Landstede Groep

Les: Leren Leren

Les 7: Leren Leren
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 7: Leren Leren

Slide 1 - Tekstslide

Weet je wat best raar is? Tussen het 5e en 22ste levensjaar hebben mensen gemiddeld 13.000 uur onderwijs gehad.

Jullie zijn op dit moment 12/13/14 jaar dus laten we zeggen dat je 8 jaar hebt gehad oftewel 6000 uur school!

Maar als je erover nadenkt.

Hoeveel uur daarvan is gegaan over hoe je moet leren?

Mmh....niet zoveel waarschijnlijk.
Introductie 
Afbeelding: hoe werkt leren?

Slide 2 - Tekstslide

1: Wat verwacht je?
2: Hoe doe je het nu?
3: Aan de slag
4: Experiment
5: Quiz
6: Afsluiting
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. 
In dit gedeelte blik je vooruit op het onderwerp. Waar gaat het over en waarom is het belangrijk?
Hoe doe je het nu?
In dit gedeelte gaan we dieper in op de stof.
Test je kennis!
Bij tips vind je altijd een aantal handige leerstrategieën 
Inhoudsopgave Les 

Slide 3 - Tekstslide

Kun je eigenlijk beter worden in leren of ben je gewoon slim of dom en is dat het?

Wij mensen zijn niet zo goed in onszelf inschatten. 
We denken vaak dat we iets beter kunnen dan dat we het echt kunnen.
Dit heet overschatten.

Overschatten = denken dat we iets beter kunnen dan dat we het echt kunnen.

In de volgende onderdelen gaan we kijken hoe je jezelf beter kunt maken in leren.
1: Wat verwacht je? 

Slide 4 - Tekstslide

Ontdek hoe je nu leert. Misschien gebruik je al wel heel veel handige trucjes om snel te kunnen leren?

Beantwoord de vragen:
2: Hoe doe je het nu? 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe belangrijk vind jij tijdens leren...
'Het spreiden van leermomenten'
1 = totaal niet belangrijk 10 = heel belangrijk
110

Slide 6 - Poll

Hoe belangrijk vind jij tijdens leren...
'Jezelf toetsen'
1 = totaal niet belangrijk 10 = heel belangrijk
110

Slide 7 - Poll

Hoe belangrijk vind jij tijdens leren...
'Heel lang achter elkaar leren'
1 = totaal niet belangrijk 10 = heel belangrijk
110

Slide 8 - Poll

Hoe belangrijk vind jij tijdens leren...
'Stof blijven doorlezen'
1 = totaal niet belangrijk 10 = heel belangrijk
110

Slide 9 - Poll

Wat vind jij belangrijk (of juist niet) tijdens het leren?
Ja, belangrijk!
Niet zo belangrijk..
Wat is dit?
Spreiden leermomenten
Jezelf toetsen
Pomodoro techniek
Ezelsbruggetjes
Voorkennis opdoen
Mindmaps
Overhoren
Herhalen

Slide 10 - Sleepvraag

Noem twee dingen op die goed gaan bij leren en
twee dingen die je nog lastig vindt bij leren.

Slide 11 - Open vraag

3: Aan de slag  
3.1: Leerstrategie
  • Theorie 
  • Opdracht
  • Theorie
3.2: Woordjes leren
  • Theorie
  • Vaardigheid
  • Opdracht
Je gaat nu aan de slag met drie onderwerpen:
Er zijn heel veel manieren om beter, sneller en geconcentreerder te leren. Die manieren noemen we leerstrategieën. Er zijn een paar leerstrategieën die echt voor iedereen werken. 
Je hebt geleerd dat het spreiden van leermomenten werkt bij het leren. Maar hoe doe je dit voor woordjes leren?
Hier zijn verschillende methodes voor die we gaan oefenen.
3.3: Jezelf toetsen
  • - Theorie
  • - Vaardigheid
  • - Vaardigheid
Hiermee bedoelen we actief met de stof bezig zijn. Het even nog een keer doorlezen van een tekst werkt minder goed dan oefenen.
Hoe je dit kunt doen laten we je zien.

Slide 12 - Tekstslide

Lege emmer
Als je aankomt op de middelbare school wordt gedacht dat je een lege emmer bent. Oftewel je weet nog niet zoveel.
De leraar gaat vervolgens de emmer vullen met informatie, maar we weten dat het zo niet werkt.
Je bent namelijk geen lege emmer en weet al best veel. Deze kennis kan je helpen bij het leren.
Maar hoe doe je dit? Daar heb je leerstrategieën voor.
Leerstrategieën
Je hebt een aantal leerstrategieën die voor iedereen werken. Het is wel zo dat je de ene strategie liever gebruikt dan de andere.
Wat werkt voor iedereen:
  • Spreiden van leermomenten 
  • Jezelf toetsen (oefenen) 
'Als ik dit gebruik haal ik dan sowieso een voldoende?' Nee, deze strategieën koste moeite en tijd.
Maar het vergroot de kans op voldoendes wel.

Theorie 1: Leerstrategie 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 1: Hoe werkt leren eigenlijk? 
Help, ik begrijp het niet
Dit is te moeilijk
Ik probeer het nog een keer
Misschien kan iemand me helpen?
Ik denk dat het gaat lukken
Gelukkig heb ik doorgezet!
Ik wil stoppen
Ik ben er bijna. Gelukkig heb ik niet opgegeven

Slide 14 - Sleepvraag

Leren gaat niet altijd gelijk helemaal goed. Onderweg kom je hobbels tegen en moet je soms echt even doorzetten. 

Als je weet hoe een leerproces eruit ziet is het makkelijker om door te zetten en te begrijpen waar je tegenaan loopt.
Theorie 1: Leerstrategie 

Slide 15 - Tekstslide

Theorie 1: Woordjes
Woordjes leren
Op de middelbare school krijg je veel schriftelijke overhoringen waar je woordjes moet leren. Zeker voor de talen zul je dit veel moeten doen.
Ook bij vakken als geschiedenis, aardrijkskunde en mens & natuur moet je begrippen leren.
Hieronder geven we je tips hoe je zo goed mogelijk woordjes kunt leren.
Voorbereiding
.Check voordat je begint met woordjes leren om hoeveel woorden het gaat. Zo kun je een inschatting maken over hoe lang je er mee bezig bent.
Kijk ook goed of je de woordjes één kant of twee kanten op moet leren.
Planning maken
Als je weet hoeveel woordjes je moet leren kun je een betere inschatting maken. Dit doe je in een planning.
Bekijk hiervoor de video.
3.2 Woordjes leren 

Slide 16 - Tekstslide

Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
1. Overhoor jezelf
Het helpt om de woorden te lezen en op te schrijven, maar zo test je niet of je de woorden kent. Overhoor jezelf daarom. Dit kun je op een aantal manieren doen. Bijvoorbeeld via
  • WRTS
  • Flapteksten
2. Hussel

Leer de woordjes niet vanaf één vast rijtje, maar hussel de woorden. Leer ze een keer van onder naar boven en beide kanten op. Of maak kaartjes.

Zo train je jouw geheugen om de woordjes te leren in plaats van de volgorde.
Vaardigheid 1: Aan de slag in 4 stappen 

Slide 17 - Tekstslide

Vaardigheid 1: Aan de slag in 4 stappen 
Video: Visualiseren
4. Ezelsbruggetjes
  • Als je een woordje niet onthoudt, verzin er een beeld of gebaar bij. Dit noemen we visualiseren. Je hersenen kunnen namelijk heel goed in beelden denken.
  • Een andere handige techniek noemen we associëren. Dit is een verband leggen tussen wat je al niet weet en wat je al wel weet. Bijvoorbeeld een naam bij een gezicht dat je al wel kent.
Deze ezelsbruggetjes kunnen je helpen moeilijke woorden toch te onthouden.
3. Neem pauze en verspreid momenten
Herhalen, herhalen, herhalen
Je kunt beter een paar keer over de dag verspreid leren in plaats van 2 uur achter elkaar.  

Start bijvoorbeeld in de ochtend met een kwartier leren. Doe in de middag nog een half uur en in de avond weer een kwartier.
Zo heb je 3 momenten waarop je aan het leren bent.

Slide 18 - Tekstslide

Instructie

In deze oefening ga je aan het werk om jouw woordenschat te vergroten en ga je kijken of je alle woorden kunt onthouden.

1. Er zullen verschillende woorden voorbij komen op het scherm.
2. Als je denkt dat het woord bestaat klik je op de knop 'bestaat' als je denkt dat het woord niet bestaat klik je op de knop 'bestaat niet'.
3. Heb je het één keer gedaan? Doe het daarna volgens de vier stappen hierboven. Hoe snel kun je leren welke woorden bestaan en welke niet bestaan? Ken je alles? doe dan ook het moeilijkere level 2



Succes! 
Opdracht 1: Vergroot jouw woordenschat 

Slide 19 - Tekstslide

Als je aan het leren bent en je wilt jezelf toetsen helpt het niet om de tekst nog een keer door te lezen.

Nee, je moet echt actief aan de slag met de stof.


Flitskaarten

Op een flitskaart schrijf je aan de ene kant het begrip en aan de andere kant de betekenis.

  • game (begrip) = spel (betekenis)
  • verslaving (begrip) = geestelijke of lichamelijke afhankelijkheid (betekenis)


Je kunt zelf heel makkelijk flitskaarten maken door een a4'tje in kaartjes te knippen. Dat ga je hieronder moeten doen!
Stap 1: Schrijven
Schrijf op de voorkant van een flashcard een woord, definitie of vraag op en aan de achterkant het antwoord. Omdat je zelf schrijft onthoud je de stof sneller en beter dan dat je het typt.
Stap 2: Leren
Vervolgens kun je met de flashcards gaan leren. Pak je stapel cards en beantwoord ze stuk voor stuk. Ken je een card? Dan leg je hem apart.
Stap 3: Herhalen
Je leert alleen elke dag de flashcards die je nog niet kent. Heb je een flashcard die je wel kent? Dan leer je die om de drie of vijf dagen. Heb je een flashcard die je nog niet kent? Die leer je elke dag.
3.3 Jezelf toetsen 

Slide 20 - Tekstslide

Klik hier voor de video!
Door verbanden te leggen in de gelezen of bekeken stof onthoud je het beter. Dit kun je doen door flitskaarten te maken.

Stap 1: Bekijk de video


Stap 2: Maak 10 flitskaarten bij deze video. Pak een A4 en maak zelf je flitskaarten. Zoek zelf op internet de betekenis op van begrippen.


Stap 3: Geef jouw flitskaarten aan je buurman en beantwoordt de kaarten van je buurman.
Vaardigheid 1: Flitskaarten en oefentoetsen 

Slide 21 - Tekstslide

Vaardigheid 2: Flitskaarten en oefentoetsen 
In dit gedeelte gaan we dieper in op de stof.
Maak een oefentoets

Bij dezelfde video ga je nu een oefentoets maken

Stap 1: Open Google Forms/Microsoft Forms

Stap 2: Maak 3 meerkeuzevragen en 2 open vragen

Stap 3: Deel de toets met je buurman en bespreek de antwoorden

Slide 22 - Tekstslide

In dit gedeelte gaan we dieper in op de stof.
 
Bekijk de video over SMART
Maak een plannetje hoe jij in de toekomst:

  • Sneller woordjes kunt leren
  • Jezelf kunt toetsen voor een toets

Je doet dit natuurlijk SMART
4: Experiment  

Slide 23 - Tekstslide

1. Je basisdoel (wat wil je bereiken?)

Slide 24 - Open vraag

2a. Maak het specifiek
  • Wat moet er bereikt worden?
  • Wie moet het doel bereiken?
  • Waar moet dit gebeuren?

Slide 25 - Open vraag

2b. Verwerk de antwoorden die je
bij 2a hebt ingevuld nu in je doel

Slide 26 - Open vraag

3. Maak het meetbaar

Slide 27 - Open vraag

4. Maak het acceptabel (aantrekkelijk)

Slide 28 - Open vraag

5. Maak het realistisch

Slide 29 - Open vraag

6. Maak het tijdsgebonden.
Wanneer moet het doel behaald zijn?

Slide 30 - Open vraag

Dit is mijn doel

Slide 31 - Open vraag

Quiz: Leren Leren 
5: Quiz 

Slide 32 - Tekstslide

Voorkennis: wat doe jij nu als
voorbereiding voor een toets?

Slide 33 - Open vraag

Welke bekende
ezelsbrug ken jij?

Slide 34 - Open vraag

Zoek de juist methode bij het vak!
ENGELS
GESCHIEDENIS
WISKUNDE
Flitskaart
tekst samenvatten
Tijdlijn
Formules
Landkaart
Flaptekst

Slide 35 - Sleepvraag

Heeft iemand nog een
bijzondere manier om te leren?

Slide 36 - Open vraag

Wel of geen afleiding?

Slide 37 - Sleepvraag

Een goede pauze tussen
leren door is:
A
Tiktok
B
Snapchat
C
Hond uitlaten
D
Ander vak pakken

Slide 38 - Quizvraag

  • Ik weet nu hoe ik slimmer leer
  • Ik weet nu hoe ik sneller leer
  • Ik weet nu hoe ik beter leer!
Bij tips vind je altijd een aantal handige leerstrategieën 
6: Afsluiting 

Slide 39 - Tekstslide