijlen en andere scherpe gebruiksvoorwerpen werden voornamelijk van steen gemaakt. Daarom noemen we deze periode ook wel de Steentijd.